Hoorcollege 4: politieke participatie & protest/sociale movements. Flashcards

1
Q
  1. Welke effecten kunnen volgens Andreas Schuck beinvloed worden door media effecten, zoals framing?
  2. Wat is een belangrijke defintie van politieke participatie?
A
  1. Media effecten hebben invloed op=
    - kennis (effect op wat mensen kennen over politiek)
    - meningen (media effect heeft invloed op meningen)
    - gedrag (media effect kan effect hebben op gedrag, maar moeilijk om te bereiken)
  2. By political participation we refer simply to activity that has the intent or effect of influencing government action – either directly by affecting the making or implementation of public policy indirectly by influencing the selection of people who make those policies.

Nederlandse vertaling= Het is een activiteit, dat een intent of effect heeft op het beinvloeden van overheid actie – of door direct affecten van het maken of implementen van de publiek policy. Indirect beinvloeden van een selectie van mensen die policy maken.
»> Bereik je door voting & policy.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat zijn voorbeelden van politieke participatie?

2. In welke verschillende twee groepen (versus) kun je de bovenstaande voorbeelden in indelen?

A
  1. Voorbeelden van politieke participatie=
    - Stemmen (naar stembus gaan)
    - Stemmen (echt stem uitbrengen)
    - Contacteren van publiek officieel / schrijven van een brief naar editor
    - Financiele contributie naar interest groepen (organisaties, zoals Greenpeace)
    - Campaign involvement (attending public events)
    - Frequentie van interpersonele discussie over politiek (mensen van jouw standpunt overtuigen)
    - Demonstratie deelnemen, petitie tekenen
    - Cooperatieve activiteiten, in groep involven of in organisatie activiteiten
    - Taxes betalen
    - Politieke mandates (intern, representatief, executive) (politici zelf zijn, als partijlid)

> > > Vandalism, corruptie, riots, terrorism = ook politieke participatie?

  1. Voorbeelden in twee groepen onderscheiden:
    - Actief VS passief participeren.
    - Vrijwillig VS onvrijwillig (geen keuze: tax betalen).
    - Conventional vs unconventional (campaigning vs protest).
    - Legaal vs illegaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Welke factoren bepalen of iemand politiek participeert of niet?
  2. Media heeft effect op politieke participatie, maar…
A
1. Factoren voor politiek participeren=
Hoofdfactor: 
- Opleiding
- Socio-economische status
Andere factoren:
- Leeftijd, geslacht, ras, locatie
- persoonlijkheid (spectators, gladiators, apathetic)
- Sociale kapitaal (norms and networks facilitating collective actions for mutual benefits’ (Woolcock, 1998)) = mensen hebben netwerken waarbij ze in contact zijn, en wanneer mensen veel betrokken zijn met organisaties, zullen ze ook meer betrokken zijn met politiek. 
> Zie aantekeningen voor model.
    • No agreement on a general direction of this effect.
    • Niet voor alle media
    • Hangt af van de definitie van politieke participatie
    • Het is gerelateerd aan nieuws media inhoud

