Slaap en biologische ritmes Flashcards

Wat is slaap, waarom slapen we en wat kan er mis gaan bij een verstoorde slaap?

1
Q

Geef hun uitleg:
* Alfa-golven
* Bèta-golven
* Theta-golven
* Delta-golven
* Event-Related Potentials (ERPs)
* P300
* K-complexen
* Slaapspoelen

A
  • Alfa-golven: Signaleren ontspanning en inactiviteit van de hersenen.
  • Bèta-golven: Geassocieerd met alertheid en actieve mentale toestanden.
  • Theta-golven: Komen voor tijdens dromen en diepe ontspanning.
  • Delta-golven: Verbonden met diepe slaap en herstelprocessen
    .
  • Event-Related Potentials (ERPs): Specifieke hersenreacties op externe stimuli, zoals geluiden of visuele prikkels.
  • P300: Een positieve golf die optreedt ongeveer 300 milliseconden na het presenteren van een onverwachte stimulus. Het wordt vaak gebruikt bij cognitieve taken.
  • K-complexen: Grote negatieve EEG-golven die voorkomen tijdens niet-REM-slaap, met name in de overgang tussen slaapstadia.
  • Slaapspoelen (Sleep Spindles): Korte uitbarstingen van hogefrequentieactiviteit tijdens niet-REM-slaap, gekoppeld aan geheugenconsolidatie en slaapkwaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef het verloop van de slaapstadia

A
  1. Ogen sluiten: toename alfa
  2. NREM1: begin Theta
  3. NREM2 (na kwartier): K-complexen en slaapspoelen (nog niet de ervaring te slapen)
  4. SWS/NREM3 (na kwartier): begin Delta (moeilijk gewek bv; geluidt, moeilijk ontwaken bv; groggy)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef het verloop van een typische nacht

A

4 à 5 cycli
SWS steeds korter
REM, NREM2 steeds langer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functie van de extratriate cortex bij REM slaap?

A

visuele hallucinaties bij dromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie van de primaire visuele en prefrontale cortex in slaap?

A

vrijwel onaanwezig want geen input van ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke delen van de slaapcyclus worden gerecupereerd bij slaap rebound?

A

SWS en REM en in mindere mate NREM1 en 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vul aan: Hoe meer actief een bepaald hersengedeelte overdag, hoe meer…

A

deltagolven en hoe minder minder metabolisme tijdens SWS, maar hoe meer SWS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van slaap?

A
  • geheugen consolidatie
  • verwijderen van vrije radicalen
  • maar enkel indien REM EN SWS: beter cognitieve prestaties
    REM: consolidatie non-declaratief geheugen
    SWS: consolidatie declaratief geheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de neurale controlesystemen van slaap

A

meer dutjes overdag = minder SWS in de nacht, minder adenosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de neurale controlesystemen van waakzaamheid

A

Bevorderen allemaal waakzaamheid:
* Acetylcholine: (Ondersteunt REM-slaap.)
* Noradrenaline: volgehouden aandacht.
* Serotonine: Reguleert stemming (behavioral dispair bij ratten), eetlust en slaap en Betrokken bij de regulatie van slaapstadia.
* Histamine
* Orexine (hypocretine): Exiciteert vrijwel alle waaksystemen en Tekort kan narcolepsie veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de neurale controlesystemen van slaap-waak overgangen

A
  • Homestase (slaapschuld)
  • Allostase (stress)
  • Circadiaans (ritmisch)

orexinerg systeem:
* inhibitie door vlPOA: drempelwaarde adenosine overschreden > FLIPFLOP switcht (homeostase)
* excitatie door honger, inhibitie door verzadiging (allostase)
* excitatie tijdens dag (circardiaans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de neurale controlesystemen van REM-transitie

A
  • REM-ON: sublaterodorsale nucleus
    (inhibitie: vlPOA, excitatie: orexine, noradrenamine, sesrotonine)
  • REM-OFF: periaquaductale grijze stof
    (excitatie: orexine, noradrenaline, serotonine)
  • reciproke inhibitiet : GABA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functie van de nucleus suprachiasmaticus

A

regelmatig slaap- en waakgedrag, a.d.h.v. een eigen circadiaans ritme.
Ze maken in constante tijdsintervallen EW, bij overschrijding drempelwaarde intrusie celkern, inhibitie verdere aanmaak tot opgeruimd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly