Economie 3,2 Flashcards

1
Q

Hoe noem je redenen om te sparen?

A

Spaarmotieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 voorbeelden van spaarmotieven

A

Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is variabele rente?

A

Je spaargeld kun je op een gewone spaarrekening zetten de rente die je daar op krijgt kan de bank op ieder moment aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een spaardeposito

A

Daarop zet je geld voor een afgesproken tijd vast tegen een vaste rente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is enkelvoudige rente?

A

Je krijgt je rente ieder jaar apart uitgekeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is samengestelde rente

A

De rente wordt na ieder jaar bijgeschreven op je spaarrekening in het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus de bijgeschreven rente dat noem je ook wel rente - op - rente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer neemt de koopkracht van je spaargeld af?

A

Als de inflatie hoger is dan de rente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly