HC.2 - Microscopische anatomie nier & urinewegen Flashcards

1
Q

Waar is de nier uit opgebouwd (van binnen naar buiten)

A
  1. Cortex, hier bevinden zich de glomeruli, het begin van de nefron –> 2. Niermerg/medulla, hier bevinden zich de verzamelbuizen en de lus van Henle –> 3. Piramidestructuren –> 4. Nierbekken (pyelum) –> 5. Perirenale vet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functies van de nieren

A
  1. Filtratie en secretie van afvallen stoffen uit het bloed
  2. Regulatie van water en zout huishouding (Bloeddruk en zuur-base balans)
  3. Hormoon productie (Renine, EPO en activatie van Vitam. D3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de nierpapil?

A

Uiteinde van piramidestructuur, waar de (voor)urine de nierbekken in zal gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar bestaat de nefron uit? Op volgorde

A

Glomerulus –> proximale tubulus –> lis van Henle –> distale tubulus –> verzamelbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat reguleert de bloeddruk huishouding, en waarmee wordt dit gedaan?

A

Juxtagolerulaire apparaat, doormiddel van renine afgifte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functie glomerulus?

A

Filtreren van bloed dat via de afferente arteriole de glomerulaire capillairen (vaatkluw) binnenkomt.

(Het gefiltreerde bloed verlaat de glomerulus dan via efferente bloed.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar komt het gefiltreerde bloed terecht na de glomerulus?

A

In de ruimte van bowman en gaat dan door naar de eerste gedeelte van de proximale tubulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn mesangiale cellen?

A

De cellen die centraal in de glomerulus liggen, de boomstructuur. (1) De cellen reguleren de hydrostatische druk door contractie, zij kunnen de diameter van de glomulaire capillairen reguleren.

(2) Ook kunnen de cellen moleculen fagocyteren (in de basaalmembraan) en (3) zorgt voor immuunregulatie van cytokines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn podocyten?

A

Nier(epitheel)cellen die een rol spelen bij het filteren van afvalstoffen, zitten aan de urinezijde. Ze hebben voetjes die om de basaalmembraan zitten en grote moleculen niet doorlaten. De voetjes zijn verbonden d.m.v. slit diafragma (= soort van kleine ‘touwtjes’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit wat bestaat het glomerulaire basaalmembraan

A
  • Fysieke barriere: Collageen IV en Laminine. Laten geen moleculen door van groter >70 kDa of > 10nm
  • Proteoglycanen: zorgen voor een sterk negatieve lading van de glomerulaire basaal membraan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de functie van de proximale tubulus?

A
  1. Reabsorpie van 60% van water en ionen
  2. Reabsorpie van glucose, aminozuren, mineralen, vitamen en eiwitten.
  3. Secretie van organische ionen: creatinine en choline.
  4. Metabolisme van Vitamine D
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van de proximale tubulus?

A
  1. Veel mitochondrien
  2. Aanwezigheid microvilli, ter contactoppervlakte vergroting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van de Lis van Henle?

A
  1. Reabsorptie water en natriumchloride (NaCl)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van de distale tubulus?

A
  1. Reabsorptie natriumchloride
  2. Secretie van H+ en NH4+ (ammonium)
  3. Regulatie zout-water balans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van de verzamelbuis

A
  1. Reabsorptie HCO3-
  2. Secretie H+
  3. Reabsorptie H20 en NaCl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat valt histologisch op aan de verzamelbuis?

A

De celmembranen zijn heel duidelijk te zien.

17
Q

Wat is de functie van het juxtaglomerulaire apparaat?

A
  1. Regulatie zout-waterbalans
  2. Productie renine voor regulatie bloeddruk
  3. Regulatie glomerulaire filtratie druk
  4. Regulatie renale doorstroming en glomerulaire filtratie
18
Q

Uit wat bestaat het Juxtaglomerulaire apparaat?

A

Het bestaat uit:
1. Macula densa cellen
2. Arteriolen
3. Juxtaglomerulaire cellen

19
Q

Wat is het Pyelum?

A

Dit zijn de nierbekken, hier wordt de (voor)urine in verzameld

20
Q

Wat is de ureter?

A

Dit is wat de urine richting de blaas vervoerd.

21
Q

Waar bestaat de ureter uit? (van binnen naar buiten)

A
  1. Mucosa
  2. Muscularis
  3. Adventitia
22
Q

Waar bestaat de mucosa van de ureter uit?

A

Het bestaat uit 7 lagen urotheel. Op het urotheel liggen ook nog paraplu cellen.

23
Q

Wat zijn paraplu cellen?

A

Cellen op het urotheel die zowel de lamina als het urotheel beschermt tegen schadelijke stoffen en zuren die in de urine zitten.

24
Q

Waar bestaat de urineblaas uit? (van binnen naar buiten)

A
  1. Urotheel (met paraplu cellen)
  2. Lamina propria
  3. Muscularis detrusor (muscularis propria)
  4. Peri-vesicaal vetweefsel
25
Q

Waar bestaat de lamina propria van de urineblaas uit?

A
  • Bloedvaten
  • Kleine spiercellen
26
Q

Wat doet de m. detrusor van de urineblaas uit?

A

Zorgt voor contractie urineblaas –> ledigen van de blaas