Thema 13 Motivatie Flashcards

1
Q

Wat is motivatie?

A

Het is een prikkel die je hebt of krijgt, waardoor je iets wel of niet wilt doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is intrinsieke motivatie?

A

Dat betekend dat de prikkel, die ervoor zorgt dat je iets wilt doen, vanuit jezelf komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is extrinsieke motivatie?

A

Dat wil zeggen dat de prikkel om iets wel of niet te doen niet vanuit jezelf komt, maar beïnvloed wordt door zaken er buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verwachtingstheorie van Vroom?

A

Gaat er vanuit dat mensen gemotiveerd zijn als de uitkomsten van de dingen die ze doen, aansluiten bij de verwachtingen die ze erbij hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De theorie van Vroom?

A

M:motivatie E:verwachting I:instrumentaliteit V: waardering
Betekenis:
- kan ik mijn doel bereiken?
- welke beloning levert het mij op als ik het doel bereik?
- hoe belangrijk is de beloning voor mij?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Attributietheorie is?

A

De manier waarop mensen hun gedrag verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interne attributie?

A

Dat wil zeggen dat je verantwoordelijkheid neemt voor je eigen gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Externe attributie?

A

Dan leg je de oorzaak van je gedrag altijd buiten jezelf. Dan komt de oorzaak dat je iets niet hebt gedaan door een ander, waardoor je iets niet hebt kunnen uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de drie dimensies?

A
  • locatie: interne of externe oorzaak, vaak een mix van verschillende oorzaken.
  • duur: is die tijdelijk of permanent? Gokspel is geluk, kind goed in rekenen is permanent.
    Beheersbaarheid: sommige dingen heb je zelf in de hand, andere kan je niet beïnvloeden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Attributiefout?

A

Als een kind vervelende gebeurtenissen steeds intern attribueert en leuke dingen extern. Mensen hebben dan een verkeerd beeld van zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is doel oriëntatie theorie?

A
  • presentatiedoel: richt zich op het behalen van een goed eindresultaat.
  • leerdoel: richt zich meer op het leerproces dan op het resultaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is coachen?

A

Coachen wil zeggen dat je kinderen begeleidt bij het halen van doelen die ze zelf hebben gekozen.
- contact maken, doel bepalen, vragen stellen, opties onderzoeken, concrete afspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de zelfdeterminatietheorie?

A

Volgens deze theorie hebben mensen relatie, autonomie, en competentie nodig om gemotiveerd aan het werk te gaan.
- relatie
- autonomie
- competentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly