Week 3 Flashcards

1
Q

CSQN

A

HR niet behandelde longinfectie. Het gedrag moet redelijkerwijs een onmisbare, noodzakelijke voorwaarde voor het gevolg zijn geweest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Causa Proxima

A

De naaste dichtstbijzijnde oorzaak van het gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Relevantietheorie

A

HR dood door vrijheidsberoving. Binnen de factoren die binnen het csqn vallen, wordt gekeken welke het meest relevant is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Adequatetheorie

A

HR Spoorwegovergang. Kijken naar of het gevolg voorzienbaar was. Was het redelijkerwijs naar algemene ervaringsregels te voorzien; wat zou een gemiddeld mens doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Redelijke toerekening (huidig criterium)

A

HR letale longembolie en HR Groninger HIV zaak. Toerekening naar redelijkheid van een gevolg en diens gedrag. De rechter moet bezien of tussenliggende oorzaken niet van zodanige aard zijn dat het ten laste gelegde delictsgevoclg niet meer aan het gedrag van de verdachte ten laste is gelegd kan worden toegerekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bouwstenen de Hullu Redelijke toerekening

A
  1. de gedraging van de verdachte: is de verdachte de gene geweest die met zijn zeer ernistg en gevaarlijk gedrag de omstandigheden voor de uiteindelijke intreden van het gevolg heeft gecreëerd (HR bloedvergiftiging)
  2. de soort en mate van schuld van de verdachte: indien de gevolgen voorzienbaar waren, wordt de mate van schuld een sterke indicatie voor de aanwezigheid van causaliteit
  3. andere causaliteitscriteria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorzienbaarheid in arrest dan:

A

adequatietheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Facetwederrechtelijkheid

A

specifieke, op het delict toegesneden betekenis afhankelijk van de context: zonder toestemming en zonder geldige titel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sport en spelsituaties

A

HR Leestafelzooien. De spelregels bepalen de wederrechtelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly