Sk 3.1 Flashcards
Macro- en microniveau
1
Q
Hoe noem je stoffen die je kunt waarnemen met je zintuigen ?
A
Het macroniveau
2
Q
Wat beschrijft het microniveau van stoffen ?
A
De kleinste deeltjes van een stof. Alles op het niveau van atomen en moleculen
3
Q
Hoe zitten de moleculen in een vaste stof ?
A
In een vaste stof zitten de moleculen dicht op elkaar gestapeld en trillen op hun plaats
4
Q
Hoe zitten de moleculen in een vloeistof ?
A
In een vloeistof bewegen de moleculen langs elkaar
5
Q
Hoe zitten de moleculen in een gas ?
A
In een gas bewegen moleculen ver uit elkaar
6
Q
Van wat zijn moleculen opgebouwd ?
A
Atomen
7
Q
Uit wat bestaat een zuivere stof?
A
uit allemaal dezelfde deeltjes
8
Q
De meeste stoffen bestaan uit….
A
moleculen
9
Q
A