Sales Flashcards

1
Q

Wat is bij een B-klant anders dan bij een D-klant?

A

De DMC duurt bij een B-klant vaak langer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 kwalitatieve horen bij de klantenpiramide

A

Imagoreferentie
invloed van de klant
paseenheid bij de strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 kwantitatieve horen bij de klantenpiramide

A

groeipotentieel
winstmarge
omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In de klantrelatiecyclus wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende fasen in de relatie met de klant. Hoe wordt de receive-fase ook wel genoemd?

A

De receive-fase wordt ook wel ‘onboarding’ genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uit welke 4 vragen bestaat het waardeklaverbladmodel?

A
  1. wat willen we
  2. Wat doen andere niet
  3. Wat willen de klanten?
  4. Wat kunnen we?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een longlist?

A

dit is een lijst waarin de potentiële leveranciers staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prospect is?

A

een potentieel klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekend Opt-in?

A

Bij opt-in heeft de eigenaar van een e-mailadres expliciet en aantoonbaar toestemming gegeven voor het ontvangen van e-mail van een bepaalde mailinglist. De e-mailberichten zijn gewenst, in tegenstelling tot spam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie van de verschillende soorten social sellers komen er voornamelijk informatie halen en doen dit vrij gestructureerd?

A

Social miners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar staat SSI voor?

A

Social Selling Index

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel bij een koude acquisitie?

A

Hierin wil je als verkoper een eerste afspraak verkopen..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is cold canvassing?

A

Dit is een directe manier van verkopen. Iemand belt direct aan en verkoopt meestal simpele producten/diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke is juist?

  • E-mailmarketing is goedkoop maar kent een lage attentiewaarde.
  • E-mailmarketing is goedkoop en kent een hoge attentiewaarde.
A

E-mailmarketing is goedkoop maar kent een lage attentiewaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wordt de koude acquisitie door de hunter of farmer gedaan?

A

koude acquisitie wordt door een hunter gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gebruiken social miners sociale media om informatie te halen en doen ze dit vrij gestructureerd?

A

Nee: Social miners gebruiken social media vooral om .informatie. te brengen en doen dat vrij gestructureerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Social selling:

Waar kijk je bij de stap ‘structure’ naar?

A

In de stap ‘Structure’ kijk je op het niveau van je team/afdeling naar de social selling-activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat bedoelen we met New business development

A

Het leggen en managen van relaties met potentiële klanten wordt binnen sales vaak aangeduid met een bepaalde term, New business development.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Treacy en Wiersma hebben onderzoek gedaan hoe je als bedrijf verschillende waarde kan toevoegen.
Welke 3 manieren zijn dit?

A
  1. Customer Intimacy
  2. Operational Excellence
  3. Product leaderschip
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat bedoelen we met Customer Intimacy?

A

Het centraal stellen van een klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat bedoelen we met Operational Excellence?

A

Hierin zet je de kwaliteit van je dienstverlening centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat bedoelen we met Product leaderschip?

A

Hierin zet je de kwaliteit van je producten en/of diensten centraal.

22
Q

Welke onderdelen behoren tot het sales to order-proces?

A

Salesfunnel management en lead generation zijn beide onderdeel van het sales to order-proces.

23
Q

Wat doet een farmer?

A

Farmers worden vaak getypeerd als verkopers die goed zijn in het leggen van nieuwe contacten.

24
Q

Wat is een waardepropositie

A

Een waardepropositie is een waardevolle statement met betrekking tot de tastbare gevolgen die de klant realiseert wanneer hij jouw producten of dienst gaat gebruiken.

25
Q

Bij welke koopmotieven horen deze:

  • kosten verlagen
  • kosten vermijden
  • inkomsten verhogen?
A

Gewin

26
Q

waarvoor staat JOP-principe?

A

Jezelf
Organisatie
Product

27
Q

Wat zijn de 6 overtuigingsprincipes van Cialdini?

A
Wederkerigheid
Commitment en consistentie
sociale bewijskracht
sympathie
autoriteit
schaarste
28
Q

Geven en nemen is een van de overtuigingsprincipers van Cialdin. Welke?

A

Wederkerigheid

29
Q

Wat hoort volgens de Cialdini principe’s bij de onderliggende factor gelijksoortigheid?

A

Sympathie

30
Q

Waar staat AIDA voor?

A

Attention
Interest
Desire
Action

31
Q

Hoe noemen wij een voorspelling voordat wij weten dat wij dat product nodig denken te hebben. Denk aan hoe Apple werkt. Geen cd-rom spellers meer terwijl wij het nog gebruikten.

A

Dit noemen we predictive analytics.

32
Q

Wat bedoelen wij met modified buy?

A

Je hebt deze product of dienst al eens eerder gekocht

33
Q

Wat zijn de 4 criteria van Vendor rating?

A

Prijs
kwaliteit
levering/logistiek
service

34
Q

Wat doet een initiator in een DMU?

A

Neemt het initiatief voor de aanschaf van een product of dienst

35
Q

Wat doet een gatekeeper binnen de DMU?

A

Deze beheert de informatiestromen tussen de (potentiële)leveranciers en de verschillende DMU leden.

36
Q

Wat doet een coach binnen de DMU?

A

Deze fluistert de leverancier waardevolle tips in betrekking tot het besluitvormingsproces.

37
Q

wat betekent suspect?

A

potentiële klant

38
Q

wat betekent prospect?

A

potentiële klant waarvan je weet dat er interesse is

39
Q

Wat betekent Lead Nuturing?

A

het verzorgen van je potentiële klant, je probeert hem warm te houden en/of te motiveren.

40
Q

Wanneer ontstaat de awareness set?

A

De ‘awareness set’ ontstaat wanneer een klant na het opstellen van de specificaties op zoek gaat naar mogelijke leveranciers

41
Q

Wat betekent de modus even keel?

A

De modus Even Keel betekent dat het inkopende bedrijf zich in een moeilijke periode bevindt.

42
Q

RFM staat voor?

A

Recency;
Frequentie;
monetary value.

43
Q

Waar bedoelen we met monetary value?

A

welke bedrag besteedt een klant gemiddeld per transactie/periode.

44
Q

Waar staat de afkorting CLV voor?

A

Customer lifetime value

45
Q

Hoe wordt de receive fase ook wel genoemd?

A

Onboarding

46
Q

Imagoreferentie hoort bij welke criteria?

A

Kwalitatieve criteria

47
Q

Winstmarge hoort bij welke criteria?

A

Kwantitatieve criteria

48
Q

wat betekent Rayon?

A

regio

49
Q

wat zijn de 4p’s van een account manager?

A

Passant
profiteur
potentiële wegloper
partner

50
Q

hoe groot zijn de D klanten?

A

klein

51
Q

Verra beschrijft zeven functies van accountmanagemen, welke zijn dit?

A
sales
relatiemanagement
projectmanagement
matrixmanagement
interne marketing
ondernemerschap
leerproces