Hoofdstuk 2 Flashcards
Long time no see !
Dat is lang geleden !
pub
het café
between
tussen
appointment
de afspraak
exam
het examen
on
op
Wednesday
de woensdag
weekend
het weekend
friend (girl)
de vriendin
friend (guy)
de vriend
to visit
bezoeken
next
volgende
week
de week
How are you ?
Hoe gaat het met je ?
boy
de jongen
Couldn’t be better.
Kan niet beter.
better
beter
How is it with you ?
Hoe is het met jou ?
busy
druk
indeed
inderdaad
to see
zien
to meet
afspreken
to wait
wachten
to get
pakken
agenda
de agenda
to look
kijken
day
de dag
time
de tijd
outstanding
uitstekend
do the greetings
de groeten doen
at
om
hour
het uur
later
later
sure
ja hoor
to dial a number
een nummer draaien
the telephone rings
de telefoon gaat
everything
alles
wonderful
geweldig
it’s going
het gaat
bad
slecht
not that good
niet zo goed
so
zo
at
aan
at the end
ann het eind
to work
werken
next/ coming
aanstaande
train
de train
calendar
de kalender
month
de maand
morning
de morgen
morning
de ochtend
in the afternoon
tussen de middag
afternoon
de middag
evening
de avond
night
de nacht
this morning
vanmorgen
this morning
vanochtend
this afternoon
vanmiddag
tonight
vannacht
this evening
vanavond
pojutrze
overmorgen
yesterday
gisteren
przedwczoraj
eergisteren
during the week
doordeweeks
homework
het huiswerk
special
speciale (speciaal)
meaning
de betekenis
because of
door
after
na
logical
logisch(e)
therefore
dus
to be known as
bekend staan als
reklama
de reclame
Christians
christelijke
white
witte
good
goede
silent
stil (stille)
tradition
de traditie
latest
laatste
saying
de uitspraak
some
sommige
Catholic
de katholiek
to eat
eaten
meat
het vlees
fish
de vis
full
wol
Are you coming with me ?
Gaan je me ?
when
waneer
Till when is the museum open ?
Tot hoe laat is het museum open ?
closed
gesloten