> Hard nieuwskranten en TV (media) hebben een positief effect op politieke participatie, maar niet burgerlijke participatie, internet gebruik en entertainment TV heeft een zwakker effect op politieke participatie (Zhang & Chia, 2006). (Burgelijke participatie= niet-overheid en niet-electoral activiteiten dat de maatschappij concerns adresseert).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Wat wordt bedoeld met Slacktivisme?
  2. Wat is het kritiek voor slacktivisme?
  3. De media is heel belangrijk om jouw issue in de media te krijgen, maar protest groepen zijn politiek zwak, hoe komt dat?
  4. Welke drie functies/doelen bereiken sociale movements door middel van mass media (Gamson & Wolfsfeld zeggen dat mass media cruciaal is om iets te doen met je isse als protest groep).
A
  1. Slacktivisme= Slacker (de luilak) + activisme. = het steunen en betrokken zijn bij een issue of sociale cause. Het is virtually niet veel moeite die je doet om deel te nemen aan politieke participatie als participant.
  2. Vaak genoemd kritiek voor online activisme, zoals liken van online posts (op FB) of online tekenen van petities. Want het is heel makkelijk om bv. een post te liken, het heeft ook heel weinig effect. Maar mensen denken dat het wel effect heeft.
     Ze lijken meer nuttig voor de deelnemer bevrediging, een goedgevoel, terwijl het geen echte effecten heeft.
     Maar eigenlijk is het dan wel goed, wat sommige lijken de neiging te hebben om een beetje betrokken te zijn, bv. door geld te doneren, van de post die ze hebben geliked.
  3. -Poor on resources (middelen)
    - Geen directe toegang tot een politieke arena
    - Aandacht van politici en publiek = beperkt, media krijgt niet van iedereen de aandacht vandaar beperkt.
    - ‘Beggars at the policy gates’
  4. Functies:
    - Validation: bevestigen dat jouw issue matters.
    - Mobilization: mensen betrokken krijgen
    - Scope enlargement: betrokkenheid van andere partijen, groepen mensen krijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Welke twee problemen ondervinden sociale movements met media?
  2. Worden protest groepen/sociale movements wel in de media gedekt?
  3. En wanneer ze wel gedekt zijn, hoe worden ze in de media gedekt?
  4. Wat te doen hieraan?
A
  1. Twee problemen:
    - Getting covered in the first place (struggle over access), worden de protesten wel gedekt? 10% van de protesten worden gedekt door de media, terwijl 90% van de protesten wel gebeuren, maar niet gedekt worden door de media.
    - The way they covered (struggle over meaning). Hoe wordt het in de media gedekt? Wat schrijft de media?
  2. Acces: are they covered?
    - Niet echt
    - De strijd voor media aandacht is hard. Sommige nadelen/redenen waarom protesten niet in de media komen:
    - journalistic routines: no ‘protest’ beat (de basis standaarden die ze volgen, bv. politieke beat). Er is geen protest beat. Het is neiu tzo dat journalisten de protesten moeten volgen om aandacht te geven en hierover altijd moeten dekken.
    - limited resources (usually no large teams of spin doctors and andere media specialisten). > Minder toegang tot beleidmakers, weinig bronnen – weinig media toegang.
    - journalistic news values: set of elements, linked to the event that make events more newsworthy (bv. drama, conflict, negativiteit) > kan in jouw favour zijn.
  3. Vrij negatief.
    How are they covered (in de media, de protesten)?
    Protest paradigma= patroon hoe journalisten over protesten moet berichten.
    > Routine template, pattern of media coverage on protest & “criminalize, margnialize, deligitimize, trivialize & demonize.&raquo_space;> Niet intentioneel.
    > Dus vrij vast patroon, script. Er is een vast script, waarvan bepaalde aspecten in voorkomen, er is meer aandacht voor de actie zelf, spectakel, iv inhoud van de issue zelf.
    - meer aandacht voor events vergeleken met isse (episodic-thematic). Bv. zwarte piet blokkade van het verkeer, zo hebben ze wel mediadekking gekregen, meer aandacht voor event zelf, dan issue).
    - negatieve frames (crime, carnival: 100 mensen normaal gekleed, 3 mensne raar gekleed, dan worden die 3 mensen op de voorpagina gezet)
    - inclusion of public opnion (kleine minderheid)
    - quoting elite sources > bv. naar de burgermeester van Dokkum om te vragen of het protest wel echt toe is gestaan tegen Zwarte piet.

> > > Media coverage = (best negatief, geen goede dekking van de protest, de protest komt niet in zijn waarde) meer harmful than helpful.

  1. Wat te doen hieraan?
    Protest = meer viable benadering, je moet het soms doen om je issue naar voren te brengen. Exceptional gedrag helpt om aandacht te krijgen, maar maakt ook mensen dislike protesters.
    No attention vs bad attention.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat helpt om een protest in het nieuws te laten komen?

