H7 Ecologie Flashcards
Tolerantie
Het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen
Optimum
De waarde van een abiotische factor die het gunstigst is voor het organisme
Verspreidingsgebied
Het gebied op aarde waar een soort voorkomt
Beperkende factor
Abiotische factor die bepaald hoeveel organismen van een soort in een gebied kunnen leven
Organisme
1 levend wezen
Populatie
Groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die samen een voortplantings gemeenschap vormen
Levensgemeenschap
Alle populaties in een ecosysteem
Ecosysteem
Min of meer natuurlijk begrensd deel van de biosfeer
Biotische factoren
Invloeden afkomstig van de levende natuur
Abiotische factoren
Invloeden van de levenloze natuur
Biotoop
De abiotische factoren in een ecosysteem
Habitat
Het leefgebied van een organisme
Belangrijke abiotische factoren
Bodemgesteldheid
Licht
Water
Temperatuur
Humus
Mengsel van anorganische en organische stoffen en micro organismen
Natuurlijke selectie
De organismen die het best zijn aangepast aan het milieu, hebben de grootste overlevingskans
Symbiose
Langdurige samenleving van organismen van verschillende soorten
Mutualisme
Beide organisme hebben voordeel
Commensalisme
Het ene organisme heeft voordeel en het andere geen voordeel of nadeel ( mossel)
Parasitisme
Een organisme leeft op of in een organisme van een andere soort en onttrekt er voedsel aan
Populatie grootte
Gemiddeld aantal organismen van een soort per oppervlakte.
Biologisch evenwicht
Toestand waarin de populatiegrootte van elk soort in een ecosysteem schommelt om een bepaalde waarde
Inheems
Soort die van nature in een gebied voorkomt
Uitheems
Soort die van nature niet in een gebied voorkomt
Exoot
Soort door mensen handelen in een gebied voorkomt