EBM Flashcards

1
Q

EBM

A
  1. soorten bronnen
    - tradities
    - anektodes
    - artikels
    - advies van expert
    - financieel
  2. nood aan EBM
    - constante evolutie van kennins
    - bijblijven laatste wetenschappelijke ondervindingen
    - beste evidentie & klinische expertise voor een bepaalde hulpvraag
  3. zelfstandig onderzoek
    - net afgestudeerd = vaker opzoeken
    - oudere minder = generatie met verouderde informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onstaan van EBM

A
  1. individuele waarnemingen
  2. causale verbanden = statistiek
  3. wetenschappelijke ladder maar nog niet systhematisch
  4. interventies vergelijken = EBM
  5. databanken & richtlijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bron selecteten

A
  1. CRAAP-test
    - currency = actualiteit
    - relevance
    - authoroty
    - accuracy
    - purpose
  2. 6S-pyramide
    - top = systemen & richtlijnen
    - …
    - single studies & waarnemingen
    - pre-appraised bronnen = door experts samengebracht, geüpdate & gecontroleerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

KNGR-richtlijnen

A

= koninklijke nederlandse genootschap van fysiotherapie
= richtlijnen opstellen voor fysiotherapie
–> optimalisatie handelen van fysiotherapeut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

EBM process

A
  1. patiënt met klinisch probleem
  2. specifieke hulpvraag
  3. bron
    - adhv hulpvraag van patient
    - sythematische reviews of EB-richtlijnen
    - zelf literatuur studie uitvoeren
  4. evaulatie naar validiteit & toepasbaarheid
  5. integreren op patient
  6. zelfevalutatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

PICO vraag

A
  1. PICO of PECO
    - patient = doelgroep
    - interventie of exposure
    - comparison met placebo of andere therapiën
    - outcome
    - study design
  2. inhoud
    - leid patient intervention tot een betere outcome vergeleken met de comparison
    - vraag naar behandeling, diagnose, etiologie of prognose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

classificatie van onderzoek

A
  1. secundair onderzoek
    - desktopp onderzoek = samenvatten, controleren & evalueren
    - meta-analyses, EB-guidelines & systhematische reviews
  2. primair onderzoek = origineel onderzoek
    - experimentele research: RCT & pragmatic trials
    - observationele research: comparative cohort studies, case control - & cross-sectional -
  3. andere = kwalitatieve onderzoeken & expert opinions
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

systhematische review

A

= overzicht van medisch-wetenschappelijk onderzoek

  1. uitgaande van
    - expliciete vraagstelling
    - uitgebreide zoekstrategie
    - transparante procedure
    - reproduceerbaar
  2. onderzoeken
    - systhematische beoordeling
    - overzichtelijke presentatie
    - systematische reviews, EB-guidelines & meta-analyses
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

scoping & narratieve review

A
  1. scoping
    - verzamelen van literatuur over onderwerp
    - geen samenvattend effect
  2. narratieve review
    - subset van studies uit scoping maken
    - mogelijkheid tot selectie bias
  3. umbrella reviews
    - tertiair onderzoek
    - review van review
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

meta-analyse

A

= onderzoek van onderzoeken

process
1. probleemstelling
2. literatuurverzamelen van gemeenschappelijke vraag = meestal RCT’s
3. methodologie = screeining van in- & exclusie regels
4. inhoudelijke studie van de studies
- resultaten kwantificeren, samenbrengen & vergelijken
5. berekening van ES effect sizes = verschillen tussen resultaten van onderzoekn
6. statistische verwerking
7. heranalyse
8. rapportering = 1 secure uitkomst bekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

primair onderzoek

A
  1. analystisch onderzoek
    - relatie tussen 2 factoren kwantificeren
    - effect van interventie I of bloodstelling E op outcome O
  2. positie van de onderzoeker
    - experimenteel = actief factor veranderen
    - interventie opleggen = meer controle over andere storende variabelen
    - observationeel = passieve betrekking
  3. levels van evidentie
    - beste methode om hypothese te testen
    - bepalen van placebogroep
    - randomisatie = op toeval de groep in 2 verdelen
    - gecontroleerd = zelf de groep verdelen
    - mogelijkheid tot bias
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

