Kinderopvang 2 Flashcards

1
Q

Proceskwaliteit

A

kwaliteit van de proximale interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Curriculum’ kwaliteit

A

inhoud van de interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Structurele kwaliteit

A

Groepskenmerken
Personeelskenmerken
Omgevingskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Organisatiekwaliteit

A

kwaliteit werkomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vier benaderingen

A

Verkleinen van risico’s (medisch, psychologisch
Individuele stimulering, positieve benadering
Gemeenschap & maatschappelijke functie
Kinderrechten (Verenigde Naties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vier basisdoelen – wettelijk verankerd

A

Bieden van een emotioneel veilige basis
Stimuleren van persoonlijke competenties.
Bevorderen van sociale competenties
Overdragen van waarden en normen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Curriculumkwaliteit punten

A
Motoriek en exploratie
Sociaal spel
Taal en geletterdheid
Tellen, meten
Wereldkennis, wetenschap & technologie.
Burgerschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dyadische sensitiviteit

A

voorspelt de gehechtheid van kinderen minder goed naarmate de groep groter is, groep-sensitiviteit heeft meer effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Marktlogica:

A

Winstoogmerk, klantgerichtheid, flexibiliteit, rechtsvorm BV of NV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Management logica:

A

Hiërarchisch allround management (vs. democratisch, pedagogisch leiderschap).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gemeenschapslogica:

A

Actieve outreach naar ouders, ouderbetrokkenheid, cultureel inclusief, samenwerking met partners in de buurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Professionele logica:

A

Continue professionele ontwikkeling, intercollegiale samenwerking, teamgerichte professionalisering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

derde pedagoog

A

manier waarop de ruimte is ingericht, het exploratiegedrag en de sociale interacties van kinderen beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Allocatie

A

het toedelen van leerlingen aan schooltypen op basis van capaciteiten en interesses → efficiëntie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kwalificatie

A

van de toekomstige beroepsbevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bevorderen van sociale gelijkheid

A

Het idee van de meritocratie.

17
Q

Geschiedenis

A

1806: eerste onderwijswet (christelijk).
1848: vrijheid van onderwijs in de grondwet.
1857: bijzonder & openbaar onderwijs.
1863: nieuwe wet middelbaar onderwijs.
1900: leerplicht t/m 12 jaar.
1968: Mammoetwet; 1985: basisschool; 1995: basisvorming; 2003: VMBO.

18
Q

Mammoetwet

A
Nieuwe onderwijstypen: HBS was er al, werd Atheneum, en samen met het Gymnasium tot VWO.
Brede scholengemeenschappen (VMBO t/m VWO).
Tweejarige brugperiode, ruime mogelijkheden voor opstromen en stapelen van diploma’s.
Objectieve toetsing (later: Cito Eindtoets Basisonderwijs).
19
Q

Interculturalisme:

A

Overeenkomsten benadrukken, zonder verschillen te negeren.

Overeenkomsten benutten om een gedeelde cultuur te definiëren

20
Q

Segregatie in het onderwijs

A

Negatieve effecten:
Minder positieve ‘peer learning’ effecten.
Lagere verwachtingen, self-fulfilling prophecies.
Minder interetnisch contact.
Cumulatie van achterstandsproblematiek.

Positieve effecten:
Identiteitsvorming, sociaal-emotioneel welbevinden.
Grotere inzet van school en leerkrachten om de kansen te vergroten.

21
Q

Brede (‘community’) scholen en integrale kindcentra

A

omvatten voorschoolse opvang en educatie, naschoolse culturele programma’s, huiswerkklassen, sport, zorg voor anderen in de wijk.

22
Q

Magneetscholen

A

: aantrekkelijk voor alle groepen door kunst- en cultuuraanbod.