M&M Flashcards

Flash voor toets

1
Q

De delta

A

Delta is een term die op verschillende manieren gebruikt wordt12345.
In de geografie is een delta een land tussen de stromen van een zich vertakkende riviermonding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De natuurramp

A

Een gebeurtenis met een natuurlijke oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De sedimentatie

A

Het proces waar de sedimenten bezinken en ophopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het slib

A

Slib is een met water verzadigd mengsel van kleideeltjes en fijn gewreven gesteenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De dijk

A

De dijk is een opgeworpen aarden dam of waterwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De droogmakerij

A

de droogmakerij is een land winning door een plan meer, van enz. Leeg te malen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het gemaal

A

Is een inrichting om water van een lager niveau naar een hoger niveau te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ontginnen

A

Het geschikt maken van woeste grond en voor bebouwing of landbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De polder

A

Is een door waterkering omgeven gebied waarvan de Waterstad kunstmatig geregeld kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De stuwwal

A

Is een rug in het landschap sie onstaan is doordat een gletsjer de grond heeft opgeduwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het veen

A

Het veen is een grondwoord die hoofdzakelijk bestaat uit gedeeltelijk vergane of verkoolde resten van bomen en planten met een vochthalte van meer dan 75%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het waterschap

A

Een waterschap is op basis van de Waterschapswet ingesteld openbaar lichaam dat in een bepaalde regio in Nederland tot taak heeft de waterhuishouding te regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Drieslagstelsel

A

Het landboumetode uit de vroegere middeleeuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de geestelijke

A

Een geestelijke is iemand die door een bepaalde religieuze wijding de bevoegdheid heeft gekregen om godsdienstonderricht te geven en/of bepaalde gewijde handelingen te verrichten en/of religieuze bestuursfuncties uit te oefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de heiden

A

Heiden betekent een ongodsdienstig mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de horige

A

halfvrije dienstman van een middeleeuws heer

17
Q

de monnik

A

Een monnik is iemand die zich om religieuze redenen afzondert, zich voegt bij een klooster of abdij en totale gehoorzaamheid aan zijn of haar religie nastreeft

18
Q

de edele

A

Een edele is iemand van adel, een adellijk persoon

19
Q

de keizer

A

Een edele is iemand van adel, een adellijk persoon

20
Q

de kerstening

A

Kerstening is het proces waarbij heidense volkeren zich, al dan niet massaal, tot het christendom bekeren

21
Q

het leenstelsel

A

Kerstening is het proces waarbij heidense volkeren zich, al dan niet massaal, tot het christendom bekeren

22
Q

de leenheer

A

Een leenheer was degene aan wie de leenman trouw zwoer in ruil voor veiligheid en werk.

23
Q

de leenman

A

Een leenman is iemand die van een landsheer onder bepaalde voorwaarden een goed in leen heeft ontvangen1

24
Q

de ridder

A

Een ridder is een soort soldaat in de middeleeuwen die in dienst is van een ander, bijvoorbeeld een koning, hertog of andere ridder

25
Q
A