De mond Flashcards
Epstein parels
Dit zijn witte cysten op het verhemelte. Deze komen meestal voor op de middellijn of op de grens van het hard e week verhemelte. Ze storen het kind niet en verdwijnen vanzelf.
Ranula of parels van Bohn
Dit is een roodachtig zacht gezwel van een retentiecyste van de sublinguale speekselklier. dit moet soms operatief verwijdert worden.
Torus of zuigblaar
Dit is met een korst bedekte blaar op de lip en komt vaak voor bij kinderen die borstvoeding krijgen. De zuigblaren zouden een functie hebben bij het zuigen en wisselen van plaats en intensiteit. Na verloop verdwijnt de blaar vanzelf.
Ankyglossia of verkorte tongriem
Veel neonaten hebben een korte en fibreuze tongriem. Meestal belet dit het normale zuigen niet en wordt de tongriem in de loop der maanden langer en soepeler.
Natale tanden
Bij 1/2000 neonaten kan men tanden ontdekken. Meestal gaat het om de twee onderste tandjes. Wanneer de tanden vast staan, zal men ze niet verwijderen tenzij ze kwetsuren veroorzaken aan de tong. Als ze losstaan, dan bestaat de kans op aspiratie en zal men ze verwijderen.
Vlezige aanhangsels
Deze ziet men aan de binnenkant van de lippen en in de mond. Ze verschrompelen en verdwijnen vanzelf, dit is een restverschijnsel van de embryonale fase.
Micrognatie of te kleine onderkaak
Dit kan leiden tot respiratoire insufficiëntie doordat de tong de farynx blokkeert. Hierbij wordt de buikligging aangeraden.
Spruw
Dit is een schimmelinfectie, veroorzaakt door candida albicans. Hierbij ziet men op de tong en op het mondslijmvlies vele grijs-witte vlekken. Deze vlekken kunnen niet weggestreken worden. Het is vaak pijnlijk en belet het kind om goed te drinken. Vaak hoor je klakkende geluidjes tijdens het drinken. Als het onbehandeld blijft gaat het kind en de moeder elkaar besmetten. Een lokale behandeling van miconazol (vb. Daktarin) is noodzakelijk voor zowel moeder als het kind.
Scheve schreimond
Dit is te wijten aan het ontbreken van de mondspier. Wanneer tijddens de bevalling een ebschadiging van de nervus facialis is opgetreden, zal de mondhoek aan de aangedane kant niet naar beneden bewegen bij het huilen.
Microstomie of een te kleine mond
Dit komt voor bij congenitale afwijkingen en komt ook voor bij trisomie 21. We kijken eerst of het genetisch is.
Macrostomie of een te grote mond
Dit komt voor bij congenitale afwijkingen. We gaan eerste kijken of het genetisch is. Dit kan het gevolg zijn van een stofwisselingsziekte.
Schisis of gespleten verhemelte
Dit kan zich beperken tot het week verhemelte, maar kan ook extreem zijn met unilaterale of zelfs bilaterale spijting van de lip.
Tong uit de mond
Dit is vaak een pathologisch teken. Het kan wijzen op trisomie 21 of ook het syndroom van Becjwith-Wiedemann.
Uitgesproken slijmproductie
Dit is vooral een alarmteken als het zich voordoet onder de vorm van bellen blazen. Doet dit zich voor, dan moet gedacht worden aan een slokdarmatresie.
