Wereldse Kinderen Flashcards

1
Q

Eigenschap

A

Iets wat echt bij jou of iemand past

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken

A

Waaraan je iets of iemand kunt herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overeenkomsten

A

Dingen die hetzelfde zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Talent

A

Als je iets heel goed kunt, je bent ergens heel goed in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uniek

A

Bijzonder, apart, heeft niet iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klimaat

A

Soort weer dat bij een land of streek hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uiterlijk

A

Hoe iemand er van de buitenkant uitziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Omgeving

A

Gebied om iemand heen. Het landschap of de stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cultuur

A

Manier waarop een volk leeft: Alles wat door mensen is gemaakt en niet door de natuur. Bijvoorbeeld: gebouwen, maar ook kleding, eten en drinken, boeken en films

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gewoonten en tradities

A

Manieren van doen van een groep mensen of een volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Multicultureel

A

Mensen uit verschillende culturen en godsdiensten leven samen in één land en nemen dingen van elkaar over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Emancipatiewet

A

Wet uit 1863 waarin staat dat de slavernij in Suriname is afgeschaft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kinderarbeid

A

Wanneer kinderen de hele dag of zelfs ‘s nachts moeten werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kinderwetje van Van Houten

A

Wet uit 1874 tegen kinderarbeid, bedacht door Samuel Van Houten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leerplichtwet

A

Een wet uit 1901 waarin staat dat alle kinderen tot twaalf jaar naar school moeten om te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Plantage

A

Groot landbouwbedrijf waarop bijvoorbeeld koffie of tabak verbouwd wordt

17
Q

Planter

A

Eigenaar van een plantage

18
Q

Tot slaaf gemaakt mens

A

Iemand die eigendom is van zijn baas en niets over zichzelf te zeggen heeft

19
Q

Slavernij

A

De situatie dat een mens eigendom is van een ander

20
Q

Staatstoezicht

A

In 1863 werd de slavernij in Suriname afgeschaft, maar waren ex tot slaaf gemaakte mensen niet vrij. Ze werden onder staatstoezicht gesteld. Dat betekende dat ze nog tien jaar tegen een laag loon op de plantage moesten blijven werken.