Herhaling 3e jaar Flashcards

1
Q

Wat is een meridiaan?

A

Lijnen die van de noorden naar de zuiden lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een parallel?

A

Lijnen die rondt de breedte van de aarde lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een poolcirkel?

A

Begrenst de plaats waar de zon minstens 1 dag per jaar niet opkomt of ondergaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een keerkring?

A

Duidt de hoogst mogelijke breedte aan waarop de zon tijdens het jaar loodrecht boven het aardoppervlakken staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een oceaan?

A

Een grote watermassa tussen de continenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een zee?

A

Een zijarm van een oceaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een rivier?

A

Een natuurlijke waterloop, werkt als een afvoersysteem van overtollig water in een bepaald gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een stroom?

A

Een rivier die uitmondt in de zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de stand van de aarde op 21 maart?

A

De zon staat loodrecht op de evenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de stand van de aarde op 21 september?

A

De zon staat loodrecht op de evenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de stand van de aarde op 21 december?

A

De zon staat loodrecht op de Steenbokskeerkring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de stand van de aarde op 21 juni?

A

De zon staat loodrecht op de Kreeftskeerkring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de atmosfeer?

A

Een gaslaag rond de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de hydrosfeer?

A

Het gedeelte van de aarde waarin water voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de geosfeer?

A

Het gedeelte van de aarde waarin geen leven voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de biosfeer?

A

Het gedeelte van de aarde waarin leven voorkomt.

17
Q

Wat is de breedteligging?

A

De afstand van een plaats tot aan de evenaar.

18
Q

Wat is de lengteligging?

A

De afstand van een plaats tot aan de nulmeridiaan.