Hoofstuk 2- Houtopbouw Flashcards

1
Q

Waaruit best een jong boomstengeltje/taklootje?

A

zacht weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vindt lengtegroei plaats?

A

door DELING en STREKKING VAN CELLEN aan de GROEITOP, die geleidelijk (afh van de functies) versch weefselfs gn vormen
Genoemd hout en bastweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat vormen hout en bast weefsel?

A

Een centraal gelegen HOUTLICHAAM, met daarom heen een KOKER van bastweefsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar ligt de Cambuim?
Wat is de Cambium?
Hoe verhout het?

A

tussen hout en bast
Het is een blijvend, dunwandig groeiweefsel.
-Door CHEMISCHE veranderingen en wordt harder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe vormt het Cambium weefsels?

Wat krijg je als gevolg hiervan?

A

naar binnen toe= houtweefsels
naar buiten toe= bastweefsels
Het stammetje/takje neemt toe in de DIKTE.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ontstn groeiringen?

A

In het HOUTLICH. en zijn voor het blote oog zichtbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer onstn jaarringen?

Geef 3 opmerkingen.

A

Als de groei jaarlijks een periode stagneert( iets dat beweegt stopt) door kaalstaan van de bomen.

  1. steeds opvallend
  2. niet waarneembaar
  3. komen voor i d tropen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe worden de vaten bij Loofhout genoemd? Wat houden ze in? Waarvoor dienen ze ?

A

Fijne porien, die in buizen i/d LENGTERICHTING v/d boom lopen + dienen voor watertransport v/d wortel naar de kroon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe worden de vaten bij Naaldhout genoemd? Waaruit bestn ze en dienen ze ? Waarnaar zijn ze gericht?

A

Mergstralen/hout- bestaan uit DUNWANDIGE cellen die dienst doen v transport en opslag van voedingstoffn i/horizontale richting.
Ze zijn gericht naar h/CENTRUM v/d stam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de hoofdmassa van loofhout?

A

langgerekte, naar verhouding dikwandige, a/d uiteinden toegespitste cellen v/hoogstens enkele millimeters lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat vormen de houtvezels? En wt verlenen ze?

A

Het eingelijke STEUNWEEFSEL. En verlenen d/ STERKTE a/h hout.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat de steunweefsel van de hoofdmassa v. naaldhout ? Wat houden ze in?

A

Uit TRACHEIDEN

  • zijn te vergelijkbaar met houzvezels
  • hebben grotere afmetingen
  • Dienen vr watertransport
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is kenmerkend vr de houtsoort? (3)

Waarmee moete er wel rekeneing gehouden worden?

A
  1. Vorm
    2.Groote en rangschikking v/d cellen en weefsels.
    3.dichtheid, kleur, geur, smaak enz. v/h hout.
    De VARIATIE in die eigenschappen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hte meest kenmerkend van hout?

Waarvoor kan men niet tevreden gesteld worden daarmee?

A
  1. Kopsvlak

2. voor het vaststellen van de houtsoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem nog 2 kenmerken voor het vaststellen v e houtsoort

Wat doen deze kenmerken?

A
  1. RADIALE doorsnede i/d richting v/d stralen
    2.TANGETIAAL vlak , loodrecht daarop, dus evenwijdig a/d groeizonen.
    Ze maken d/ HOUTHERKENNING gemakkelijker en betrouwbaar.
    Dat is identificatie en determinatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Naar welk boek worden mensen verwezen die belasting hebben voor het breder behandelen v/d houtopbouw en de houtherkenning?

A

h/ houthandboek: de Dienst van s’Lands Bosbeheer uitgegvn 1960.

17
Q

Wat is Draad?

In welke groepen wordt het onderscheiden?

A

het verloop v/d vezels t.o.v. de LENGTEAS van de boom.

  1. rechte draad
  2. golvende draad
  3. warrige draad
18
Q

Wat is kruisdraad?

Waarin wordt het onderscheiden?

A

SCHEVE draad, die telkens v/ richting wisselt.

  1. fijne
  2. matig fijne
  3. grove
19
Q

Wat is spinthout?

Noem 1 houtsoort dt ook op latere leeftijd h karakter v/ spint blijft behouden

A

het hout v/d jonge levende boom dat rijk is aan water en nog levende weefsels bevat. Zowel bij loofhout als naaldhout.
Soemaroeba

20
Q

Wat is kernhout?

A

Wordt door de meeste htsoorten gevormd na een tijd. Afh van d/ soort + v/ groeiomstandgh.

21
Q

Wat is verkerning?

A

is het nog afsterven van levende cellen

22
Q

Welke stoffen worden uit de Celinhoud gevromd?

A

Bepaalde stoffen vormen hieruit kleur- en looistoffn. Deze geven het verkernde hout een donkerder kleur + hoge duurzaamheid

23
Q

Wat wordt in de verkernde hout afgezet behalve kleur en looistoffen?
Hoe verstoppen de vaten van de celinhoud?

A

Onoplosbare minerale stoffen.

door VLIEZEN + andere VORMSELS

24
Q

Wat gebeurt er met h/ hout na de verkerning?

A

Het hout wordt dichter, zwaarder, sterker ondoorlatender, en gewoonlijk waterwrmer.
De natuurlijke duurzaamheid is groter.’
Spinthout is kunstmatig gemakkelijker te verduurzamen.

25
Q

Waaruit bestaat de boombast?

A

a) levende bastcellen en -weefsels a/d cambiumzijde

b) uit dode delen(schors) a/d buitenzijde van de boom.

26
Q

Wat gebeurt er wanneer bij het dikker worden van het hooutlihaam de bast niet kan meegroeien?

A

Het valt dan in fijnere of grovere delen af. ( afh v/d boomsoort)