MB HC 4 BS 4 Flashcards

1
Q

vertel wat over botten
- latijn (botten en botcellen)
- functies (5)

A
  • ossa, osteocyten
    1. ondersteuning
    2. opslag (Ca, P, vet)
    3. vorming bloedcellen
    4. bescherming
    5. beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke soorten beenderen zijn er (4)

A
  1. lange/pijp beenderen
  2. platte beenderen
  3. korte beenderen
  4. onregelmatige beenderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vertel wat over de opbouw van beenweefsel

A
  1. kalkzouten
  2. collagene weefsels
  3. periost
  4. substantia compacta
  5. substantia spongiosa
  6. mergholte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vertel wat over kalkzouten in botweefsel

A
  • Ca en P zorgen voor harde en breekbare structuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vertel wat over periost in botweefsel

A

zeer pijngevoelige en bloedvatenrijke buitenbekleding van botweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vertel wat over substantia compacta in botweefsel

A

buitenkant; lopen bloedvaten doorheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vertel wat over substantia spongiosa in botweefsel

A

binnenkant; gevuld met beenwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vertel wat over de mergholte in botweefsel

A

geel beenmerg = vet
rood beenmerg = rode bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vertel wat over de opbouw van compact beenweefsel

A
  1. centrale kanalen
  2. verbindingskanalen
  3. lamellen
  4. osteonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vertel wat over de centrale kanalen in compact beenweefsel

A

hierdoorheen lopen bloedvaten. deze voorzien het bot van zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vertel wat over bothomeostase
- wat is de homeostase
- bot afbraak
bot opbouw

A

= evenwicht tussen botopbouw en botafbraak
- botafbraak = osteoclasten
botopbouw = osteoblasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe helpen beweging, zonlicht en vitamine D bij botopbouw

A

zonlicht: activeert hormonen in de huid waardoor het lichaam het in vitamine D kan omzetten
vitamine D: zorgt voor opname Ca
beweging: door beweging ontstaat een trekkende beweging aan de spieren van de botten en in combinatie met de zwaartekracht zorgt dit voor activatie van de osteoblasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is osteoblasten

A

= botopbouw; aanvoer calcium, vitamine D, hormonen en belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vertel wat over osteopenie
- 30 jaar
- 45 jaar
- gevolgen

A

= normaal proces van veroudering van het botkwaliteit
- tot iemand 30 jaar is worddt er meer bot aangemaakt van afgebroken
- 45 jaar: meer botafbraak dan botopbouw
- botten wordten brozer en botdichtheid neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vertel wat over osteoporose

A

= ziekte; proces van botontkalking gaat sneller dan bij leeftsijdsgenoten. hierbij neemt de botdichtheid af en breken ze sneller/inzakken ze sneller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vertel wat over botverbindingen
- waar zorgen ze voor
- 3 soorten

A

zorgen voor stevigheid en flexibiliteit
1. synartrosen
2. amfiatrosen
3. diartrosen

17
Q

vertel wat over synartrosen

A

botverbindingen zijn aan elkaar vergroeid

18
Q

vertel wat over amfiatrosen

A

botverbindingen met een beetje beweging

19
Q

vertel wat over diartrosen

A

botverbindingen met beweging (synoviale gewrichten)