De mythe en de fabel Flashcards

1
Q

Wat zijn de kenmerken van een mythe?

A
  • goden, halfgoden of helden in de hoofdrol
  • bepaalde cultuur
  • mondeling overgeleverd (later opgeschreven)
  • verklaring van een cultuurgebruik, natuurverschijnsel of ontstaan van de wereld
  • onbepaald in tijd en ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de Académie Française?

A

instituut dat zich belast met het Franse purisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is antropomorfisme?

A

dieren met menselijke eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van een fabel?

A
  • antropomorfe, vlakke karakters met ondeugden (polarisering)
  • onbepaalde tijd en ruimte (meestal natuur)
  • beperkte, eenvoudige, chronologische structuur zonder happy end
  • moraliserend en ontspannend doel
  • hervertellers als auteurs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welke vormen komen fabels voor?

A

poëzie en proza

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke fabeldichters zijn er?

A

bv. Aesopus, Jean de la Fontaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat vindt je altijd op het einde van een fabel?

A

een moraal of zedenles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is de zedenles “vrijblijvend”?

A

het is zowel een ontspannend dierenverhaal als een les

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de algemene verhaalopbouw van een fabel?

A

rechtlijnig
actio -> reactio -> eventus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly