verbin. H1 t/m H3 Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 rechtsbronnen?

A
  1. Verdrag
  2. Wet
  3. Jurisprudentie
    $. Gewoonterecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is jurisprudentie?

A

Uitspraken van rechters

  • Rechtbank–> vonnis
    -Gerechtshof–> arrest
  • Hoge Raad–> arrest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is gewoonterecht?

A

Gewoonterecht zijn ongeschreven regels.
Het geldt als een bepaald gebruik, waarvan men vindt dat het juridisch zo hoort, een zekere tijd voortduurt.

bv handjeklap op de veemarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn wetten? Door wie worden ze gemaakt?

A

Wetten zijn geschreven regels.
Gecodificeerd betekent vastgelegde schriftelijke regels.

  • Door wie worden wetten gemaakt?
    Regering en Staten-Generaal
    Provinciale Staten
    Gemeenteraad (APV)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een verdrag?

A

Het verdrag staat bovenaan in de hiërarchie van rechtsbronnen

Verdrag is een overeenkomst tussen twee of meer landen, bv Verdrag van de Europese Unie.

Soms kunnen burgers een beroep doen op een verdragsbepaling>verdragsbepaling is self-executing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is privaatrecht?

A

Privaatrecht: regelt rechtsrelatie tussen
(rechts) personen onderling

Bijvoorbeeld: je koopt een set multimediaspeakers bij MediaMarkt. Als je ontevreden bent over de speakers omdat het geluid uit de speakers ‘blikkerig’ klinkt, vind je in het privaatrecht regels over wat je in zo’n geval kunt doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is objectief recht?

A

Het geheel van geschreven en ongeschreven rechtsregels noem je objectief recht.

Bijvoorbeeld: als eigenaar van een smartphone heb je bepaalde rechten. Het objectieve recht stelt bijvoorbeeld dat het de eigenaar vrijstaat om van de smartphone gebruik te maken met uitsluiting van iedereen. Deze bevoegdheid is gebaseerd op het objectief recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is publiekrecht?

A

Publiekrecht: regelt rechtsrelatie tussen
(rechts)personen en overheid

Bijvoorbeeld: als je een vergunning nodig hebt voor het organiseren van een evenement, moet je de vergunning aanvragen bij de overheid. De overheid bepaalt dan of de vergunning wordt verleend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is subjectief recht?

A

Subjectief recht is een individueel recht dat je in het concrete geval aan de objectieve rechtsregels ontleent

bijvoorbeeld: Als je je smartphone vervolgens verkoopt voor 150 euro aan Thomas, heb je recht op een bepaald geldbedrag. Als je het geldbedrag niet krijgt, is het jouw recht Thomas daarop aan te spreken. Dit is je subjectieve recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dwingend recht?

A

Dwingend recht: bepalingen uit de wet waar je niet van mag afwijken. Een afwijkende afspraak is nietig.
lees: art 7:652 lid 1 en 7 BW

bijvoorbeeld: het verbod op diefstal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is aanvullend recht?

A

Aanvullend recht: als je niets hebt afgesproken geldt de wettelijke regeling lees: art 7:672 lid 2 BW

Bijvoorbeeld: als je een arbeidsovereenkomst sluit zonder dat je een opzegtermijn afspreekt, vult de wet de arbeidsovereenkomst aan. Er is dan een wettelijke opzegtermijn van toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is formeel recht?

A

Regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd, bijvoorbeeld de procedure die de verkoper moet volgen als hij de koopprijs niet heeft ontvangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is materieel recht?

A

regels die de rechten en plichten van personen in hun onderling verkeer regelen.

Voorbeeld: de verplichting van een koper om de koopprijs te betalen, en de (daartegenover staande) verplichting van de verkoper het gekochte goed te leveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent verbintenis?

A

Een verbintenis is een juridische relatie tussen twee of meer personen.

Een verbintenis bestaat uit een recht én een plicht.

Voorbeeld: bij een koopovereenkomst:
De verkoper heeft het recht op betaling.
De verkoper heeft de plicht tot levering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn absolute rechten?

A
  • Absolute rechten: rechten die je ten opzichte van iedereen geldend kan maken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit kunnen verbintenissen ontstaan?

A
  1. De wet; bijvoorbeeld wanneer je schade bij een ander veroorzaakt. Er ontstaat dan een wettelijke schadevergoedingsplicht
  2. Een overeenkomst; bijvoorbeeld een werknemer heeft recht op loon als hij arbeid heeft verricht voor zijn werkgever
  3. Rechterlijke uitspraken; bijvoorbeeld de rechter bepaalt dat een onderneming schadevergoeding moet betalen vanwege het plegen van contractbreuk
11
Q

Wat zijn relatieve rechten?

