Kenmerkende Aspecten Flashcards

1
Q
  1. Tijd van jagers en boeren
A

Tot 3000 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Jagers en verzamelaars
A
  • Nomadisch

* Ongeschreven bronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Ontstaan van landbouw
A
  • Midden-Oosten
  • 10 000 v.C.
  • landbouwrevolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Ontstaan van steden
A
  • Mesopotamië
  • 3500 v.C.
  • landbouwoverschot > nijverheid en handel
  • organisatie > koningen
  • administratie > schrift
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Tijd van Grieken en Romeinen
A

3000 v.C. - 500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wetenschappelijk denken & denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
A
  • Verschillende bestuursvormen
  • Athene > eerste democratie (6e eeuw v.C.)
  • Redeneren verstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Klassieke vormentaal Grieks-Romeinse cultuur
A

Romeinen namen griekse vormentaal over + voegden eigen elementen toe = klassiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Groei > Romeins rijk verspreidt Grieks-Romeinse cultuur in Europa
A
  • Wereldrijk (rondom middellandse zee)
  • Keizer (vanaf 100 v.C)
  • Romanisering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Confrontatie Romeinen & Germanen
A
  • Rijn als grens
  • 3e eeuw > west Romeinse rijk valt uiteen
  • 575 laatste west Romeinse keizer afgezet door Germanen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Tijd van Grieken en Romeinen
A

3000 v.C. - 500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Tijd van monniken en ridders
A

500-1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Verspreiding christendom In Europa
A
  • Ontstaan rooms-katholieke kerk
  • Monniken
  • Samenwerking politieke elite
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Ontstaan en verspreiding van islam
A
  • 7e eeuw
  • Arabië
  • Bloeiend rijk; tot aan Noord-Spanje & India
  • viel uiteen in 750
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Vervanging agrarisch-urbaan voor agrarisch; via hofstelsel en horigheid
A
  • Ondergang West-Romeinse rijk
  • Minder handel
  • Bescherming lokale machthebbers
  • Wederzijdse zekerheid; hofstelsel en horigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Feodale verhoudingen
A
  • Omstreeks 800
  • Frankische rijk Karel de Grote
  • Koning > leenheren
  • Politieke versnippering vanaf 9e eeuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Tijd van steden en staten
A

1000-1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  1. Opkomst handel en ambacht
A
  • herleven agrarisch-urbane samenleving

* duizenden steden (handel en ambachtslieden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  1. Opkomst stedelijke burgerij & toenemende zelfstandigheid steden
A
  • Edelen verleenden meer rechten in ruil voor geld > steden zelfstandiger
  • Grote aantrekkingskracht steden op platteland
  • Macht in handen van rijke elite van kooplieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
  1. Conflict wereldlijke en geestelijke macht
A
  • Tot 14e eeuw; vorsten volgens de kerk ondergeschikt aan paus
  • Investituurstrijd; benoeming bischoppen > paus won
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q
  1. Expansie christelijke wereld; Kruistochten
A
  • Einde 11e eeuw > Jeruzalem veroverd door christenen uit West-Europa
  • 12e en 13e eeuw > kruistochten om oosten middellandse zee te beschermen/veroveren
  • Europese handel bloeit op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q
  1. Begin staatsvorming & centralisatie
A
  • Franse & Engelse koningen vergoten hun macht; eigen leger, ambtenaren en landelijke rechtspraak > centraal bestuurde staat
  • Bourgondische hertogen > politieke eenheid Nederland
  • Duitse rijk bleef versnipperd
22
Q
  1. Ontdekkers & hervormers
A

1500-1600

23
Q
  1. Begin Europese overzeese expanse
A
  • 15e eeuw; Turks-osmaanse veroveringen belemmeren handel oostelijk middellanse zeegebied
  • Portugezen op zoek naar goud en specerijen; Afrika, Azië & Amerika
  • Spanje en Portugal stichten kolonies in Amerika
  • Einde 16e eeuw; Nederlanders, Engelsen & Fransen naar Oost-Azië; handelsposten
24
Q
  1. Veranderende mens- en wereldbeeld; renaissance en nieuwe wetenschappelijke belangstelling
A
  • Welvaart > verandering mens - en wereldbeeld in Italië rond 1350
  • Oudheid > inspiratie; plezierige kanten van het leven, belangstelling voor de wereld & kritische instelling op wetenschappelijk denken
  • Vanaf 1500 in Europa verspreid
25
Q
  1. Hernieuwde oriëntatie erfgoed klassieke oudheid
A
  • Wereldlijker en meer realistische schilder- en beeldhoudkunst
  • Toepassing klassieke bouwkunst
  • Studie klassieke teksten door humanisten
26
Q
  1. Protestantse Reformatie > splitsing christelijke kerk in West-Europab
A
  • Grote macht Roomse kerk
  • Groeiende kritiek hierop omstreeks 1500
  • Hervormers; zuiver geloof gebaseerd op de bijbel > Luther & Calvijn
27
Q
  1. Conflict in Nederlanden > stichting Nederlandse staat
A
  • Spaanse Koning Filips II was landsheer van de Nederlanden
  • 1568 Opstand Nederlanders onder leiding van Willem v. Oranje;
    Vanwege centralisatiepolitiek en vervolging van protestanten
  • 1581 Staten generaal (7 gewesten) zetten Filips II af
  • 1588 > Republiek der Verenigde Nederlanden
  • 1648 > Vrede van Münster (Nederland officiëel erkend)
28
Q
  1. Ontwikkeling eerste monotheïstische godsdiensten (Jodendom & Christendom)
A
  • Israël/Palestina

