HC10 - Het vestibulair systeem Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat het labyrinth (het binnenoor)?

A
  • Cochlea (gehoorzintuig)
  • Vestibulair labyrinth (evenwichtszintuig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat het vestibulair labyrinth?

A
  • Utriculus en sacculus
  • Halfcirkelvormige kanalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt hier allemaal aangewezen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkte de mechano-elektrische signaaltransductie ook alweer?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe liggen de haarcellen in de halfcirkelvormige kanalen?

A

Die liggen aan de basis van de booggangen. De stereocilia zijn omgeven door cupula (soort gelei laagje), waardoor de booggang afgesloten wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe liggen de haarcellen in de otolietorgaantjes?

A

Daar liggen ze in verschillende richtingen, met daaromheen een geleiachtig laagje, en daarbovenop de otolieten (steentjes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe komen de stereocilia in de otolietorgaantjes in beweging?

A
  • Statische component: richting van de zwaartekracht bij bijv een head tilt
  • Dynamische component: lineaire versnelling (massa is traag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De utriculus is horizontaal gepositioneerd. Hoe bewegen de stereocilia daar?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De sacculus is vertical gepositioneerd. Hoe bewegen de stereocilia daar?

A

Daar trekken de steentjes continu aan de haarbundels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zijn de stereocilia georiënteerd in de rechter otolietorgaantjes?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke otolietorgaantjes gaan het meest vuren als je je hoofd naar rechts ombuigt en waarom?

A

De otolietorgaantjes aan de rechterkant. De meeste stereocilia daar zijn met de langste haarcel naar buiten gericht, waardoor het pars medialis de respons domineert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel booggangen zijn er?

A
  • 2 verticale booggangen
  • 1 horizontale booggangen
    In de booggangen zit vloeistof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe komen de stereocilia in de halfcirkelvormige kanalen in beweging?

A

Als je je hoofd beweegt naar links dan blijft de vloeistof in de booggangen ‘staan’, waardoor het relatief gezien verplaatst. Deze beweging zorgt ervoor dat de haartjes gaan bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er met je booggangen als je linksom draait?

A

Dan gaat je linker horizontale booggang meer vuren.
Als deze versnelling constant wordt krijg je vuurfrequentie zoals in rust.
Als je dan weer vertraagd voelt het voor de booggang alsof je naar rechts beweegt (in de richting van de kleinste haar) en daardoor neemt de vuurfrequentie af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werken de halfcirkelvormige kanalen?

A

De tegenovergestelde bogen links en rechts hebben ook een tegengesteld effect

17
Q
A
18
Q

Welk pad lopen vestibulo-oculaire reflexen (VOR) en vestibulo-spinale reflexen (VSR) beide af?

A
19
Q

Wat zijn vestibulo-oculaire reflexen?

A
20
Q

Hoeveel extra-oculaire oogspieren hebben we?

A
  • Zes oogspieren voor kijken in verschillende richtingen
  • M. retractor bulbi; trekt het oog naar achter (humaan afwezig)
21
Q

Welke 6 oogspieren zorgen ervoor dat je in verschillende richtingen kunt kijken?

A
22
Q

Hoe worden de oogspieren geïnnerveerd?

A
23
Q

Wat gebeurt er met de vestibulo-oculaire reflex bij een draaiversnelling linksom?

A
24
Q

Wat gebeurt er als een draaiversnelling door blijft gaan?

A

Dan krijg je een nystagmus

25
Q

Kunnen de otolietorgaantjes ook VORs teweegbrengen?

A
26
Q

Maar wat nou als de beweeglijkheid van je ogen zeer beperkt is, zoals bij vogels? Hoe passen de ogen van vogels zich dan aan?

A

Niet, daar beweegt juist de nek heel erg mee zodat de kop stil blijft

27
Q
A
28
Q

Hoe werkt een vestibulo-spinale reflex?

A

Door deze reflex val je niet om als je op een helling staat; het zorgt er voor dat je meer spiertonus krijgt op je ipsalaterale zijde zodat je neit valt.
Bovendien heb je hier dan nog een nek-spinaal reflex, om te compenseren dat je schuin staat (compensatie voor vestibulo-nekreflex)

29
Q

Waarom kan een kat beter van de 8e verdieping naar beneden vallen dan van de 3e verdieping?

A
30
Q

Principes van vestibulaire fysiologie

A
31
Q
A