MB KL BS4 Flashcards

1
Q

vertel wat over atherosclerose
- wat is het
- risicofactoren
- gevolgen
- preventie

A

= aderverkalking; ophoping van cholesterol, ontstekingscellen en kalk in de wand van aderen
- roken, hypertensie, dislipidemie, weinig beweging, overgewicht en genen
- bloedvaten vernauwen/sluiten af, stolsel zorgt voor herseninfarct
- niet roken, bewegen en gezond eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vertel wat over de 2 vormen cholestrerol

A

LDL: slechte; blijft plakken aan wanden van bloedvaten
HDL: goede; ruimt vetdeeltjes op in bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

omschrijf de volgende begrippen
1. trombose
2. trombus
3. embolus
4. embolie

A
  1. ongewenste stolling in bloed
  2. stolsel in bloedvatwand
  3. logeraakte stolsel in bloed
  4. embolus die in een bloedvat blijft steken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe noemen we een embolus in de longen en in de hersenen en de routen

A

longembolie benen naar longen
CVA boezem naar hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waardoor kunnen trombose ontstaan

A

atherosclerose, trage bloedstroom, verandering samenstelling bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef voorbeelden van problemen die kunnen ontstaan bij sensoriek en motoriek

A
  1. armen en benen niet meer gewenste houding krijgen
  2. gevoelensstoornissen
  3. apraxie (doelgerichte bewegingen lukken niet meer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geef voorbeelden van problemen die kunnen ontstaan bij waarneming

A
  1. gezichtsveld verdwijnt
  2. agnosie (niet meer herkennen)
  3. ruimtelijke waarneming achteruit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef voorbeelden van problemen die kunnen ontstaan bij spraakstoornissen

A
  1. woorden niet meer kunnen vinden
  2. veel praten wat nergens op slaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe loopt de kleine bloedsomloop

A

Rechterhartkamer –> longslagader –> longen –> longader –> linkerhartkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe loopt de grote bloedsomloop

A

Linkerhartkamer –> lichaamsslagader (aorta) –> organen –> adres –> rechterhartkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de gevolgen van ouder worden op het skelet (2)

A
  1. botten worden dunner door verlies van calcium
  2. skelet wordt poreuzer
    = sneller breken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is osteoporose
- oorzaak
- risicofactoren
- verschijnselen
- diagnostiek
- behandeling

A

= ziekte; proces van botontkalking gaat sneller dan bij leeftijdsgenoten. Door deze botontkalking neemt de botdichtheid af en vergroot dit de kans op botbreuken/inzakkingen
- oorz: verstoord even wicht botaanmaak en bot afbraak
- risi: leeftijd, geslacht, genen, te snelle schildklier
- verssch: pijn
diag: meten botdichtheid (DEXA)
beh: medijcnen remmen botafbraaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vertel wat over fracturen
- wat zijn het
- symptomen
- behandeling

A

breuk in bot
- pijn, bloeduitstorting, zwelling, niet beweegbaar
- gips/niet/operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly