KR Flashcards

1
Q

wat valt er onder het patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding

A

wat denkt de patiënt over zijn gezondheid in relatie met zijn huidige en toekomstige activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat valt er onder het patroon voeding/stofwisselingspatroon

A

inname vocht en voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat valt er onder het patroon van uitscheiding

A

= uitscheidingsfunctie van darmen, blaas en huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat valt er onder het patroon activiteiten

A

omvat het geheel van lichaamsbeweging, activiteiten, ontspanning, recreatie en vrijetijdsbesteding. Ook ADL-activiteiten vallen hieronder (wassen, kleden, boodschappen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat valt er onder het patroon slapen en rust

A

periodes van slaap, rust en ontspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat valt er onder het patroon cognitie

A

waarnemen, informatie verwerken, leren, denken een problemen oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat valt er onder het patroon zelfbelevingspatroon

A

Het zelfbelevingspatroon betreft de wijze waarop iemand zichzelf ziet (zelfbeeld/beleving eigen vaardigheden/gevoel van eigenwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat valt er onder het patroon rollen/relaties

A

bevat de belagnrijkste rollen en verantwoordelijkheden van de patiënt in zijn huidige levenssituatie en zijn familie/werk/gezin/sociale relaties met de daarbij horende verantwoordelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat valt er onder het patroon seksualiteit/voortplanting

A

seksuele relaties, seksualiteitsbeleving, en de (on)tevredenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat valt er onder het patroon stressverwerking

A

hoe gaat iemand met stress om (reserve, draagkracht, steun, coping-mechanismen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat valt er onder het patroon waarden/overtuigingen

A

bevat de waarden/normen/doelstellingen/overtuigingen waarop iemand zijn keuzes op basseert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het verschil tussen PES en PR

A

PES: probleem, etiologie, signs/symptoms
PR: probleem, risicofactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kan een NANDA-diagnose ontstaan

A
  1. clusteren
  2. etiologie
  3. aanvullend onderzoek
  4. mogelijk (hypothetische) NANDA diagnose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is EBP

A

evidence based practice (wetenschappelijk onderzoek)
- individuele patiënt
- theorie
- kwaliteit zorgverlener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly