gezinspedagogiek Flashcards

1
Q

gedragsgenetica

A

de grootte van de invloeden van genen (nature) en omgeving (nurture) op fenotype in te schatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fenotype

A

genetische aanleg + omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

assortative meting

A

soort zoekt soort. genen en omgeving versterken elkaar
- kind kiest omgeving bij hem past
- omgeving kan gen versterken
- genetische bagage kunt roept reacties op
- sociale interactie met genetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

false beliefs

A

kunnen indenken hoe een ander zich voelt (kunnen apen niet, maar mensen wel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Machiavellian intelligence hypothesis

A

succesvol verbinding geven aan sociale groepen door gebruik van inside information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

inside information

A

weten wat een andere weet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

EEA

A

environment of evolutionary adaptiveness (EEA) - geheel van omgevingsfactoren waarin de voorouders van die soort leefden en waaraan ze, na adaptaties en natuurlijke selectie, aangepast werden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bowlby

A

zei dat de nabijheid van de moeder essentieel was om te overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hrdy

A

zei dat alleen de moeder als opvoeder niet realistisch was en dat ook andere kunnen zorgen voor kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

monotropie

A

belangrijkste hechtingsfiguur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

alloparents

A

hulpouders, andere mensen die kind opvoeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lorenz

A

zegt dat we als mens kinderen schattig vinden en daarom voor ze willen zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Spitz

A

deed onderzoek naar kinderen in tehuizen en merkte dat kinderen die emotioneel verwaarloosd werden een andere ontwikkeling hadden doorgemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kung

A

niet alleen moeder spreken motherese, maar ook andere caregivers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kerngezin

A

moeder, vader en kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

evolutietheorie

A

bewijs dat baby’s en verzorgers houden van nature contact instant houden

17
Q

hunting hypothese

A

man jagen, vrouw voor hout

18
Q

sex contract

A

man bracht eten, in ruil voor alleen seks met hem

19
Q

cooperative breeding

A

systeem, waarbij groepsleden, anders dan genetische ouders, helpen met opvoeden kinderen.

20
Q

hamilton’s rule

A

alles wat iemand doet om zijn/haar genen door te geven. maar de meeste energie geef je aan je eigen kinderen
r x b = c

21
Q

monogamie

A

moeder en vader

22
Q

polygamie

A

meerdere moeders, 1 vader

23
Q

polyandrie

A

meerdere vaders, 1 moeder

24
Q

polygynandrie

A

meerdere moeders, meerdere vaders

25
Q

partible paternity

A

zwangerschap door gemeenschap met meerdere mannen

26
Q

michael lamb

A

kinderen gehecht aan voltijd moeder, maar ook aan vader met minder contact met kind

27
Q

infanticide

A

vermoorden kind

28
Q
A