Deel 3 Hoofstuk 2 / 1 van 2 Flashcards

1
Q

Functies van de huid

A
  • bescherming
  • uitscheidingsorgaan
  • regelaar van de lichaamstemperatuur
  • zintuig
  • producent van vitamine D
  • neurohormonaal orgaan
  • opnemingsorgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bescherming

A

Waterafstotende eigenschappen, zodat er niet teveel vocht kan komen.

De tastorgaantjes behouden ons van teveel warmte of koude of veel druk

Opperhuid bied bescherming tegen zonlicht, pigment.

In de zuurmantel stoffen die indringen van ultraviolette stralen beetje verhinderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitscheidingsorgaan de huid

A

Door zweet scheidt de huid afvalstoffen uit

Via poriën koolzuurgas afgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Regelaar van lichaamstempararuur

A

Huid is evenwichtsorgaan, dat temperatuur op peil houd door de snelheid van transpiratie en vochtbalans regelt.

Bloedvaten in gezicht ook van belang bij temperatuurregeling (verwijden en vernauwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zintuig

A

Huid bevat talloze receptoren voor waarnemingen maar ook belangrijke emotioneel orgaan. Reageren op emoties met blozen of verbleken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Producent van vitamine d

A

Vitamine d noodzakelijk voor skelet.

Enige vitamine die organisme zelf kan maken met behulp van Uv stralen van de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neurohormonaal orgaan

A

In de mestcellen van de lederhuid worden allerlei hormonen gevormd, die met afweer (histamine) of met zenuwprikkels te maken hebben.

Belangrijke neurotransmitters als acetylcholine vinder er hun ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opnemingsorgaan

A

Huidbarriere is selectief in bepaalde moleculen doorlaten, transsepidermale resorptie

Kan bevorderd worden door gebruik van gelijkstroom apparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Transcutane resorptie

A

Opname van stoffen die door de huid heengaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Transepidermale resorptie

A

De huidlaag kan selectief bepaalde moleculen doorlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Transfolliculaire resorptie

A

Opname stoffen door wanden van haarfollikels, talgklieren, zweetklieren

Gaat goed erdoorheen omdat huid ontbreekt

Glugoce oplossingen gaat goed doorgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Liposomen / niosomen

A

Moderne hulpmiddelen, bolvormige lichaampjes de werkstoffen zijn opgenomen,

Door de eigenschappen van de eendjes van de liposomen kunnen deze de huidbarriere passeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Histamine belangrijkste afweerhormoon

A

De prikkeloverdracht in de synapsen, die in de huid plaatsvind, gebeurt onder invloed van acetylcholine, dat ter plaatsen in de huid wordt gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom ontstaat lichte roodheid tijdens massage?

A

Tijdens massage worden de mestcellen via de huidzenuwen geprikkeld tot afscheiden van acetylcholine, dit veroorzaakt lichte roodheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dikte opperhuid

A

0,05 mm tot 1 mm

Bestaat in algemeen uit 5 lagen maar sommige plekken alleen basaalcellenlaag en hoornlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dikte lederhuid

A

7x zo dik als de opperhuid en varieert van 0,5 tot 3 mm

17
Q

Dikte onderhuid

A

Van enkele mm tot enkele cm

Onderhuidse vetlaag dikker bij vrouwen

18
Q

Wat zorgt voor reliëf in de huid?

A

De bindweefselstrengen in de lederhuid en de papillenlaag geven huid bepaald patroon.

Vlechtwerk van bindweefselstrengen maakt kleine driehoekige of vierkante veldjes

Vorm van papillenlaag is oorzaak huidlijsten

Talgklieruitgangen alleen direct zichtbaar bij speciale talgklieren waarbij haar geen rol speelt omdat die geheel met talg gevuld zijn

Woodlicht -> kleine oranjegele tot helrode lichtjes

19
Q

Tastballen

A

Kleine vetkussentjes op handpalmen en vingers ter bescherming huid zonder dat gevoeligheid verminderd

20
Q

Wat bepaald huidskleur van mens?

A

1) erfelijk bepaald hoeveel pigment
2) de doorbloeding huid
3) dikte hoornlaag
4) onderhuids vet

21
Q

Waar wordt pigment gemaakt

A

Ontstaat in cellen die tussen de basaalcellen liggen de melanocyten, dan nog kleurloos

Onder invloed van uv stralen ontstaat melanine dat bruin is

22
Q

Kleur hoornlaag

A

Geelachtig, waardoor mensen uit noordelijke steken met slechte doorbloeding en dikke hoornlaag grauw eruit zien

Woodlight -> te zien als witte weerschijn

23
Q

Rol onderhuids vet in kleur

A

In dat vet wordt pro-vitamine A (caroteen) opgeslagen dat een helgeel tint geeft

24
Q

Hyperpigmentstatie

A

Storing in pigmentatie waardoor op bepaalde plekken teveel pigment ontstaat (moedervlekken)

25
Q

Hypopigmentatie

A

Vormt pigmentloze vlekken als bij vitiligo of albinisme