HC 1 Flashcards
diagnostisch proces PID
klinische presentatie
flowcytometrische analyse
genetische analyse
4 functies flowcytometrie
analyse lymfocyten subsets
eiwitexpressie
eiwitactiviteit
B-cel patronen in aandoeningen (CVID)
welke CD-markers horen bij Th, Tc, B en NK cellen
Th (CD3+): CD4+
Tc (CD3+): CD8+
B (CD3-): CD19+
NK (CD3-): CD16&56+
welke mutaties horen bij
T-B-NK+
T-B+NK-
T-B+NK+
T-B-NK+ (RAG2)
T-B+NK- (IL2RG)
T-B+NK+ (IL7RA)
welke mutaties horen bij
NK-B-
NK-B+
NK+B-
NK+B+
NK-B-: ADA, AK2/RD
NK-B+: gamma-c, X-linked, JAK3
NK+B-: RAG1/2, Artemis
NK+B+: diverse genotypes
wat is een superinfectie
virale infectie met daarbovenop bacteriële infectie
lab kenmerken ZAP 70 deficientie
normale/verhoogde lymfocyten
selectieve afwezigheid CD8+ T-lymf
verstoorde functionaliteit CD4+ T-lymf
welke CD markers horen bij verstoorde functionaliteit van aanwezige B-cellen
CD19- en CD20+
waarin verschillen Th-cellen van elkaar
cytokines uitscheiding
waar zijn Th1 en 17 goed voor
1: helpen macrofagen bacterien af te breken
17: schimmels
(STAT1)
BTK mutatie welke ziektebeeld
XLA
welke criteria gebruik je om CVID vast te stellen
ESID cirteria
welke B-cellen horen bij deze CD-markers
CD24+CD38+
CD23+CD38-
CD27+IgD-
CD27+IgD+
transitionele B-cellen
naïeve mature B-cellen
memory B-cellen
marginale zone B-cellen