Week 3 Flashcards

1
Q

Besluit

A

een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie soorten overheidshandelen:

A
  • Feitelijke handelingen:
    > vb: het geven van voorlichting, het bouwen van een gebouw.
  • Privaatrechtelijke rechtshandelingen:
    > vb: het verkopen van een stuk grond als eigenaar.
  • Publiekrechtelijke rechtshandelingen:
    > vb: het verstrekken van een vergunning voor een evenement.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het is relevant om deze drie te onderscheiden, want:

A
  1. Verschillende normering in de Awb.
  2. Rechtsbescherming:
    - Bestuursrechten oordeelt alleen over besluiten (art. 8:1 Awb).
    > Maar niet over alle besluiten (art. 8:3 Awb).
  • Civiele rechter oordeelt over handelingen waarover bestuursrechter niet oordeelt:
    · Feitelijke handelingen.
    · Privaatrechtelijk handelen.
    · Niet-appellabele besluiten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Schriftelijke beslissing
A

Schriftelijk:
- Mondelinge mededelingen, stoptekens e.d. zijn geen besluiten maar (feitelijke) handelingen.
- Elektronisch verzonden berichten zijn ook schriftelijk.

Beslissing:
Er moet een wilselement aanwezig zijn (ontbreekt bij louter informatieve mededeling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Bestuursorgaan
A

A- of B-orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Publiekrechtelijk
A
  • Publiekrecht vs privaatrecht.
  • Een rechtshandeling is publiekrechtelijk als bij of krachtens een wet in formele zin exclusief aan een bestuursorgaan (en dus niet aan eenieder) een bevoegdheid is verleend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Rechtshandeling
A

Een rechtshandeling is gericht op rechtsgevolg:
- Een verandering in de bevoegdheden, aanspraken, rechten en plichten, dan wel de vaststelling van de juridische status van een persoon of zaak.
> Voorbeelden: verlening bouwvergunning, oplegging boete, verstrekking van subsidie, aanwijzing als monument.

  • De rechtsgevolgen moeten beoogd zijn.
  • Het moet gaan om externe rechtsgevolgen, dus geen beslissingen die louter zijn gericht op het interne functioneren van een deel van de overheid.

> Inzet videoteam (AAJ); demonstratie zou plaatsvinden, politie had gezegd dat tijdens de demonstratie een videoteam zal rondlopen. Het organisatiecomité vond dit een inbreuk op hun privacy en wilden de rechtmatigheid van het videoteam voorleggen aan de bestuursrechter. De bestuursrechter moest bepalen of er sprake was van een publiekrechtelijke rechtshandeling. Beslissing is “Nee”, want de brief van de politie was een zuivere feitelijke mededeling, het verandert niets aan de rechten of plichten van de personen tijdens het demonstreren. Tegen een zuivere feitelijke mededeling kan je niet naar de bestuursrechter gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soorten besluiten:

A

Uit een besluit vloeit een beschikking (bestuursrechter) en een besluit van algemene strekking (b.a.s.) voort.

Uit een b.a.s. vloeit een algemeen verbindend voorschrift (avv) (civiele rechter), een beleidsregel (civiele rechter) en overige besluiten van algemene strekking (bestuursrechter) voort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschikking (1:3 lid 2 Awb):

A

Besluit voor een individueel en concreet geval.
Bijv. uitkering, vergunning, subsidie, ontheffing, boete -> er is een geadresseerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschikking moet je toetsen aan een van de twee criteria

A
  • Persoonscriterium: het aantal personen is duidelijk bepaalbaar en gesloten (en dus niet voor uitbreiding vatbaar).
    Of
  • Zaakscriterium: het besluit is genomen met het oog op de hoedanigheid of de bijzondere eigenschap van het object.

> Voldoe je aan 1 van deze criteria? Zo ja, beschikking.
Zo nee, dan is het besluit van algemene strekking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

C.b.a.s.

A
  • Restcategorie van besluiten van algemene strekking -> wel besluit, maar geen beschikking/avv/beleidsregel.
  • Concretiserende besluit van algemene strekking:

> Concretiseert een algemene norm:
· Algemeen wat betreft de geadresseerden,
· Concreet wat betreft het object of de periode.

> Voorbeelden: gebiedsaanwijzingen (verbod om vuurwerk af te steken op bepaald gebied -> bejaardentehuis. Avv geeft bijv. dit verbod en verwijst dan naar cbas waarin de plaatsen staan), vaststelling geluidszone.

> Intrekking aanwijzingsbesluit raamprostitutie (AAJ):
Een gemeente die in een APV zei dat het verboden is om aan raamprostitutie te doen, tenzij je je in een gebied bevindt dat daarvoor is aangewezen. In dat gebied waren ondernemingen gekomen maar deze zorgde voor veel overlast waardoor dat aanwijzingsbesluit weer is ingetrokken. De ondernemingen moesten nu sluiten. De ondernemers waren daar niet blij mee en wilde naar de bestuursrechter, maar dat kan alleen als er sprake is van een concretiserend besluit van algemene strekking. De gemeente betwistte dat er sprake was van een cbas. Raad van State: “Een aanwijzingsbesluit is geen avv want het heeft geen zelfstandige normstelling, want het is een concretisering van een normstelling, het moet dus gezien worden als cbas.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Algemeen verbindend voorschrift (AVV)

A

naar buitenwerkende bindende algemene regels, die zich voor herhaalde toepassing lenen en zelfstandige normen bevatten.

  • Naar buiten werkend: er is een voorschrift die niet gericht is op de interne werking van de overheid, maar naar buiten toe, naar de burgers.
  • Bindend: je moet je eraan houden.
  • Algemene regel: richt zicht tot eenieder, geldt voor iedereen.
  • Herhaalde toepassing: een verbod geldt altijd.
  • Zelfstandige normen: je hebt geen nadere regels nodig.

> De APV is een algemeen verbindend voorschrift.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beleidsregel

A

bij besluit vastgestelde algemene regel niet zijnde een avv omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Grote verschil AVV en beleidsregel

A

AVV werkt naar buiten, beleidsregel naar binnen.

  • Beleidsregel lijkt op avv, maar bindt alleen het bestuursorgaan zelf (geen externe werking).
    > Burgers kunnen er wel een beroep op doen: indirecte binding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Art. 4:84 Awb “Inherente afwijkingsbevoegdheid”

A

als jij hebt nagedacht over wat je goed beleid vindt, maar er komt een geval langs dat je niet verwacht had, moet je maatwerk inleveren omdat het anders onevenredig is voor die persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Strategisch besluitbegrip

A

Soms is iets een besluit omdat de bestuursrechter vindt dat hij bevoegd zou moeten zijn: bieden van bestuursrechtelijke rechtsbescherming.
- Geen rechtsgevolg, toch rechtsbescherming.

17
Q

Verschillende soorten strategisch besluitbegrip:

A
  • De afwijzing van een aanvraag is ook een beschikking (art. 1:3 lid 2 Awb) -> zodat je alsnog naar bestuursrechter kan gaan als je bijv. geen vergunning krijgt.
  • Tegen de weigering een besluit te nemen staat bezwaar en beroep open (art. 6:2 sub b Awb).
  • Tegen het niet tijdig nemen van een besluit staat bezwaar en beroep open (art. 6:2 sub b Awb).
18
Q

Is een waarschuwing een besluit? -> “Bestuurlijke waarschuwing (AAJ)”

A
  • Een waarschuwing heeft geen rechtsgevolg en is dus in beginsel geen besluit.
  • Maar als waarschuwing onderdeel is van een wettelijk sanctieregime, is wel sprake van een besluit.
19
Q

Is een bestuurlijk rechtsoordeel een besluit?

A
  • Een als definitief bedoeld oordeel van een bestuursorgaan, niet zijnde een louter informatieve mededeling, over de toepasselijkheid van een wettelijk voorschrift.
  • Reguliere weg: vraag vergunning aan of dien een handhavingsverzoek in en wacht af of bestuursorgaan oordeelt of vergunning nodig is.
  • Soms is die weg ‘onevenredig bezwarend’, vanwege (1) de kosten van een vergunningsprocedure óf (2) omdat er anders onomkeerbare gevolgen ontstaan.
  • Het rechtsoordeel dat geen vergunning nodig is, wordt daarom soms met een besluit gelijk gesteld.

> Bovenleidingportalen Duiven (AAJ)
= Nieuwe spoorlijn werd aangelegd dus nieuwe bovenleidingportalen waren nodig, omwonenden waren hier tegen. Bestuursorgaan zei dat de portalen bouwvergunningsvrij waren. De vraag was of de omwonenden direct konden procederen. Raad van Staten: het is niet onevenredig bezwarend was voor de omwonenden om een handhavingsverzoek in te dienen, omdat de bouw geen onomkeerbare gevolgen zou hebben.

In beginsel is de mededeling dat geen vergunning is vereist geen besluit omdat het niet gericht is op een rechtsgevolg het kan als voorvraag in een andere procedure aan de orde komen of er een vergunning nodig is. Alleen als het bestuurlijk rechtsoordeel over het volgen van een vergunningsprocedure onevenredig bezwarend is, is er sprake van een besluit. Bijvoorbeeld door hoge kosten of door onomkeerbare gevolgen die intreden door het doen vaneen verzoek handhaving die dan onevenredig bezwarend zijn. Echter de kern is dat het volgen van een vergunningsplichtigheid in sommige omstandigheden geen besluit is in de zin van art 1:3 lid 1 awb. Zie de noot.

20
Q

Is een gedoogverklaring een besluit?

A
  • Een gedoogverklaring: we zullen niet handhavend optreden.
  • Een gedoogverklaring is géén (strategisch) besluit (meer)!

> Dat geldt voor zowel de verlening, de weigering als de intrekking van gedoogverklaringen.
Gedoogde Hoogeloonse stal (AAJ) -> uitzondering is koffieshops

21
Q

Bevoegdheidsverkrijging:

A
  • Bevoegdheden van bestuursorganen dienen bij of krachtens de wet te zijn toegekend: legaliteitsbeginsel.
  • Soms is dit een wet in formele zin, soms een gemeentelijke verordening.
22
Q

Attributie

A

het scheppen van een nog niet bestaande bevoegdheid en het toedelen daarvan aan een bestuursorgaan.

  • Voor attributie is een basis in een wettelijk voorschrift vereist (legaliteitsbeginsel).
23
Q

Delegatie

A

het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (art. 10:13 Awb).

  • Delegatie geschiedt slechts indien in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien (art. 10:15 Awb).
  • Ratio: delegatie brengt wijziging aan in de wettelijke bevoegdheidstoedeling.
24
Q

Mandaat

A

de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (art. 10:1 Awb).

  • Vaak mandaat aan ambtenaar: beschikking wordt namens het bestuursorgaan genomen.
  • De mandaatgever blijft bevoegd en verantwoordelijk (de bevoegdheid gaat dus niet over, art. 10:7 Awb).
    En kan algemene en specifieke aanwijzingen geven (art. 10:6 Awb).