Hoofdstuk 3 Flashcards
1
Q
Baseren op
A
Steunen op, uitgaan van, uitgaan van
2
Q
De campagne
A
Openbare actie met een bepaald doel
3
Q
De conferentie
A
Lange vergadering over één onderwerp
4
Q
De cultuur
A
- Leefstijl van een samenleving
2. Verschillende vormen van kunst
5
Q
De ontheffing
A
Vrijstelling
6
Q
Recent
A
Kortgeleden, onlangs
7
Q
Het sanitair
A
Voorzieningen in de wc of douche
8
Q
Smeuïg
A
Smakelijk, levend, beeldig
9
Q
Wijdverbreid
A
Bij een grote groep mensen voorkomend
10
Q
De aard
A
Het karakter
11
Q
De allochtoon
A
Iemand die in een ander land geboren is
12
Q
De etiquette
A
Regels voor wat hoort en wat niet hoort
13
Q
Compact
A
Klein en handig, weinig ruimte innemend
14
Q
Niet tippen aan
A
Niet zo goed zijn als
15
Q
Lokaal
A
- Ruimte waarin onderwezen wordt
2. Plaatselijk, uit die plaats