MB HC 3 BS4 Flashcards

1
Q

wat is het verschil tussen endocrien en exocrien bij de pancreas

A

endocrien: uitscheiding binnen het lichaam
exocrien: uitscheiding naar buiten het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

vertel wat over de pancreas
- wat is het
- functie
- vormen

A

= alvleesklier
functie: afgifte klierproducten
- endocrien en exocrien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat doen beta- en alfacellen

A

betacellen = productie insuline
alfacellen = productie glucagon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat doet glucagon

A

versnelt synthese en afgifte glucose aan lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke cellen bevatten GEEN insuilne receptoren (4)

A
  1. neuronen
  2. rode bloedcellen
  3. dekweefselcellen in nierbuisjes
  4. epitheelcellen binnen spijsverteringskanaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vertel wat over de bloedsuikerspiegel
- opslag glucose
- functie insuline en glucagon
- hoe glucose naar cellen
- wat gebeurt er bij DM1

A

glucose kan worden opgeslagen in je spieren of in je lever (lever = glycogeen). Dit glycogeen ontstaat doordat insuline glucose om kan zetten in glycogeen. Glycogeen wordt door glucagon weer omgezet in glucose. Ook zorgt insuline ervoor dat glucose naar de cellen kan stromen, dit door kleine kanaaltjes aan te maken. Wanneer er geen insuline wordt aangemaakt (=diabetes mellitus type 1), blijft glucose in je bloedbaan. Hierdoor ontstaat er een hoeg bloedsuikerspiegel en ontvangen de cellen geen glucose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zetten glucagon en insuline om

A

insuline = glucose –> glycogeen
glycogon = glycogeen –> glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er bij een te hoge glucose spiegel

A

= insuline aanmaken
- glucosetransport verhoogd
- meer glucose opslag als glycogeen
- eiwitsynthese gaat omhoog
- vet synthese gaat omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er bij een te lage glucose spiegel

A

= glucagon wordt vrijgemaakt
- glycogeen –> glucose
- vetten worden afgebroken
- glucose wordt uit lever gehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vertel wat over diabetes in het algemeen
- wat is het
- symptomen
- diagnostiek
- complicaties

A

= endocriene ziekte met verstoorde glucosehuishouding met hyperglycemie als gevolg
symp: polyurine, polydipsie, moeheid, malaise, infectie gevoeligheid, visusklachten
- diagn: bloedglucose en urineonderzoek
- comp: cardiovasculaire aandoeningen, chronische nierschade, diabetische voet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vertel wat over DM1
- oorzaak
- risicofactoren
- complicaties
- preventie
- behandeling
- onderzoek
- educatie

A

= pancreas maakt geen insuline aan
- risi: genen, virussen en auto-immuunziekten
- comp: blindheid, nierfalen en hart- en vaatziekten
- prev: niet mogelijk
- behan: insuline via pomp/pen
- onderz: alvleeskliertransplantatie en kunstalvleesklier
- edu: insuline, voeding en beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vertel wat over DM2
- oorzaak
- risicofactoren
- preventie
- behandeling

A

= pancreas maakt te weinig insuline aan/werkt niet goed meer
- risi: familie, hogere leeftijd, cardometabool risico (overgewicht, hypertensie)
- prev: gezond eten, voldoende beweging, stress vermijden, voldoende slapen
- behand: educatie, leefstijladvies, orale antidiabetica, insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vertel wat over GDM
- wat is het
- risicofactoren
- behandeling
- risico’s meebrengt

A

= tijdens zwangerschap heeft het lichaam meer insuline nodig om suiker uit de voeding te verwerken (dankzij zwangerschapshormonen). Wanneer de pancreas deze verhoogde vraag naar insuline niet meer aankan, is er sprake van gestationele DM
- hoge bmi, miskraam, erfelijkheid, etnische groepen
- behand: dieet/beweegadvies en insuline
- risico: hoog geboortegewicht en DM2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vertel wat over ontregelde diabetes; hyperglycemie
- oorzaken
- symptomen
- behandeling

A
  • oorz: onbehandelde diabetes, disbalans medicatie/voeding, onvoldoende activiteit
  • symp: moeheid, slaperig, vaak plassen, droge tong
  • behan: water drinken, bewegen, insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vertel wat over ontregelde diabetes; hypoglycemie
- oorzaken
- symptomen
- behandeling

A
  • oorz: te veel insuline gespoten, weinig gegeten, veel bewegon
  • symp: concentratiestoornissen, verwardheid, onrust, dubbelzien
  • behan: snelle+langzame koolhydraten, glucagon im, glucose iv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke 3 soorten coma’s kunnen ontstaan bij diabetes

A
  1. hyperglycemisch coma
    - hypoglycemische coma
    - keto-acidotische come (DM1)
16
Q

vertel wat over keto-acidotische coma
- oorzaak
- symptomen
- bloedonderzoek
- urineonderzoek
- behandeling

A

oorz: te weinig insuline om glucose om te zetten in brandstof
- symp: vieze adem, veel plassen, droge mond, dorst, uitdroging, hypotensie
- bloedond: verhoogde glucose en lage kalium
- urine: hoge glucose en hoge ketonen
behan: vocht, insuine iv en kaliumsuppletie

17
Q

vertel wat over hyperglycemische coma
- oorzaak
- symptomen
- behandeling

A
  • oorz: uitdroging bij hoge bloedglucose
  • symp: veranderd bewustzijn, uitdroging, epileptische aanval
    -behand: vocht iv, insuline, elektrolyten monitoren
18
Q

vertel wat over hypoglycemische coma
- oorzaak
- symptomen
- behandeling

A
  • oorz: te veel insuline gespoten/te weinig glucose in bloed
  • symp: veranderd bewustzijn, oppervlakkige ademhaling en verhoogde speirspanning
  • behand:. infuuse met glucose, injectie glucagon