Klinische Vraagstukken - Feb 2022 (2) Flashcards
Geef een omschrijving van ieder van de volgende waanstoornissen:
- Paranoïde waan
- Betrekkingswaan
- Beïnvloedingswaan
PARANOÏDE WAAN
- Waan dat iemand achtervolgd/tegengewerkt wordt.
BETREKKINGSWAAN
- Waan dat alledaagse gebeurtenissen een speciale betekenis hebben.
BEÏNVLOEDINGSWAAN
- Waan dat iemand van buitenaf wordt bestuurd.
Wat is het verschil tussen een illusionaire vervalsing en een hallucinatie?
Bij een illusionaire vervalsing is er sprake van een object in de werkelijkheid dat de basis is voor de waarneming. Bij een hallucinatie ontbreekt dit object.
Geef een omschrijving van de volgende begrippen:
- Confabulatie
- Simulatie
- Nagebootste stoornis
CONFABULATIE
- Geheugenvervalsing. Men probeert een antwoord te geven op een vraag waar hij/zij het antwoord niet meer op weet door amnesie.
SIMULATIE
- De patiënt doet alsof hij/zij in een bepaalde situatie zit/klachten heeft, terwijl hij/zij weet dat dit niet het geval is om zo een bepaald voordeel te behalen.
NAGEBOOTSTE STOORNIS
- Psychische aandoening, waarbij men zichzelf schade toebrengt om zodoende aandacht te krijgen. In tegenstelling tot simulatie gaat het hier dus om een psychische stoornis, waarbij er niet per se een materiaal voordeel op de voorgrond staat.
Differentieer tussen de verschillende parkinsonismen.
Multisysteematrofie (MSA)
- Autonome functiestoornissen
- Evt. met cerebellaire ataxie
Progressieve supranucleaire parese (PSP)
- Verticale blikparese
- Rigiditeit romp en nekspieren
Vascular parkinsonisme
- Alleen onderste extremiteiten aangedaan
- Loopstoornissen