Hoofdstuk 12 Flashcards
leiderschap
uitoefening van invloed door 1 iemand
formele leider
iemand die autoriteit heeft gekregen door aanwijzing
informele leider
geen autoriteit, wel leiderschap, door bepaald talent
consideratie
gedrag dat aantoont dat de leider de ondergeschikten vertrouwt
initiatie structuur
gedrag van de leider dat zorgt dat het werk wordt gedaan
Fiedler’s theorie over leidersschapsstijlen
2 soorten leiders:
- relatie georiënteerd
- taak georiënteerd
Fiedler’s omstandigheden theorie van leiderschap
erkent dat effectiviteit van leiders wordt bepaald door de karakteristieken van leiders en de situatie waar ze zich in bevinden
- - Behandelt waarom bepaalde leiders effectiever zijn dan anderen, ook al hebben ze dezelfde capaciteiten
Minst geprefereerde medewerker schaal
leiders wordt gevraagd om de medewerker waarmee zij het minst goed samen kunnen werken te beoordelen
Hoe geschikt is de situatie ( hoe zeer laat de situatie het toe om begeleid te worden)?
- Relatie leider – medewerker
- Taakstructuur = de mate van werk die uitgevoerd moet worden is voor elke medewerker duidelijk
- Macht van de leider
octanten
In totaal 8 leiderschapsituaties
House’s route doel theorie
hoe leiders hun ondergeschikten kunnen motiveren om groepsdoelen en organisatiedoelen te bereiken, op een hoog niveau te presteren en de soorten gedragingen die ze vertonen om daarbij te helpen
effectieve leiders moeten 3 richtlijnen volgen:
- Bepalen welke uitkomsten ondergeschikten proberen te behalen op het werk
- Onderschikten belonen voor werk op hoog niveau op een manier die past bij de doelen die ze willen behalen
- Ondergeschikten laten geloven dat ze de werkdoelen kunnen bereiken en op een hoog niveau kunnen presteren
4 gedragingen die leiders kunnen uiten om ondergeschikten te motiveren
- Sturend gedrag
- Ondersteunend gedrag
- Deelnemend gedrag
- Prestatie georiënteerd gedrag; erop aandringen dat ondergeschikten hun best doen
Vroom en Yetton model
beschrijft verschillende manieren waarop leiders beslissingen kunnen nemen en geeft de leiders richtlijnen voor het beplen van de maten waarin ondergeschikten zouden moeten deelnemen in het maken van beslissingen
Deelname van ondergeschikten in besluitvorming:
Leiderschap vergroten
Geeft zekerheid dat ondergeschikten achter het besluit staan
Betere beslissingen
Ondergeschikten kunnen groeien in het vak en beter presteren
Kan tijd verliezen op discussie met ondergeschikten
Kan voor conflicten zorgen