A
  • Relatieve of persoonlijke rechten: rechten die gelden ten opzichte
    van één of meerdere personen.
    voorbeelden:
  • De werknemer heeft recht op loon van zijn werkgever
  • De skiverhuurder heeft recht op betaling voor het verhuren van zijn ski’s
  • Als je een studieboek koopt bij de boekhandel, heb je het recht op levering van het boek
    Je ziet dat in al deze gevallen één bepaalde persoon recht op iets heeft. Als de één recht heeft op iets, dan heeft de ander de verplichting om te presteren
12
Q

Wat gebeurt er als je een koopovereenkomt sluit?

A

Er ontstaat een RECHT en een PLICHT

Juridisch gezien heeft een overeenkomst te maken met een aantal begrippen, te weten:
- rechtsfeit
- rechtsgevolg
- feitelijke handeling
- rechtshandeling

13
Q

Wat is een bloot rechtsfeit?

A

Als een rechtsgevolg intreedt zonder dat daarvoor een menselijk handelen van de betrokkene zelf nodig is.

14
Q

Wat is een feitelijke handeling?

A

Onrechtmatige daad: Als een menselijke handeling niet gericht is geweest op het intreden van een bepaald rechtsgevolg terwijl het rechtsgevolg wel ontstaat

Voorbeeld: Naomi rijdt met haar auto tegen de bestelauto van BV Jansen. Volgens de wet (zie art. 6:162 BW) was de feitelijke handeling niet gericht op het laten ontstaan van een rechtsgevolg, maar er is, volgens de wet, wet wel een rechtsgevolg ontstaan. Volgens de wet is sprake van een onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) en Naomi is nu verplicht om de schade te vergoeden

rechtmatige handeling:
bijvoorbeeld een ruitje bij je buren inslaan tijdens hun vakantie als er sprake is van wateroverlast.

15
Q

Wat is een rechtshandeling?

A

Een handeling die gericht is op een rechtsgevolg

15
Q

Wat zijn de 2 soorten rechtshandelingen?

A
  1. Eenzijdige rechtshandelingen. Deze komen tot stand door één persoon, zoals het maken van een testament, het opzeggen van een overeenkomst en het geven van ontslag.
  2. Meerzijdige rechtshandelingen. Deze komen tot stand door twee of meer personen. Het sluiten van een overeenkomst is een voorbeeld van een meerzijdig handelen.
16
Q

Wat voor vorm hebben de meeste overeenkomsten? En hoe komen ze tot stand?

A

De meeste overeenkomsten zijn vormvrij.

Vormvrij houdt in dat de wet niet een bepaalde vorm voorschrijft, zoals een contract. Ook een per e-mail gesloten overeenkomst is rechtsgeldig

–>Vormvrije overeenkomsten komen tot stand door wilsovereenstemming > dat wil zeggen dat de overeenkomst gesloten is als je het met elkaar eens bent

17
Q

Hoe komt een overeenkomst tot stand?

A

Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (art. 6:217 BW)

Aanbod en aanvaarding zijn rechtshandelingen> voor rechtsgeldige rechtshandeling is vereist dat wil en verklaring met elkaar overeenstemmen

–>wilsovereenstemming

18
Q

Wat zijn de vereisten van een overeenkomst?

A
  • Van een aanbod is sprake wanneer het ten minste de essentiële elementen van de te sluiten overeenkomst bevat
  • Bij een koopovereenkomst zijn de essentiële elementen met name de prijs en de zaak

Als de wil van een persoon niet overeenstemt met zijn verklaring, ontstaat er volgens de wet geen overeenkomst (art. 3:33 BW)

19
Q

Wanneer is een aanbod geldig, nietig of vernietigbaar (Art 6:218 BW)?

A

Aanbod is rechtsgeldig> als het de essentiële kenmerken van
het aanbod bevat. Bijvoorbeeld: Piet biedt zijn fiets aan.

Aanbod is nietig: Als er sprake is van een “misverstand of vergissing” in het aanbod dan stemt wil niet met verklaring overeen >er komt geen overeenkomst tot stand (discrepantie wil-verklaring)

Aanbod is vernietigbaar: Aanbod wordt gedaan door een persoon die een (tijdelijke) geestelijke stoornis heeft> wil stemt niet overeen met verklaring.

20
Q

Wat zijn de gevolgen van een nietig en vernietigbaar aanbod? Komt er een overeenkomt tot stand?

A
  • Een nietige rechtshandeling> nooit geldig geweest; er komt geen overeenkomst tot stand
  • Een vernietigbare rechtshandeling> je hebt de keuze om de overeenkomst te laten vernietigen of te laten bestaan
20
Q
A
20
Q

Wat is wilsvertrouwensleer? Ontstaat er dan wel of geen overeenkomt?

A

Als de ene partij echter niet wist of hoefde te weten dat de andere partij iets anders verklaarde dan zij eigenlijk wilde verklaren (wilsvertrouwensleer) ontstaat er wel een overeenkomst (art. 3:35 BW)

-Voorbeeld: een groothandel biedt BV Electro in een offerte een machine te koop aan voor 30.000 euro. De medewerker van de groothandel heeft echter een typefout gemaakt.
Want de verkoopprijs is 31.000 euro. De wil van de verkoper (het artikel verkopen voor 31.000 euro) komt niet overeen met de verklaring (in de offerte staat 30.000 euro). Toch heeft de koper recht op levering tegen 30.000 euro, omdat hij niet hoefde te weten dat de verkoper anders had bedoeld

20
Q

Wat gebeurt er als iemand met een (tijdelijke) geestelijke stoornis een overeenkomst sluit? Is het geldig?

A

Als iemand onder invloed van een geestelijke stoornis een overeenkomst aangaat, is de overeenkomst vernietigbaar. Want er is geen wilsovereenstemming

  • De overeenkomst is dan WEL rechtsgeldig, maar kan met terugwerkende kracht worden vernietigd (ongeldig worden gemaakt).
  • De vernietiging kan plaatsvinden door middel van vernietiging van de overeenkomst (art. 3:34 BW)
20
Q

Wat is het verschil tussen een eenzijdige en een wederkerige overeenkomst?

A

Eenzijdige overeenkomst: Als uit een overeenkomst voor slechts een van beide partijen een of meer verbintenissen ontstaan, noem je dat een eenzijdige overeenkomst
Voorbeeld: een schenkingsovereenkomst is een voorbeeld van een eenzijdige overeenkomst.

Wederkerige overeenkomst: Als voor beide partijen over en weer verbintenissen uit de overeenkomst ontstaan noem je de overeenkomst een wederkerige overeenkomst
Voorbeeld: van een wederkerige overeenkomst is een koopovereenkomst

20
Q

Welke soorten van aanbod zijn er?

A
  • herroepelijk (art. 6:219 lid 2 BW)
  • onherroepelijk (art. 6:219 lid 1 en 3 BW)
  • vrijblijvend (art. 6:219 lid 2 BW)
21
Q

Wanneer is een aanbod herroepelijk?

A

Een aanbod kan worden herroepen TENZIJ:

  • er een termijn is gesteld
  • het aanbod onherroepelijk is

Een aanbod kan worden herroepen zolang het niet is aanvaard. Een aanbod kan niet meer worden herroepen als er een mededeling waarin de aanvaarding staat, is verzonden (art. 6:219 lid 2 BW)

21
Q

Wanneer is een aanbod onherroepelijk?

A

Een aanbod is onherroepelijk als:

  • Er een termijn is gesteld
  • Als het uit het aanbod zelf blijkt
    bijv: een koopoptie–> een partij verbindt zich dan om een overeenkomst te sluiten als de ander dat wil

Het aanbod is onherroepelijk als het voorstel een termijnstelling voor de aanvaarding inhoudt of als de onherroepelijkheid op andere wijze uit het aanbod blijkt (art. 6:219 lid 1 en 3 BW)

bijvoorbeeld: de fietsenwinkel stuurt jou een offerte waarin is opgenomen dat de offerte zeven dagen geldig is, dan kan de fietsenhandelaar gedurende zeven dagen het aanbod niet herroepen

Als in de offerte had gestaan dat de offerte geheel vrijblijvend is, kan zelfs direct na de aanvaarding het aanbod nog worden herroepen

Side note: een uitnodiging tot het doen van een aanbod > geeft een voorstel om een overeenkomst te sluiten onvoldoende duidelijkheid over de belangrijkste verplichtingen, dan is er geen sprake van een aanbod, maar van een uitnodiging om in onderhandeling te treden

21
Q

Wanneer is een aanbod vrijblijvend?

A

Indien vermeld in de offerte

bijvoorbeeld: Blauwe Batavus fiets bouwjaar 2018 voor 750 euro bij inruil van uw oude fiets. Vrijblijvend aanbod.

22
Q

Wanneer is aanvaarding van het aanbod rechtsgeldig?

A

Aanbod met tijdsbepaling> aanvaarden binnen deze tijd

Aanbod zonder tijdsbepaling:
mondeling> direct
schriftelijk> binnen redelijke termijn