engels 2024 lol Flashcards
1
Q
boven
A
above
2
Q
onder
A
below, under
3
Q
er achter
A
behind
4
Q
er voor
A
in front of
5
Q
naast het, langs de zijkant
A
next to, beside by
6
Q
aan de linker kant
A
on the left
7
Q
aan de rechterkant
A
on the right
8
Q
in het midden, tussen 2 dingen
A
between
9
Q
in
A
in
10
Q
erin
A
inside
11
Q
dichtbij
A
near
12
Q
er boven op, op de top
A
on top of
13
Q
buiten
A
outside
14
Q
bij
A
among
15
Q
aan de overkant, tegenovergestelde
A
opposite
16
Q
er tegen, tegen de muur
A
against
17
Q
erover
A
across
18
Q
langs
A
along
19
Q
naar beneden
A
down
20
Q
van … naar….
A
from ….. to …..
21
Q
erin gaan
A
into
22
Q
eraf gaan
A
off
23
Q
op, naar
A
onto
24
Q
er over gaan, springen
A
over
25
Q
uit het ding
A
out of
26
Q
voorbij gegaan
A
past
27
Q
erdoor
A
trough