RCT & CCT

A
  1. RCT randomized controlled test
    - effect van interventie tov. controle-interventie = placebo
    - aselecte toewijzing van patienten
    - blinde assesor = patient
    - dubbel blindheid = ook blinde therapeut
  2. CCT controlled clinical trial
    - niet adrandom
    - vb: 2 ziekenhuizen met andere technieken
    - geen gekozen deelnemers & geen gekozen groepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cohort & case studie

A
  1. cohort study
    - longitudinaal observationeel
    - mensen met bepaalde eigenschap volgen
    - prospectief = huidig & toekomst
    - retrospectief = terugvallen op herinneringen
    - vergelijken van andere eigenschappen: prognose, bijwerkingen, determinanten, etiologie, …
  2. case study
    - patiënten met verleden aandoening
    - vergelijken met mensen zonder therapie of golden standard therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voor & nadelen case reports

A
  1. voordelen
    - goedkoop
    - snel
    - simpel
    - wetenschappelijke onverkaarbare zaken aan het licht brengen = nieuwe vragen voor effectieve studies
  2. nadelen
    - sterke bias naar positieve resultaten
    - enkel nuttig voor beschrijvend zaken
    - veel oncontroleerbare variabelen
    - enkel speciale zaken aan licht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gebruik van pubmed

A

meestal = vrije trefwoorden

  1. voordelen & nadelen
    - voordelen = snel, simpel, normale taal
    - nadelen = veel & uiteenlopende resulaten
    –> vernauwen van resulaten
  2. ATM = automatic term mapping
    - automatisch zoekopdracht linken aan synoniemen, trefwoorden & MeSH termen
    - geen onderzoeken missen door verschilen in terminologie
    - nog meer resultaten
    - werkt niet bij gebruiken van Frases, truncatie & Field tags
  3. Frases = “…”
    - niet echt nodig in PubMed
    - die exacte woorden in die volgorde bevatten
  4. truncatiesymbool = *
    - na * teken is invulling open
  5. Field tags = (…)
    - speciale termen of afkortingen
    - geeft speciale zoekopdrachten
    - lijst in PubMed
    - vb: (tiab) = moet in titel voorkomen
    - kan samen met MeSH gebruikt worden
  6. filters in rechter kolom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

advances search in PubMed

A
  1. zoekgeschiedenis
    - achterzittende werking van ATM zien
    - meerdere zoekopdrachten toevoegen bij elkaar
  2. in search builder zelf zoekopdracht samenstellen door AND, OR & NOT
    - AND = beide zoektermen moeten aanwezig zijn
    - OR = een zoekterm moet aanwezig zijn
    - NOT = zoekterm absoluut niet aanwezig zijn
    –> NOT = snel teveel resultaten missen
    - ook gebruiken bij MeSH-termen
    - per deel van PICO vraag alle synoniemen & MeSH termen via OR
    - evenwicht tussen specificiteit = overbodige resultaten & sensitiviteit = resultaten missen
17
Q

MeSH termen in PubMed

A

= Medical subject heading
opzoeken via MeSH databank

  1. controle door website
    - verschillende terminologie vereenvoudigen tot bepaalde termen
    - data bank van trefwoorden
    - door PubMed aan bepaalde artikels toegewezen = delay van 6 maand
    - Boomstructuur = overkoepelde term omvat neuwere termen
  2. search builder
    - op MeSH klikken = verdere & vorige subheadings, andere gerelateerde termen zien + jaar van introductie = voor dit jaar geen koppeling
    - bepaalde MeSH termen uitzetten
    - bepaalde MeSH termen toevoegen in searchbuilder
  3. voordelen & nadelen
    - voordelen = relevate publicaties, zeer specifiek & alle artikels ongeacht auteur, jaartal, …
    - nadeel = omslachtig, soms geen MeSH-term voor zoekopdracht, vertraagde koppeling
18
Q

Databanken

A

= verzameling van beschrijvende informatie
- indentificatie van publicaties
- verzamelingen van literatuur bewijs

  • Medline = biomediche databank van VS
  • Envase = biomedische databank van EU = meer farmacologisch
  • Pubmed = openbare onderzoeken