H4 Flashcards

aan het werk

1
Q

arbeidsovereenkomst

A

afspraak dat een werknemer in loondienst werkt voor een werkgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

brutoloon

A

het loon waarop nog niets is ingehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

deeltijdbaan

A

een baan voor minder dan het volledige aantal uren per week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nettoloon

A

het loon dat je ontvangt na inhouding van loonbelasting en sociale premies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tijdelijke baan

A

baan voor bepaalde tijd die eindigt op een afgesproken einddatum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vacature

A

een baan waarvoor iemand wordt gezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vaste baan

A

baan waarbij geen einddatum is afgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voltijdbaan

A

een volledige baan (36 a 40 uur per week)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

werkloos

A

iemand tussen de 15 jaar en de pesioenleeftijd die geen baan heeft maar wel actief op zoek is naar werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wettelijk minimumloon

A

het bedrag dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens moet verdienen met een voltijdbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zelfstandige

A

iemand die met een eigen onderneming zijn inkomen verdient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zzp’er

A

zelfstandige zonder personeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

arbeidsvoorwaarden

A

omschrijving van je rechten en plichten op het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

flexibele baan

A

je werkt alleen wanneer de werkgever je nodig heeft. bijv. uitzendkracht, oproepkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

loon

A

de prijs voor arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zwart werk

A

betaald werk waarover je geen belasting en premies betaalt

17
Q

algemene wet gelijke behandeling

A

wet die verbiedt dat er onderscheid gemaakt wordt po basis van geslacht, ras, leeftijd of afkomst

18
Q

arbeidsparticipatie

A

arbeidsdeelname. het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort

19
Q

arbeidstijdenwet

A

wet met regels voor werk- en rusttijden

20
Q

arbeidsverdeling

A

verdeling van taken waarbij iedere medewerker het werk doet waarin hij goed is. Maar ook de verdeling van arbeid in gezinnen, bijv. verdeling van werkzaamheden tussen man en vrouw

21
Q

arbowet

A

wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden

22
Q

werknemersverzekeringen

A

sociale verzekeringen die alleen bestemd zijn voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben en hier premie voor afdragen zoals WW en de WIA

23
Q

arbeidsmarkt

A

het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid

24
Q

bedrijfstijd

A

aantal uren dat een bedrijf daadwerkelijk produceert

25
Q

beroepsbevolking

A

iedereen van 15 jaar tot de persioenleeftijd die werkt of werkeloos is. (samen zijn ze het aanbod van arbeid)

26
Q

geregistreerde werkeloosheid

A

aantal werkelozen dat bij het UWV staat ingeschreven

27
Q

verborgen werkeloosheid

A

werkelozen die niet bij het UWV staan ingeschreven

28
Q

werkgelegenheid

A

alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid

29
Q

werkloosheid

A

het aanbod van arbeid is groter dan de vraag ernaar

30
Q

arbeidstijdverkorting

A

om de werkloosheid tegen te gaan, wordt het aantal uren van een voltijdbaan verminderd (van 40 naar 36 uur bijv.)

31
Q

conjuncturele werkloosheid

A

werkloosheid die ontstaat als de vraag naar goederen en diensten afneemt door dalende bestedingen

32
Q

frictiewerkloosheid

A

kortdurende werkloosheid omdat je even tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden

33
Q

loonmatiging

A

een middel om werkloosheid tegen te gaan. door lonen niet te haard te laten stijgen, blijven de kosten voor de werkgevers beperkt

34
Q

regionale werkloosheid

A

werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land

35
Q

seizoenswerkloosheid

A

werkloosheid die ontstaat doordat bepaald werk alleen maar in een deel van het jaar verricht kan worden

36
Q

structurele werkloosheid

A

werkloosheid die het gevolg is van blijvende veranderingen in de manier van produceren door bedrijven. Ook als het aanbod van arbeid niet aansluit op de vraag ernaar.