Hoe werkt seks? Flashcards

1
Q

Dokters en seks

A
  • Positieve seksualiteit = belangrijk voor QoL
  • Ziekte en/of handicap kunnen seksuele disfuncties of problemen geven
  • Seksuele klachten soms symptomen van ziekte
  • Seksuele problemen a.g.v. medisch handelen
  • Arts=vertrouwenspersoon= veilige plek om vragente stellen
  • Rol in signaleren van negatieve seksuele ervaringen in heden en verleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mannen dysfunctie

A

• 11 % heeft min. 1 disfunctie
• Voortijdige zaadlozing 3%
• Erectiestoornis 6%
o Risicogroep mannen > 70%, erectiestoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vrouwen dysfunctie

A
•	15 % heeft minimaal 1 dysfunctie
•	Seksueel verlangen 6%
•	Orgasme problemen 4%
• Lubricatieproblemen 6%
•	Dyspareunie 5%
o	Risicogroep: vrouwen < 25, 50% regelmatig pijn, 11% altijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Seks componenten

A
  • Plezier
  • Ervaring
  • Ook voortplanting
  • Seksualiteit wordt beïnvloed door de interactie van biologisch, psychologisch, sociaal, economisch, politiek, ethisch, wettelijke, historische religieuze en sprituele factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gezonde seksualiteit

A

• Verbonden met fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn
• Positief en respectvol
• Zonder dwang, discriminatie en geweld
• Rechten beschermd, gerespecteerd en gerealiseerd
o Goede voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biopsychosociaal model: invloeden

A
  • Biologisch: leeftijd, gezondheid, medicatie, leefstijl
  • Psychologisch: persoonlijkheid, psychische problemen, omgaan met seks, verwachtingen, normen en waarden
  • Sociaal: cultuur, religie, relatie en opvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychosomatische cirkel Bancroft

A
  • Begin met (taktiele) stimuli -> ruggenmerg -> limbisch systeem (emotiebrein)/cognitie of direct naar periferie -> gaat ook weer door naar hersenen
  • Je hebt negatieve en positieve feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Seksuele responscyclus fases

A

• Fysiologisch proces
• Verlangen/opwinding -> boven bepaalde orgasmedrempel: orgasme -> herstel
o De opwindingsdrempel ligt lager
• Het is niet aan/uit met opwinding, maar een heel proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opwinding en zin

A
  • Ervaring van seksuele opwinding en verlangen

* Seksuele stimuli -> opwinding -> seksuele actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Incentive motivation model: uitgangspunt

A

je hebt zin, omdat je seks hebt (dus eerst seksuele prikkel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Incentive motivation model: voorwaarden

A

o Intact seksueel systeem
o Stimuli met seksuele betekenis
o Mogelijkheid tot seksuele activiteit
• Je hebt ook positieve ervaring nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Genitaal vertekend lichaamsbeeld meisjes

A
o	Onbekendheid
o	Onzekerheid
o	Vergelijking media/porno
o	Asymmetrisch
o	Te grote labia minora
o	Vies (overmatige hygiëne)
o	Niet ‘van zichzelf’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nodig bij meisjes om lichaamsbeeld te positiveren

A

o Ontdekken, bekijken, masturbatie, correctie hygiëne, positief lichaamsbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Genitaal vertekend lichaambeeld jongens

A

o onzekerheid
o Prestatiedruk
o Vergelijking media/porno
o Te klein/krom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nodig bij jongens om lichaamsbeeld te positiveren

A

: acceptatie, zelfvetrouwen, positief lichaamsbeeld, richten op plezier/ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly