hfd 4 par 1 t/m 4 Flashcards

1
Q

ca. 1750

A

eerste machines en fabrieken in groot-brittanie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1815

A

koninkrijk der nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1848

A

grondwet van thornbecke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ca. 1860

A

begin industrialisatie nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1872

A

vakbondsvrijheid in nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1874

A

kinderwetje van houten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1894

A

oprichting SDAP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1919

A

algemeen kiesrecht in nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fabriek

A

bedrijf waar op grote schaal met machines producten worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

industrialisatie

A

de opkomst van productie in fabrieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

huisnijverheid

A

werk dat mensen thuis voor een ondernemer doen om wat extra geld te verdienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

industriele revolutie

A

grote verandering in west-europa door de komst van fabrieken en nieuwe vervoermiddelen aan het eind van de 18e en in de de 19e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

industriele samenleving

A

samenleving waarin industrie het belangrijkste middel van bestaan is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

massaproductie

A

met machines grote hoeveelheden van dezelfde producten maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

infrastructuur

A

alle wegen, spoorlijnen, waterwegen en andere verbindingen in een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

moderne tijd

A

de periode vanaf 1800

17
Q
A
18
Q
A