H1. Stoornissen in foetale groei en VW

Question 1

Positieve discongruentie

Answer 1

Meer dan/groter dan verwacht

Question 2

Negatieve discongruentie

Answer 2

minder dan/kleiner dan verwacht

Question 3

Zaken die kunnen meespelen bij een discongruentie

Answer 3

Volle blaas, meerlingenZW, onbekende duur ZW…

Question 4

HC
AC
FL
==> Waarvoor gebruikt?

Answer 4

Hoofdomtrek
Buikomtrek (abdomen)
Lengte bovenbeen (Femur lengte)
==> Wordt gewicht van foetus mee geschat

Question 5

EFW

Answer 5

(Estimated Fetal Weight) Gewichtsschatting, a.d.h.v. formule van Hadlock3

Question 6

Percentiel normale groei?

Answer 6

tussen p10-p90

Question 7

IUGR, definitie

Answer 7

Intra-uteriene groeirestrictie.

Foetus

Question 8

Oorzaken IUGR

Answer 8

• Congenitale en genetische afwijkingen
  Bijv. infecties (CMV en Toxoplasmose), chromosoomafwijkingen en foetale structurele afwijkingen
• Maternele ziekte
  bijv. hypoxie, chronische hypertensie, nierinsufficiëntie, systeemziekten als Lupus, DM.
• Voeding en socio-economische factoren
  bijv. ondervoeding (hongersnood, anorexia nervosa), gebruik tabak/drugs, leven op grote hoogte, interval tussen ZW te laag, meerlingen.
• Utero-placentaire stoornissen
  bijv. trofoblasinvasie gestoord, antifofolipidensyndroom, DM, sikkelcelanemie, meerlingenZW (TTS)

Question 9

SGA

Answer 9

Small for Gastationale Age.
Bijv. als moeder zelf klein is, kind haalt wel alles uit wat hij kan.
Niet elke SGA is een IUGR, en andersom!

Question 10

Symmetrische IUGR

Asymmetriesche IUGR

Answer 10

S –> Alle afmetingen in dezelfde mate klein

A –> buik eerder verkleind en in vergelijking nog een normale meting v.h. hoofd. (hersenbesparend effect)

Question 11

Verminderde placentaire functie gaat gepaard met chronische hypoxemie.
Verdedigingsmechanismen van foetus?

Answer 11

• Renale vasoconstrictie (oligohydramnios)
• Vasodilatatie t.h.v. bijnier (verhoogde vrijstelling van corticoteroiden en stijging van catecholamines)
• Vasodilatatie t.h.v. hersenen (hersenbesparend effect
• Verhoogde productie erytopoietine (EPO) –> polycytemie
• Verminderde productie thyroxine, insuline, lagere serumspiegel animozuren, glucose en lipiden.

Question 12

Prognose IUGR

Answer 12

Moeilijk te zeggen, elke situatie anders.

Hoe korter ZWduur, hoe minder prognose

Question 13

Risicogroepen IUGR

Answer 13

Zwangeren met hypertensie/pre-eclampsie.

Krijgen acetylsalicylzuur om het risico te verlagen

Question 14

IUVD & MIU, definitie

Answer 14

Intra Uterine VruchtDood & Mors In Utero

–> dood van foetus na ZWduur van minstens 16wkn

Question 15

Etiologie IUVD/MIU

Answer 15

• Gestoorde placentatie t.g.v. vasculaire aandoeningen
• Solutio placentae
• Ernstige bloedgroepantagonisme (hydrops –> vochtopstapeling)
• Congenitale infecties Torches
• Foeto-maternele transfusie –> trauma t.h.v. bleodvat, waardoor bloed van foetus verloren gaat.
• Ernstige maternele ziekte
• Ernstige congenitale-foetale malformaties
• Durante partum zelden door acute hypoxie (erg zeldzaam)

Question 16

Beleid IUVD/MIU

Answer 16

Wees duidelijk, to the point.
Bespreek wat later plan van aanpak, meeste gevallen vaginale bevalling opwekken.
Zorg voor psychosociale opvang!

Question 17

Macrosomie, definitie

Answer 17

Foetus is >p90

Question 18

Oorzaken macrosomie

Answer 18

MeerlingenZW, polyhydramnios, fout in ZWtermijn, uterusmyoom of ovariumtumor

Question 19

LGA

Answer 19

Large for Gestational Age

Question 20

Etiologie macrosomie

Answer 20

Erfelijke factoren, etnische en constitutionele factoren of maternele hyperglycemie

Question 21

Beleid macrosomie

Answer 21

Vaginale partus, zo nodig inductie, liefst rond 38wkn.
Bij 40wkn grotere kans op fracturen.
Bij EFW >5kg –> primaire sectio

Question 22

Prognose macrosomie

Answer 22

Risico op traumatische partus.

Geen manier om vervolg te voorkomen, alleen glycemie bijhouden.

Question 23

Polyhydramnion, definitie en diagnose

Answer 23

Te veel VW, door te hoge productie of te weinig absorptie.
Klinisch kun je dit vermoeden bij positieve discongruentie, definitieve diagnose d.m.v. echografie. Je kunt een pocket VW meten (AFI, amniotic fluid index)

Question 24

Etiologie polyhydramnion

Answer 24

• (ZW)diabetes, hierdoor kan hyperglycemie zjn bij foetus wat polyurie veroorzaakt.
• Foetale malformatie die gastro-intestinale transit verhinderen
• Congenitale infecties (syphillis)
• Foetale anemie
• Neuromusculaire aandoeningen
• TweelingenZW
• Medicatie: lithium
  40-50% geen oorzaak bekend.

Question 25

Onderzoeken polyhydramnion

Answer 25

• Maternele glysemie
• Uitgebreide echo
• Infectie onderzoek
• Irreguliere antistoffen bepalen

Question 26

Risico’s polyhydramnion

Answer 26

Foetus:
- Vroeggeboorte
- Bij ROM: verhoogde kans NSprolaps
- Solutio placentae
Materneel:
- Geen klachten noodzakelijk
- Dyspneu (forse uitzetting)
- Gespannen buik/ c'ies/ vroegtijdige arbeid/ PROM

Question 27

Beleid polyhydramnion

Answer 27

• Opvolging conditie foetus
• Oorzaak wegnemen
• -Medicatie, bloedtransfusie (foetale anemie), amniodrainage (tijdelijk effect, dus enkel om subjectieve klachten te verbeteren)

Question 28

Prognose polyhydramnion

Answer 28

Is afhankelijk van oorzaak

Question 29

Oligohydramnion, definitie en diagnose

Answer 29

Te weinig VW.
Klinisch wordt dit gezien door een negatieve discongruentie, geen onderscheid meer te maken tussen verschillende lichaamsdelen.
Definitieve diagnose door echo

Question 30

Anhydramnion, definitie

Answer 30

Geen VW

Question 31

Etiologie oligohydramnion

Answer 31

• Foetale UWI
• Uteroplacentaire insufficientie en IUGR
• PPROM
• Serotiniteit (overtijd)
• Medicatie: NSAID

Question 32

Beleid oligohydramnion

Answer 32

Afhankelijk etiologie, uitgebreide echo

IUGR + oligohydramnion wijst op chronische nood –> primaire sectio

Question 33

Prognose oligohydramnion

Answer 33

Afhankelijk van oorzaak