Week 4 - stemmingsstoornissen

Question 1

Dysfoor

Answer 1

Prikkelbaar

Question 2

Eufoor

Answer 2

Opgewekt

Question 3

Stemmingsstoornis criteria (3x)

Answer 3

Stemming ernstig verstoord/niet passend bij situatie
lijden of disfunctioneren
bijkomende (lichamelijke) symptomen

Question 4

Bipolaire 2 stoornis

Answer 4

een of meerdere hypomane / gemengde episodes

Question 5

Bipolaire 1 stoornis

Answer 5

Een of meerdere manische / gemengde episodes

Question 6

DSM criteria depressieve episode: hoofdsymptomen

Answer 6

1 hoofdsymptoom: gedeprimeerde stemming, verlies van belangstelling of genoegen

Question 7

DSM criteria depressieve episode: bijkomende symptomen

Answer 7

3 van: veranderde eetlust, verstoord slaappatroon, veranderingen in activiteitenniveaus, vermoeidheid/energieverlies, gevoeld van schuld/hulpelooshied, verminderde concentratie, suicidale gedachten

Question 8

DSM manische episode: hoofdsymptoom

Answer 8

abnormale en voortduren verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming met hyperactiviteit of toegenomen energie -> gedurende min 1 week en/of met ZH opname

Question 9

Hypomanische episode

Answer 9

4 dgn tot 1 week, geen opname, geen psychose (geen gestoorde realiteitsstoornis), minder ernstig dan manie

Question 10

Gemende episode

Answer 10

Manische en depressieve epidose
Minstens 1 week
Opname nodig en/of psychose

Question 11

persisterende depressieve stoornis

Answer 11

Langdurige, milde depressieve klachten

Question 12

Cyclothyme stoornis

Answer 12

Langdurige, milde bipolaire klachten
Snelle wisselingen van stemming

Question 13

Stemmingsstoornis door middel/lichamelijke ziekte

Answer 13

verslaving/hypothyreoïdie
Altijd uitsluiten

Question 14

Pathologie depressie (3x)

Answer 14

Immuunsysteem activatie/meer kans op infecties
Cortisol hoog en daardoor as afgestompt
Autonome zns ontregelt

Question 15

Monoamine hypothese van depressie

Answer 15

Hoge biologische beschikbaarheid -> downregulatie receptoren -> stabilisatie -> minder gevoelig systeem

Question 16

Depressie: serotonine

Answer 16

Reguleren van emoties, slaap-waakritme en hongergevoel
Vanuit dorsale Raphe kern

Question 17

Depressie: Noradrenaline

Answer 17

Bij activatie en stimulatie van centrale ZNS
Vanuit locus coeruleus

Question 18

Depressie: Dopamine

Answer 18

Bij beloning en initiatief nemen
Vanuit ventraal tegmentum

Question 19

Behandeling depressie (licht-matig)

Answer 19

Psychotherapie

Question 20

Behandeling depressie (matig-ernstig)

Answer 20

1. SSRI/SNRI
2. TCA (bij ernstige depressie)
3. MAO remmer
4. Additie Lithium
   -> pas na 2-4 wkn effect

Question 21

Behandeling depressie laatste redmiddel

Answer 21

ECT, nadeel = cognitieve stoornissen (iig tijdens behandeling en soms blijvend)

Question 22

Behandeling bipolaire stoornis

Answer 22

1. Psycho-educatie
2. antispychotica
3. Stemmingsstabilisatoren (Lithium, anti-epileptica)
4. ECT
5. Evt 2-3 middelen
   -> bij depressie evt SSRI -> pas op doorschieten in manie

Question 23

Lithium

Answer 23

Manie
BW: tremor, droge mond, gewichtstoename, nier- en schildklierstoornis
Instellen op geleide van bloedspiegel (nauwe therapeutische breedte) -> risico op nierinsuf en hypothyreoidie

Question 24

Lithiumintoxicatie bij

Answer 24

dehydratie
koorts
braken/diarree