Waarnemen en interpreteren Flashcards
1
Q
Welke 3 mechanismen die communicatie kunnen beïnvloeden zijn er?
A
- de vraag achter de vraag horen;
- non-verbale signalen oppikken;
- rekening houden met het territorium.
2
Q
Wat is het inhoudsaspect van een vraag?
A
de feitelijke weergave van de vraag
3
Q
Wat is het betrekkingsniveau van een vraag?
A
- niet de inhoud
- onderliggende relatie -> hoe het wordt gezegd en hoe de ander zich hierbij voelt
4
Q
Welke twee soorten vragen zijn er?
A
- directe vraag
- indirecte vraag
5
Q
welke soorten territoria zijn er?
A
- primair territoria: belangrijkste ruimtes die we hebben bv. huis
- secundaire territoria: plaatsen waar we vaker komen bv. werk
- publiek territoria: openbaar toegankelijke plekken voor iedereen
6
Q
Wat is non-verbale communicatie?
A
- gezichtsuitdrukking, gebaren die je maakt, lichaamstaal, stemgeluid en fysieke afstand tot gesprekspartner vormen samen impliciete boodschap
- Dat wat je niet letterlijk zegt, maar wel uitdraagt