Hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

taakontwerp

A

proces van verbinden van specifieke taken aan specifieke banen en beslissen welke technieken, gereedschappen en procedures gebruikt moeten worden om een bepaalde taak te kunnen vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

job simplification

A

opbreken van een baan in de kleinst mogelijke te identificeren taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

job specialisatie

A

toekennen van de uitvoering van kleine, simpele taken aan de werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

time en motion studies

A

exacte hoeveelheden tijd in kaart brengen en hoe je het beste een bepaalde taak kan uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nadelen van scientific management

A
  • nadruk ligt op de exintrieke motivatie van de werknemers
  • geeft werknemers het gevoel dat ze controle hebben
  • voelen zich deel van een grote machine
  • geen enkele mogelijkheid om zich te ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

job enlargement

A

takenpakket van de werknemer wordt uitgebreidt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

horizontale job loading

A

meer taken hebben, maar dezelfde grootte en verantwoordelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verticale job loading =

A

job enlargement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Herzberger’s motivator hygiene theorie

A

een werknemer wordt vooral gemotiveerd wanneer hij of zij tevreden is, hij of zij een bepaalde vorm van autonomie heeft en zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

baankenmerken model

A

richt zich op het identificeren van iegenschappen die de baan intrinsiek motiverend maken en de gevolgen van deze bepaalde eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

5 kerndimensies die de intrinsieke motivatie van de werknemers beïnvloeden

A
  1. variatie in vakkundigheid
  2. taak identiteit
  3. taak belangrijkheid
  4. autonomie
  5. feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

taak identiteit

A

in hoeverre iemand aan 1 ding werkt, van begin tot eind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

autonomie

A

in hoeverre de baan van de werknemer vrijheid en onafhankelijkheid biedt in het zelf plannen en hoe het werk wordt uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

job crafting

A

proces waarbij de werknemers hun taken, hun visie op taken en hun manier van interacteren tijdens het werk verzachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

job diagnostic survey

A

vragenlijst om de percepties van elke medewerker te meten op elke kerndimensie van hun baan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 individuele verschillen die de relaties tussen kerndimensies en psychologische gesteldheden en de relaties tussen de resultaten beïnvloeden:

A
  1. Growth-need strength = mate van belangrijkheid voor de werknemer dat de baan bijdraagt aan persoonlijke groei en ontwikkeling
  2. kennis en vaardigheden
  3. tevredenheid van de werknemer op hun werkomstandigheden
17
Q

sociale informatie verwerkingsmodel

A

informatie van andere mensen en informatie over het gedrag van de werknemer uit het verleden in van invloed op de percepties van de werknemer en op zijn of haar reactie op het taakontwerp

18
Q

social identity theory

A

hoe en waarom organisatorische doelen kunnen bijdragen aan de motivatie van de werknemers van een organisatie; mensen neigen ernaar om zichzelf in te delen in sociale categorieën, als leden van een bepaalde groep

19
Q

goal setting theory

A

moeilijke doelen > hogere motivatie en prestatie dan makkelijkere doelen

20
Q

3 stappen in het goal-setting proces waarin een manager et zijn/haar baas doelen vastlegt en evalueert in hoeverre de vorige afgesproken doelen zijn behaald:

A
  1. bepalen van het doel
  2. implementatie van de doelen
  3. hoe moet het doel bereikt worden?