* Christenen vervolgd tot ca 400 v.C.; later staatsgodsdienst, andere godsdiensten verboden

29
Q
  1. Wetenschappelijk denken & denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
A
  • Verschillende bestuursvormen
  • Athene > eerste democratie (6e eeuw v.C.)
  • Redeneren verstand
30
Q
  1. Klassieke vormentaal Grieks-Romeinse cultuur
A

Romeinen namen griekse vormentaal over + voegden eigen elementen toe = klassiek

31
Q
  1. Groei > Romeins rijk verspreidt Grieks-Romeinse cultuur in Europa
A
  • Wereldrijk (rondom middellandse zee)
  • Keizer (vanaf 100 v.C)
  • Romanisering
32
Q
  1. Confrontatie Romeinen & Germanen
A
  • Rijn als grens
  • 3e eeuw > west Romeinse rijk valt uiteen
  • 575 laatste west Romeinse keizer afgezet door Germanen
34
Q
  1. Tijd van monniken en ridders
A

500-1000

35
Q
  1. Verspreiding christendom In Europa
A
  • Ontstaan rooms-katholieke kerk
  • Monniken
  • Samenwerking politieke elite
36
Q
  1. Ontstaan en verspreiding van islam
A
  • 7e eeuw
  • Arabië
  • Bloeiend rijk; tot aan Noord-Spanje & India
  • viel uiteen in 750
37
Q
  1. Vervanging agrarisch-urbaan voor agrarisch; via hofstelsel en horigheid
A
  • Ondergang West-Romeinse rijk
  • Minder handel
  • Bescherming lokale machthebbers
  • Wederzijdse zekerheid; hofstelsel en horigheid
38
Q
  1. Feodale verhoudingen
A
  • Omstreeks 800
  • Frankische rijk Karel de Grote
  • Koning > leenheren
  • Politieke versnippering vanaf 9e eeuw
39
Q
  1. Tijd van steden en staten
A

1000-1500

40
Q
  1. Opkomst handel en ambacht
A
  • herleven agrarisch-urbane samenleving

* duizenden steden (handel en ambachtslieden)

41
Q
  1. Opkomst stedelijke burgerij & toenemende zelfstandigheid steden
A
  • Edelen verleenden meer rechten in ruil voor geld > steden zelfstandiger
  • Grote aantrekkingskracht steden op platteland
  • Macht in handen van rijke elite van kooplieden
42
Q
  1. Conflict wereldlijke en geestelijke macht
A
  • Tot 14e eeuw; vorsten volgens de kerk ondergeschikt aan paus
  • Investituurstrijd; benoeming bischoppen > paus won
43
Q
  1. Expansie christelijke wereld; Kruistochten
A
  • Einde 11e eeuw > Jeruzalem veroverd door christenen uit West-Europa
  • 12e en 13e eeuw > kruistochten om oosten middellandse zee te beschermen/veroveren
  • Europese handel bloeit op
44
Q
  1. Begin staatsvorming & centralisatie
A
  • Franse & Engelse koningen vergoten hun macht; eigen leger, ambtenaren en landelijke rechtspraak > centraal bestuurde staat
  • Bourgondische hertogen > politieke eenheid Nederland
  • Duitse rijk bleef versnipperd
45
Q
  1. Ontdekkers & hervormers
A

1500-1600

46
Q
  1. Begin Europese overzeese expanse
A
  • 15e eeuw; Turks-osmaanse veroveringen belemmeren handel oostelijk middellanse zeegebied
  • Portugezen op zoek naar goud en specerijen; Afrika, Azië & Amerika
  • Spanje en Portugal stichten kolonies in Amerika
  • Einde 16e eeuw; Nederlanders, Engelsen & Fransen naar Oost-Azië; handelsposten
47
Q
  1. Veranderende mens- en wereldbeeld; renaissance en nieuwe wetenschappelijke belangstelling
A
  • Welvaart > verandering mens - en wereldbeeld in Italië rond 1350
  • Oudheid > inspiratie; plezierige kanten van het leven, belangstelling voor de wereld & kritische instelling op wetenschappelijk denken
  • Vanaf 1500 in Europa verspreid
48
Q
  1. Hernieuwde oriëntatie erfgoed klassieke oudheid
A
  • Wereldlijker en meer realistische schilder- en beeldhoudkunst
  • Toepassing klassieke bouwkunst
  • Studie klassieke teksten door humanisten
49
Q
  1. Protestantse Reformatie > splitsing christelijke kerk in West-Europab
A
  • Grote macht Roomse kerk
  • Groeiende kritiek hierop omstreeks 1500
  • Hervormers; zuiver geloof gebaseerd op de bijbel > Luther & Calvijn
50
Q
  1. Conflict in Nederlanden > stichting Nederlandse staat
A
  • Spaanse Koning Filips II was landsheer van de Nederlanden
  • 1568 Opstand Nederlanders onder leiding van Willem v. Oranje;
    Vanwege centralisatiepolitiek en vervolging van protestanten
  • 1581 Staten generaal (7 gewesten) zetten Filips II af
  • 1588 > Republiek der Verenigde Nederlanden
  • 1648 > Vrede van Münster (Nederland officiëel erkend)
51
Q
  1. Ontwikkeling eerste monotheïstische godsdiensten (Jodendom & Christendom)
A
  • Israël/Palestina

* Christenen vervolgd tot ca 400 v.C.; later staatsgodsdienst, andere godsdiensten verboden