Hoofdstuk 2 Idioom Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q
  1. Dit boek is heel toegankelijk geschreven. Het is geschikt voor iedereen. (publiek)
A

voor een breed publiek=
geschikt voor iedereen

  1. Dit boek is heel toegankelijk geschreven. Het is voor een breed publiek geschikt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Als het zo hard regent, stroomt het regenwater aan alle kanten naar binnen. Je kunt er niets aan doen. (boksen)
A

Daar valt niet tegenop te boksen=
Je kunt er niets aan doen

  1. Als het zo hard regent, stroomt het regenwater aan alle kanten naar binnen. Daar valt niet tegenop te boksen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Toen de nietsvermoedende man op internet een laptop wilde kopen, werd hij slachtoffer van oplichting. (prooi)
A

vallen ten prooi aan iets=
het slachtoffer worden van iets

  1. Toen de nietsvermoedende man op internet een laptop wilde kopen, viel hij ten prooi aan oplichting.

de prooi=kurban
de oplichting=dolandırıcı

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Deze varkensboer gaat het helemaal anders doen. Hij stopt met het houden van varkens en begint een zorgboerderij met bed and breakfast. (het roer)
A

gooien het roer helemaal om=
gaat het helemaal anders doen

  1. Deze varkensboer gooit het roer helemaal om. Hij stopt met het houden van varkens en begint een zorgboerderij met bed and breakfast.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. In Nederland is eigenlijk geen ongerepte natuur meer. Elke vierkante meter is al minstens veertien keer veranderd. (de schop)
A

op de schop gaan=
veranderd worden

  1. In Nederland is eigenlijk geen ongerepte natuur meer. Elke vierkante meter is al minstens veertien keer op de schop gegaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

enthousiast zijn over iets

A

ergens voor gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

naast elkaar

A

zij aan zij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

iets wordt door veel mensen gedaan of gebeurt op veel plaatsen

A

op grote schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly