De Stijl Flashcards

1
Q

Waarom is de Stijl geen architectuurstijl?

A

De stijl is een stroming, een architectuurbeweging zonder er een specifieke stijl op te plaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen een architectuurstijl en een architectuurstroming?

A

Een stijl wordt bepaald op basis van vormentaal.
Een stroming ontstaat vanuit ideologie, maar resulteert niet noodzakelijk in een stijl (geestverwanten met een gemeenschappelijk gedachtengoed, maar een verschillende vormentaal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zit de situatie in Europa in de jaren 20 / 30 op vlak van kunst?

A

Er ontwikkelen zich parallelle stromingen (purisme) in Europese landen. Europa wordt een broeihaard van allemaal verschillende benaderingen binnen de kunst en architectuur die elkaar sterk beïnvloeden en waardoor ideeën worden uitgewisseld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de Stijl ontstaan?

A

Het was de titel van een Nederlands tijdschrift voor beeldende kunst (1917 - 1931) met recensies, theorieën, manifesten en nieuwe werken van radicale vernieuwers.

Het is gestart als verzamelplaats voor geestverwanten, een forum waar over nieuwe moderne kunst werd gediscussieerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarnaar wordt op zoek gegaan binnen de Stijl?

A

Men gaat op zoek naar de basis van kunst en architectuur: met primaire constructies en primaire kleuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom was de Stijl belangrijk voor Nederland?

A

Het is de belangrijkste bijdrage van Nederland aan de ontwikkeling van de moderne kunst aan het begin van de twintigste eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie waren de leden van de Stijl?

A
  • Piet Mondriaan (schilder)
  • Gerrit Rietveld (architect, meubelontwerper)
  • Theo van Doesburg (schilder, architect)
  • Jacobus Johannes Pieter Oud (architect)
  • Georges Vantongerloo (schilder)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

‘Het is de controleerbare vorm, waarvan ik in de schilderkunst, de beeldhouwkunst en de architectuur gebruik maak’. Wat wordt bedoeld met ‘de controleerbare vorm’?

A

Men maakt composities die op een evenwichtige manier zijn opgebouwd waarin vlakken in verhouding staan met elkaar en waarbij rekening wordt gehouden met het kleurgebruik dat gekoppeld wordt aan bepaalde vlakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken van de Stijl?

A
  • uitdrukkelijk niet illustratief of vertellen = abstract
  • gebruik van geometrische vormen (primaire elementen) - elementarisme
  • gebruik van primaire kleuren (geel, rood, blauw in combinatie met zwart, wit, grijs)
  • technische aandoende constructie van de compositie
  • Europese beweging, verwant aan het Russische constructivisme (technische constructie nastreven op basis van gevoelsmatige, technische compositie, niet op basis van ratio)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom wordt de Stijl ook wel het ‘Nederlands constructivisme’ genoemd?

A

Dit komt door de gelijkenissen met het Russisch constructivisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen figuratief en abstract?

A

In de 19de-eeuw was schilderkunst als een kader waar je door kijkt naar de realiteit, enkel portretten en landschappen.
Bij een abstracte benadering kijk je niet meer door een doek naar de realiteit, maar wordt het schilderij een object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het tegengestelde van elementarisme?

A

Bij elementarisme vertrek je vanuit vlakken. Tegengesteld hieraan is een volumetrische benadering, waarbij je vertrekt vanuit volumes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(5) Wat geeft dit kunstwerk weer?

A

Het is een grafische weergave van een Russische dans met de gele, blauwe, zwarte en roze lijnen als een evenwichtige compositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(6) Welk effect geven de zijvlakken?

A

Ze geven het idee dat dit doorloopt. Het lijkt een uitsnede uit een vlak dat veel verder doorloopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(8) Wat is een contraconstructie? Wie deed dit?

A

Dit is architectuur als driedimensionale vertolking uit een vlakkencompositie. He tis een volumetrische benadering vanuit een vlakkencompositie. Theo van Doesburg maakte zo’n contraconstructies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(10) Leg de visie uit van de rood blauwe leunstoel.

A

Het is een uitsnede vanuit een groter geheel, namelijk een bos. Enkel de takken die nodig zijn om het rood en blauw vlak aan te brengen, blijven behouden.

17
Q

(11) Waarom is deze woning vernieuwend?

A

De bouwmethode op dat moment in Nederland was rijwoningen uit baksteen.
Het is een 3-gevelwoning, wat een uitzondering is aangezien Nederland bouwt vanuit een collectief standpunt.

18
Q

(13) Wat kan je zeggen over de ramen?

A

De ramen gaan naar buiten toe, zodat je binnen geen ruimte verliest. Het zorgt voor connectie met de buitenruimte en het zicht wordt versterkt door de volledig open hoekramen.
Wanneer de ramen openstaan, maken ze deel uit van de vlakkencompositie.

19
Q

(15) Verklaar de open planopbouw.

A

De trap vormt de centrale kern en heeft rondom volledig doorgang. Deze open planopbouw komt ook voor bij de Prairie Houses.
Alle kamers worden gescheiden door schuifwanden.

20
Q

(16) Geef een voorbeeld waarom Rietveld een functionalist is.

A

Witte deurkaders worden vuil, daarom worden deze zwart geschilderd tot net boven de klink.

21
Q

(17) Hoe krijgt men licht binnen?

A

Boven de trap is een lichtkoepel voor centrale lichtinval.

22
Q

(20) Wat kan je zeggen over deze woonwijk?

A

Het is een autonoom functionerende woonwijk. Zo zijn er naast huizen ook een ontspanningsruimte, winkels, kerk…

23
Q

(20) De vormentaal sluit niet aan bij de Stijl, waarbij dan wel?

A

Het is vergelijkbaar met Le Corbusier: volumetrisch, strak, geen ornamentering, fenêtre-en-longeur.
De puristische benadering, functionalisme, functionele benadering van Le Corbusier dringt binnen in de Stijl.

24
Q

(21) Wat houdt het existence minimum in?

A

Men gaat op zoek naar het maximale comfort voor een minimaal budget en oppervlakte (sociale woningen). Zo is er geen badkamer, enkel een lavabo. Er is ook een centrale verwarming, enkel een kolenkachel.

25
Q

(21) Welke twee types zijn er?

A
  • woning met twee slaapkamers
  • woning met drie slaapkamers
26
Q

(21) Hoe zijn de woningen georiënteerd en waarom?

A

Het zijn oost-west-georiënteerde woningen. Dit is de beste oriëntatie voor de afscherming van koude en warmte.

27
Q

(21) Hoe is dit opgebouwd?

A

Het is opgebouwd vanuit een parallelle stratenstructuur met hoofdstraten voor gemotoriseerd verkeer en ondergeschikte straten voor fietsers en voetgangers.

28
Q
A