Kant Flashcards

1
Q

Uitgangspunten Kant

A
  • Scepticisme
  • Ambitie met de zelfde zekerheid de metafysica/ god te maken als de wiskunde
  • Hoe wordt dit bereikt?
  • Door de wiskunde haar raadsels te ontfutselen
  • Verschillen in smaakoordeel (= Uitgangspunt van Hume)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het schone

A

Het schone is verbonden aan het verstand. Verwijst naar kenbare, beschrijfbare en onder elkaar deelbare elementen
-> Schone heeft altijd te maken met de fysieke kenmerken van het kunstwerk, waarneembaar met de zintuigen
= doelmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het verhevene

A

Het verhevene is alles wat je niet onder controle kan krijgen. We kunnen het begrijpen maar niet beheersen, enkel ondergaan. Het kan nooit verbonden zijn met de zintuigen. Het streeft naar een totaliteit, het alles overtrefbare.
= Tegendoelmatig, eindeloos, vormeloos en direct afhankelijk van de rede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mechanische kunst

A

Vormen van kunst die uitgevoerd werden volgens een bepaald recept

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Esthetische kunst

A

De hoogste norm van het genie. Alle werken worden gedefinieerd door een oer moment. Het werk was er voordien nog niet. Bij een benadering komt het oermoment steeds weer naar boven. het kunstwerk is een vorm die autonomie heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het genie

A

Aangeboren aanleg die uitzonderlijk bij individuen kan worden waargenomen en waardoor, omdat wij als mens deel uitmaken van de natuur, de natuur de kunstregel voorschrijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarnemingssynthese

A
  • Geen gedetailleerde studie van de vorm
  • Globale synthese van wat de vorm als geheel ons te bieden heeft
  • Geeft ons een gevoel van welbehagen
  • Wordt beïnvloedt door het eigenbelang van de toeschouwer
  • Noodzakelijke verbinding van de toeschouwer met de vorm/ het voorwerp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is goed?

A
  • Iets is goed als het in verbinding staat met een doel, dat zelf uitdrukking is van de rede
  • Het goede is verbonden met aan een begrip
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschil van het goede met het schone

A

Voor wat schoon is, zijn geen begrippen nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly