Interne geneeskunde Flashcards
Bij geleidingsstoornissen op een ECG heb drie types, namelijk:
Eerstegraads:
- Verlengd P-R interval
Tweedegraads:
- PR interval wordt steeds langer totdat QRS wegvalt
- PR interval heeft constante lengte maar QRS is soms weg
Derdegraads:
- Geen associatie tussen P-top en QRS complex
UIitstraling naar de linkeroksel is een teken van welke hartafwijking? (1)
Uistraling naar carotiden zijn een teken van (2)
1= Mitralisklepinsufficientie
2= Aortaklep stenose
Reumatische koorts is een aandoening waarbij fibrose is van (1). De directe oorzaak hiervan is (2). Grootste risicofactor is (3).
1= aortaklep of mitralisklep.
2= streptococcen infectie
3= uit een ontwikkeld land komen
Wanneer de bloeddruk tijdens inademing meer dan 10 mmHg valt noemen we dit (1). Dit is heftiger bij een (2; aandoening)
1= Pulsus Paradoxus
2= Pericarditis
Een hartspier die naar binnen groter wordt heet (1). Een oorzaak hiervan kan zijn (2).
Een hartspier die naar buiten groter wordt heet (3). Een oorzaak hiervan kan zijn (4)
1= concetrische hypertrofie
2= chronische hypeertensie
3= eccentrische hypertensie
4= aortaklep, of mitralisklep insufficientie
Bij obstructieve longziekte is er dit aan de hand in de longen (1). Hierbij is de (2; in/uit) ademing gestoord.
Op een spirometer zie je (3). Voorbeelden van obstructieve longziekte zijn (4).
1= een obstructie bij het uit ademen
2= uit; elasticiteit is verminderd
3= een kleine dikzak
4= astma, copd (emfyseem)
Bij restrictieve longziekte is er dit aan de hand in de longen (1). Hierbij is de (2; in/uit) ademing gestoord.
Op een spirometer zie je (3). Voorbeelden van restrictieve longziekte zijn (4).
1= er is een restrictie bij het inademen
2= in
3= lange dunne guy
4= longfibrose
Interne intercostaal spieren helpen bij (1)
Externe intercostaal spieren helpen bij (2)
1= uitademing
2= inademing
Wat is het verschil tussen nefrotisch en nefretisch syndroom?
Nefrotisch: Schade glomerulus proteinurie, hypoalbumenie, perifeer oedeem.
Nefretisch: Schade glomerulus door ontsteking, hematurie, hypertenise, oligurie (ziekte van Berger)
Een hypercortisolemie heet (1)
Een hypocortisolemie heet (2)
1= syndroom van Cusher
2= syndroom van Addison
In hormoonhuishouding is een:
- primaire stoornis?
- secundaire stoornis?
- tertiaire stoornis?
1= eindorgaan niveau
2= hypofyse probleem
3= hypothalamus probleem
Wat is de hormoonas voor cortisol?
Hypothalamus: CRH
Hypofyse: ACTH
Bijnier: cortisol
Wat is een kwalitatieve anemie en een kwantitatieve anemie?
Kwalitatief: Hb’s functioneren niet (sikkelcelziekte)
Kwantitatief: te weinig Hb’s (Thallasemie)
De hartspier haalt energie voornamelijk uit (1)
1= vetzuren
De ziekte die voornamelijk gerelateerd aan roken is, is (1). De spirometrische functie die voor diagnose gebruikt wordt is (2)
1= COPD
2= FEV