HC 4 - Motoriek Flashcards
1
Q
Wat is een motorunit
A
Een motoneuron + spiervezels
2
Q
Hoe loopt een reflex
A
- Sensibele input = primaire afferent
- Centrale verwerking (ruggenmerg)
- Motorische output
3
Q
Wat doen de primaire afferenten
A
Vormen een monosynaptisch reflex
4
Q
Wat doen interneuronen
A
Schakelcellen, deze zorgen ervoor dat er met één neurotransmitter meerdere effecten mogelijk zijn
gaat bijvoorbeeld inhiberen op een andere receptor
5
Q
Wat zijn corticospinale banen
A
- Pyramidebaan
- Loopt uit de motorische schors
- Kruisen!! in hersenstam
6
Q
Wat zijn de twee extrapyramidale systemen
A
- Basale ganglia
- Cerebellum
7
Q
Wat doen de extra pyramidale systeem
A
- Coördineren bewegingen
- Zijn bewegingen op dit moment handig? (basale gnaglia)
8
Q
Parkinson
A
- ## Basale kern stoornis -> te weinig dopamine in de basale ganglia
9
Q
Waar is het defect bij ataxie
A
Cerebellum, afwijking zit ipsilateraal (2x kruising)
10
Q
Huntington
A
- te veel dopamine in de basale ganglia
- Veel beweging en moeite om te stoppen met bewegen