H2: Relatie en relatievormen Flashcards

1
Q

Wat is de link tussen relaties en seksualiteit?

A

Relatietevredenheid => Seksuele tevredenheid
Seksuele tevredenheid => relatietevredenheid

Is visuele cirkel en beïnvloedt elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke theoretische kaders zijn er voor de link tussen relaties en seksualiteit?

(volgens Dewitte)
(Verklaringen)

A

1. Evolutiuonair perspectief: Seks als strategie
2. Sociaal perspectief: Seks als sociale uitwisseling
3. Hechtingsperspectief: Seks als hechtingsgedrag
4. Rol van hormonen in relationeel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg het Evolutionair perspectief uit.

A
  • Seks als strategie
  • Doorgeven van genen aan volgende generatie
  • Langetermijnrelatie (+4j) is gunstiger voor kind
  • Evolutionair geprogrameerd voor seksuele monogamie
  • Ouderschapsinvestering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de kritiek op het evolutionair perspectief?

A
  • Statische en rigide beeld van relaties en seks
  • Geen variatie binnen een persoon: Evolutie is flexibel, aanpassen
  • Geen aandacht voor wisselwerking tussen partners
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg het Sociaal perspectief uit als verklaring voor de motivatie achter seks.

A
  • Seks als sociale uitwisseling
  • Sociale uitwisselingsperspectief: specifieke dynamiek van kosten/baten, tevredenheid = meer baten dan kosten
  • Investeringsmodel bouwt hierop verder: hoe groter de betrokkenheid hoe groter tevredenheid, hoe meer bescherming tegen ontrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg het hechtingsperspectief uit.

A
  • Seks als vorm van hechtingsgedrag
  • Theorie met meest verklarende waarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg de rol van hormonen in relationeel gedrag uit.

A

Biologische verklaringsmechanisme:
- Wisselwerking hormonen (testosteron, oestrodiol en oxytocine)
- Afhankelijk van context en omstandigheden
- Oxytocine (knuffel- of liefdeshormoon) is emotionele versterker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaan (partner)relaties?

A

- In het Westen: Verliefdheid en fysieke aantrekking
- Vorige eeuw: economische aangelegenheid, verbintenis, culturele verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe is het verloop van (partner)relaties/relatievorming?

(7 fasen)

A
  1. Verliefdheid
  2. Elkaar leren kennen
  3. Acceptatie van verschil
  4. Dating
  5. Samenwonen
  6. Trouwen
  7. Scheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is verliefdheid?
Hoe uit deze fase zich?

A
  • Positief daglicht
  • Blind
  • Tijdelijk
  • Focus op gelijkheid
  • Gedrag: maximale betrokkenheid en toenadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de positieve vooroordelen als je verliefd bent?

A
  • Positieve blik naar geliefde
  • Voorkeursbehandeling voor geliefde
  • Extra waarde aan wat geliefde zegt
  • Uitgaan van positieve intenties van geliefde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er bij ‘Elkaar leren kennen’?
Hoe uit deze fase zich?

A
  • Roze bril verwijnt
  • Mindere kantjes worden zichtbaar
  • Tekortkomingen
  • Verschillen
  • Gedrag: Elkaar iets meer los laten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij ‘Acceptatie van het verschil’?
Hoe uit deze fase zich?

A

Balans: Jezelf blijven in verbinding met de ander

Acceptatie?
- Relatie blijft behouden
- Liefde en vertrouwen kan groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er bij ‘Samenwonen’?
Hoe uit deze fase zich?

A
  • Vaker confrontatie met verschil: relatiekwaliteit daalt
  • Meer ‘tijd’ samen?
  • Verwachtingen bijstellen
  • ‘Test’ = Sliding or Deciding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Sliding?

A

Van de ene naar de andere fase zonder de mogelijke gevolgen te overdenken, zonder openlijke gesprekken of beslissingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt bedoel met ‘Sliding or Deciding’?

A

Gemiste kans voor positieve voordelen van de relatie
- engagement
- toekomstplannen
- verwachtingen
- financiën
- individuele en gedeelde identiteiten, waarden en tradities

Hoe meer duidelijkheid, hoe meer kans op succesvol samenwonen

16
Q

Welke pre-cohabitation conversaties zijn er voor het samenwonen

(Deciding, door Brown)

A

3 Thema’s met verschillende open vragen:
1. Onderhandelingen over de relatie
2. Regels over het huishouden
3. Communicatie

17
Q

Wat gebeurt er bij ‘Trouwen’?
Hoe uit deze fase zich?

A
  • Bewuste keuze
  • Bevestiging van liefde voor elkaar naar buitenwereld
  • Romantisch ritueel
18
Q

Wat zijn de 6 fases in langdurige liefdesrelaties?

(Volgens Andrew Marshall)

A
  1. In elkaar opgaan
  2. Nest
  3. Zelfbevestiging
  4. Samenwerking
  5. Aanpassing
  6. Hernieuwing
19
Q

Wat gebeurt er bij fase 2: Nest?

A
  • Samenwonen
  • Verschillen worden opgemerkt
20
Q

Wat gebeurt er bij fase 3: Zelfbevestiging?

A
  • Individualiteit
  • Persoonlijke vrijheden op voorgrond
21
Q

Wat gebeurt er bij Fase 4: Samenwerking?

A
  • Focus op ‘project’
  • Werk
  • kinderen
22
Q

Wat gebeurt er bij fase 5: Aanpassing?

A
  • Relatie wordt niet in vraag gesteld
  • Tevredenheid
  • Seksuele bloei
23
Q

Wat gebeurt er bij fase 6: Hernieuwing?

A
  • Intimiteit
  • Toekomst werd samen gerealiseerd
24
Q

Welke relatievormen zijn er?

A
  • Monogamie
  • Seriële monogamie
  • Consensuele non-monogamie
25
Q

Wat zijn de kenmerken consensuele non-monogamie?

A
  • Openheid
  • Gelijkwaardigheid
  • Eerlijkheid
26
Q

Welke vormen van consensuele non-monogamie zijn er?

A
  • Open relaties: Focus op seksuele variatie
  • Swinging: Focus op seksuele variatie
  • Polyamorie: Focus op liefde, intimiteit, romantiek
27
Q

Wat is polygamie?

A
  • Huwelijk met meer als 2 personen
  • Niet altijd gefocust op liefde, intimiteit en romatiek
  • Vaak economische voordelen
28
Q

Wat zijn de risico’s bij alternatieve relatievormen?

A
  • Verhoogd risico op discriminatie
  • Mogelijks negatieve impact op mentaal welbevinden
29
Q

Waarom staan hedendaagse Westerse relaties onder druk?

(Ester Perel)

A
  • Individualistische, Westerse maatschappij
  • Verwachten we TE veel van onze ene partner?
    • Beste vriend
    • Zorgzame ouder
    • Minaar/minnares
    • Persoon die ons leven zin geeft en onze identiteit bepaalt
30
Q

Hoe kan een Psychologisch Consulent omgaan met verschillende relatievormen?

A
  • Zelfreflectie: zicht krijgen op eigen vooroordelen, waarden en normen rond relatievormen
  • Nieuwsgierige, niet-oordelende open houding, oog voor diversiteit, pluralisme en individuele levenskeuzes
31
Q

Wat zijn relevante themas in (relatie)therapie?

A
  • Tijdsbesteding en verdeling
  • Regels en grenzen stellen
  • Afhankelijkheid vs onafhankelijkheid
  • Vertrouwen
  • Open communicatie
  • opvoeden van kinderen in deze context