2. Sobieraj heeft kritiek op het volgen van deze regels hierboven, wat is haar kritiek?

A
  1. Wat helpt voor een protest om nieuws te worden?
    - Size matters > grotere groep? Dan wordt de protest sneller gedekt. Als je alleen met 5 mensen gaat demonstreren, dan krijg je niet zo snel nieuwsdekking.
    - Disruption > je doet het niet iets aardigs of verwachtelijk, je doet iets wat disrupted is, bv. holding up the traffic is disruptive = iets onverwachts, iets wat verstorend.
    - Symbolische actie > interessant en origneel genoeg om dekking te krijgen, symbolisch actie ‘coffin, they burry a person of an idea’.
    - Sterke organisaties (unions)
    - Weekend protest > andere momenten wanneer er geen politiek nieuws is, de druk naar de media is makkelijker te doen als er minder competitie is aan de mate van nieuwswaarde ipv doordeweeks als er belangrijk politiek nieuws is.

> > > Follow the impliciete regels van nieuwsmaking.

  1. Of niet de regels volgen: (sobieraj):
     Social movements en activists zijn heel vaak genegeerd door de media. Maar ze proberen heel hard om te doen wat politici doen (mediatraining, staged events), maar het helpt helemaal niet. De protesters (sociale bweging) zijn niet zo belangrijk als policiti voor journalisten.
     Focus op proces, niet op de uitkomst.
     Interviews, geen content analysis
     Journalisten willen dat protesters uniek zijn, speak from the heart, niet net als politici (staged events) doen, maar sociale bewegingen moeten geen scripted shows laten zien, maar echt authentiek zijn, natuurlijk en sincere. Niet pretenden dat je een politici bent.
Conclusie: Protest = a performance
• Aim = courting media attention 
• BUT: journalists are not happy if… 
• … they feel they are being used/tricked 
• … they cannot do their job
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zijn sociale media behulpzaam voor protest groepen/sociale movements om jouw issue naar voren te brengen?

A

Valenzuala en collega’s:
 Verschillende voordelen van Facebook en Twitter bepalen hoeveel het protest gedrag (van andere mensen) stimuleert. (get people involved)
 Facebook: wederkerige ‘friend’, ‘likes’ algorithm, langere post > effectieve communicatie met sterke banden. Wat je daar ziet is meer helpful, je krigjt meer social pressure, lange messages, en je ziet mensen die je kent involved, en dan voel je je meer engaged om mee te doen aan de beweging.
 Twitter: unidirectional ‘volger’, immediacy algorithm, korte messages > zwakke banden. Je volgt iemand en je heoft geen sterke band te hebben. Op facebook ben je iemands vriend, het is wederkerig, terwijl op twitter je iemand volgt en diegene hoeft jouw niet te volgen. Dus facebook heeft meer sterke banden. Het stimuleren van protest gedrag kan via deze sociale media worden gestimuleerd. Als je meer mensen involved wil, gebruik je twitter. Maar als je meer mensen dieper en sterker involved wil hebben, is Facebook beter om te gebruiken.
 Protest gedrag affected via verschillende routes:
- Facebook: sociale pressure/reinforcement strong ties
- Twitter: nieuwe informatie krijgen to weak ties.

CONCLUSIE= Verschillende manieren om facebook en twitter te gebruiken. Facebook: mensen die je kent, op twitter kun je zomaar mensen volgen, er is dus geen wederkerigheid. Het gebruik van sociale media heeft invloed op het protest gedrag. Positief verband van sociale media use en protest gedrag als je facebook en twitter gebruikt, maar op een andere manier gebeurd dit. Sociale druk voel je op Facebook > dan maar ook liken. Op twitter ken je mensen niet, dus is de kans groot nieuwe informatie over issues. Zelfde vriendengroep op facebook en denkt hetzelfde over de zwarte pieten discussie. Dus op twitter krijg je dan nieuwe perspectieven en meningen over het issue.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly