Woordenlijst Thema 10 Flashcards

1
Q

de afbeelding

A

Op het reclamebord staat een afbeelding van een groot tv-scherm.

画像、写真

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

afdrukken

  • drukte af
  • heeft afgedrukt
A

Als je de tekst wilt afdrukken, moet je eerst papier in de printer doen.

印刷する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

afkomstig zijn van

A

Ik zie dat deze e-mail afkomstig is van mijn zus Nina, dus ik kan hem veilig openen.

(発信元)から、(出身地)から

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de aflevering

A

In elke aflevering van de serie is er aandacht voor een specifiek thema: aflevering één gaat over pesten.

(ドラマなどの)エピソード

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de afstandsbediening

A

Nahom heeft de afstandsbediening van de televisie in zijn handen.

リモコン

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de artiest

A

Mijn zusje kan goed zingen, dansen en acteren. Ze droomt van een toekomst als artiest.

芸術家、アーティスト

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de auteur

A

Dit boek is geschreven door een onbekende auteur.

著者

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beperken

  • beperkte
  • heeft beperkt
A

De dikke muren van onze muziekkamer beperken de geluidsoverlast bij de buren.

制限する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bereiken

  • bereikte
  • heeft bereikt
A

Mijn vader heeft veel bereikt: hij is na jarenlang hard werken directeur van twee bedrijven geworden.

成し遂げる、達成する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beroemd

A

De zangeres werd in korte tijd beroemd, omdat mensen over de hele wereld haar video zagen.

有名

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de bouwkundige

A

Voordat een nieuw huis gebouwd wordt, controleert een bouwkundige alle bouwplannen.

構造工学者

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de bron

A

Het internet is een grote bron van informatie.

情報ソース、源(水源、天然ガス源、収入源)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bukken

  • bukte
  • heeft gebukt
A

Tim bukt om bloemen te plukken.

かがむ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het cabaret

A

Alex moet altijd hard lachen als hij naar cabaret kijkt.

コメディショー、キャバレー

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de conclusie

A

We hebben er lang over gepraat. De conclusie van de discussie is dat telefoons in de klas verboden worden.

結論

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dalen

  • daalde
  • is gedaald

Antoniem: stijgen

A

Overdag is het 14 graden, maar vannacht daalt de temperatuur naar 8 graden.

降下する、下がる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

demonstreren

  • demonstreerde
  • heeft gedemonstreerd
A

De verkoper demonstreert hoe je de drone moet bedienen.

実演する、披露する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de detective

A

In deze spannende detective onderzoeken twee agenten wie er verantwoordelijk is voor de dood van een beroemde acteur.

探偵

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de documentaire

A

Aron maakt een documentaire over jeugdcriminaliteit. Daarvoor gaat hij een jaar lang jongeren interviewen en filmen.

ドキュメンタリー

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

doen alsof

A

Het kind doet alsof hij slaapt, maar eigenlijk is hij wakker.

〜のふりをする

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de drone

A

De drone hangt boven de twee meisjes.

ドローン

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de eekhoorn

A

De eekhoorn zit op het pad bij het gele paaltje.

リス

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

de egel
🦔

A

Er lopen twee egels rond tussen de bladeren.

ハリネズミ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ervan uitgaan dat

A

Hua heeft niet op mijn uitnodiging gereageerd, maar ik ga ervan uit dat hij naar mijn feestje komt.

想定する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

het everzwijn

A

Er staat een everzwijn tussen de bomen.

イノシシ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

exporteren

  • exporteerde
  • heeft geëxporteerd
A

Yusuf werkt bij een transportbedrijf dat spullen uit Nederland exporteert naar verschillende landen in Europa.

輸出する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

de flitspaal

A

De flitspaal maakt een foto bij de auto van Ahmet.

スピード違反を取り締まるカメラ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

glijden

  • gleed
  • is gegleden
A

Ali glijdt naar beneden.

滑る

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

de gordel

A

Noor draagt een gordel in de auto.

シートベルト

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

de gps

A

De gps is in de auto van Ahmet en Noor.

GPS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

handsfree bellen

A

Zora zit handsfree te bellen.

ハンズフリー通話

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

de hashtag

A

Geef jouw mening over inburgeren op Twitter. Gebruik in je bericht de hashtag #inburgeren.

ハッシュタグ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

het hert

A

Bij het rood-witte paaltje staat een hert.

鹿

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

het hormoon

A

Jongens krijgen door de mannelijke hormonen in hun lichaam rond hun veertiende een baard en een lage stem.

ホルモン

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

het icoontje

A

Hua klikt op zijn telefoonscherm op het icoontje van een brief om zijn e-mail te lezen.

アイコン

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

in de eerste plaats

A

Deze cursus is in de eerste plaats bedoeld voor professionele acteurs, maar ook hobby-acteurs mogen deelnemen.

第一に、そもそも

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

installeren

  • installeerde
  • heeft geïnstalleerd
A

Je moet het fotoprogramma op je computer installeren, voordat je het kunt gebruiken.

インストールする

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

invoegen

  • voegde in
  • heeft ingevoegd
A

Als je de snelweg op wilt rijden, moet je goed opletten en voorzichtig invoegen.

(車が)合流する、(間に)挿入する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

jagen (op)

  • jaagde op
  • heeft gejaagd
A

Jan en Ricardo jagen met een wapen.

狩りをする

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

de jury

A

Ali moet het talent van de zangers beoordelen, omdat hij in de jury zit.

陪審、審査員

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

kappen

  • kapte
  • heeft gekapt
A

Felix is bomen aan het kappen.

(木を)切り倒す

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

het konijn

A

Er zitten twee grijze konijnen onderaan de trap.

野うさぎ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

de koptelefoon

A

Carlos draagt een koptelefoon op zijn hoofd.

ヘッドフォン

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

kwart

A

We hebben allebei een kwart van de appeltaart gegeten! Nu hebben we nog een halve taart over.

クォーター、1/4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

de laptop

A

Nahom typt een verslag op zijn laptop, terwijl hij in de trein zit.

ラップトップ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

laten weten

A

De dokter belt mij vanmiddag. Ik laat je daarna weten wat de uitslag van het onderzoek is.

知らせる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

de like

A

Deze video is hartstikke populair: hij heeft al 10.000 likes!

(SNSの)いいね!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

likken (aan)

  • likte
  • heeft gelikt
A

De hond van Yusuf likt aan een ijsje.

舐める

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

lokaal

A

Morgen wordt het in heel Nederland minimaal 30 graden, en lokaal kan het zelfs 36 graden worden.

教室

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

de melding

A

De smartphone van Aron maakt het geluid van een vogeltje, als hij een melding krijgt.

通知

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

met zijn drieën, met zijn vieren etc.

A

Wij gaan met zijn vieren kamperen: mijn zus, mijn zwager, mijn man en ik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

de microfoon

A

De boswachter praat in de microfoon.

マイク

53
Q

de minister

A

In de regering houden de ministers zich allemaal bezig met een eigen onderwerp, zoals onderwijs, verkeer of financiën.

大臣

54
Q

de minister-president

A

De minister-president leidt vier jaar lang de regering van het land.

首相、総理大臣

55
Q

misleden

  • misleidde
  • heeft misleid
A

Tim heeft zijn baas misleid door expres verkeerde informatie te geven.

誤解を招く

56
Q

de modder

A

De hond heeft modder op zijn rug.

57
Q

de mol

A

Er komt een mol uit een bergje aarde omhoog.

モグラ

58
Q

de muis

A

Bas leest de vacature op de vacaturebank en klikt met zijn muis op de knop ‘Solliciteren’.

マウス

59
Q

nep

A

Dit horloge is niet van echt goud, het is nep.

嘘、偽物

60
Q

neutraal

A

Ali en Ayse hebben een verschil van mening. Ik blijf neutraal en ga me er niet mee bemoeien.

中性

61
Q

de omleiding

A

Het verkeersbord met de omleiding is geel.

迂回

62
Q

onderstrepen

  • onderstrepen
  • heeft onderstreept
A

De cursist onderstreept met een pen alle zinnen in het artikel die hij belangrijk vindt.

下線を引く

63
Q

ongedaan maken

A

Eva heeft een fout gemaakt op de computer, dus ze klikt op ‘ongedaan maken’.

やり直す

64
Q

de onzin

A

Thomas zegt dat het morgen gaat vriezen, maar dat is onzin. Volgens het weerbericht wordt het morgen 20 graden.

フェイク、偽情報

65
Q

opmaken

  • maakte op
  • heeft opgemaakt
A

Nina maakt haar tekst op, zodat hij eruitziet als een krantenartikel.

(見た目を)整える

66
Q

de oprit

A

Zora rijdt op de oprit.

私道

67
Q

origineel

A

In het museum hangt een kopie van het schilderij. Het originele schilderij hangt bij de schilder thuis aan.

オリジナル

68
Q

de pagina

A

Het schrift van Marisol heeft honderd lege pagina’s.

ページ

69
Q

de pers

A

Bij de wedstrijd is een speciale ruimte voor de pers. Alle journalisten en fotografen kunnen daar hun werk doen.

プレス、メディアで働く人

70
Q

de polder

A

Wij wonen in een polder. Dat is heel bijzonder, want honderd jaar geleden was dit land nog water.

干拓地

71
Q

de politicus, politici

A

Deze politicus is lid van de grootste politieke partij en zit al bijna vier jaar in de regering.

政治家

72
Q

de poot

A

De hond van Yusuf staat met alle vier zijn poten op de grond.

(動物の)脚

73
Q

produceren

  • produceerde
  • heeft geproduceerd
A

Deze fabriek produceert fietsen van zeer hoge kwaliteit.

生産する

74
Q

het programma

A

De regisseur zal deze week in verschillende tv-programma’s vertellen over zijn nieuwe film.

テレビ番組、プログラム

75
Q

het publiek

A

De zanger was bang dat er niemand naar zijn optreden zou komen, maar gelukkig bleek er uiteindelijk veel publiek te zijn.

パブリック、観客

76
Q

de quiz

A

Nina heeft de quiz verloren, omdat ze niet snel genoeg antwoord gaf op de vragen.

クイズ

77
Q

het realityprogramma

A

Koen kijkt graag naar realityprogramma’s, want hij vindt het interessant om te zien hoe gewone mensen leven.

リアリティ番組

78
Q

de ruimte

A

Als je in de ruimte bent, is de aarde heel ver weg.

宇宙

79
Q

het schema

A

Dit schema geeft een duidelijk overzicht van de producten en prijzen. Zo kan ik snel de goede informatie vinden.

スケジュール

80
Q

scheppen

  • schepte
  • heeft geschept
A

Samir is zand aan het scheppen.

(シャベルで)すくう

81
Q

schuin

A

Mijn slaapkamer is op zolder onder het schuine dak.

De weg loopt schuin naar beneden.

斜め

82
Q

scrollen

  • scrolde
  • heeft gescrolld
A

Julan scrollt naar beneden om de rest van de website te zien.

スクロールする

83
Q

het seizoen

A

Carlos heeft het eerste seizoen van Undercover gezien. Deze serie is nu afgelopen, maar volgend jaar komt er gelukkig nog een tweede seizoen.

(ドラマの)シーズン

84
Q

de seks

A

Nina heeft seks gehad en nu is ze zwanger.

セックス

85
Q

selecteren

  • selecteerde
  • heeft geselecteerd
A

Alex wil een stukje tekst kopiëren. Hij moet de tekst eerst selecteren.

選択する

86
Q

de selfie

A

De telefoon van Ali staat vol met foto’s van zichzelf, omdat hij voortdurend selfies maakt.

セルフィ

87
Q

sensationeel

A

Dit tijdschrift overdrijft alles en schrijft sensationele artikelen over beroemde mensen.

センセーショナル

88
Q

de slagboom

A

Er is een slagboom op het pad.

(道路を遮る水平のポール)

89
Q

slepen

  • sleepte
  • heeft gesleept
A

De monteurs slepen de kapotte auto van de weg af en brengen hem naar de garage.

牽引する

90
Q

smelten

  • smolt
  • heeft/is gesmolten
A

Het ijsje van Laila is aan het smelten.

溶ける

91
Q

snurken

  • snurkte
  • heeft gesnurkt
A

Eva ligt te snurken.

いびきをかく

92
Q

de soap

A

Olga kijkt graag naar soaps, omdat ze geniet van de romantische relaties tussen de acteurs, en hun dagelijkse activiteiten.

メロドラマ

93
Q

stemmen

  • stemde
  • heeft gestemd
A

De politieke partij waar de meeste mensen op stemmen, wordt de grootste partij in de Tweede Kamer.

投票する

94
Q

de stip

A

Iedere kant van een dobbelsteen heeft een ander aantal stippen.

ドット、点

95
Q

strijden (voor/tegen)

  • streed
  • heeft gestreden
A

Lisa strijdt tegen dierenleed, want ze wil dat geweld tegen dieren stopt.

  • strijden voor minder rotzooi op straat
  • Soldaten strijden tegen de vijand.

〜と戦う、(目標達成のために一生懸命)努力する

96
Q

de studio

A

Als muziek in een studio is opgenomen, klinkt het anders dan tijdens een optreden.

スタジオ

97
Q

de suggestie

A

Wat zullen we Lisa geven voor haar verjaardag? Heeft iemand een suggestie voor een cadeau?

提案

98
Q

het symptoom

A

Bij griep horen verschillende symptomen, zoals koorts, hoesten en keelpijn.

症状

99
Q

tegengaan

  • ging tegen
  • is tegengegaan
A

Naima gebruikt geen plastic zakjes meer, om milieuvervuiling tegen te gaan.

  • proberen iets te stoppen of te verhinderen

阻止する、立ち向かう

100
Q

de tegenstander

Antoniem: de voorstander

A

De tegenstanders van de nieuwe wet hebben een boze brief geschreven aan de minister.

反対派、対戦相手

101
Q

het theater

A

Maaike gaat graag naar theater, want ze geniet van het optreden van acteurs.

劇場、シアター

102
Q

de toename

A

In het afgelopen jaar was er helaas een toename van de werkloosheid van 2,9 naar 4,6 procent.

増加

103
Q

de uil

A

Er zit een uil op een tak in de boom bij Bas.

フクロウ

104
Q

de uitspraak

A

Ik ben het niet eens met de uitspraken van deze politiek leider. Hij zegt hele rare dingen.

声明、発音、(裁判所の)判決

105
Q

uitzenden

  • zond uit
  • heeft uitgezonden
A

Het interview is drie weken geleden opgenomen, maar wordt pas vanavond op de radio uitgezonden.

放送する

106
Q

uploaden

  • uploadde
  • heeft geüpload
A

De videomaker heeft een video naar YouTube geüpload.

アップロードする

107
Q

vaag

A

Begrijp jij precies wat zijn problemen zijn? Ik vind het allemaal een beetje vaag.

Ik heb alleen vage herinneringen aan die tijd.

漠然と、ぼんやりと

108
Q

de vacht

A

De vacht van de hond is grijs.

毛並み

109
Q

(zich) verbergen

  • zich verborg
  • heeft zich verborgen
A

Je kunt dit bijzondere insect bijna nooit zien, want het verbergt zich graag onder stenen.

隠れる

110
Q

verblijven

  • verbleef
  • heeft/is verbleven
A

Aster verblijft voor haar werk drie maanden in Italië. Ze heeft daar voor die periode een huis gehuurd.

(一定期間)滞在する、とどまる

111
Q

verdubbelen

  • verdubbelde
  • heeft/is verdubbeld
A

Het afgelopen jaar zijn de inkomsten van de verkoop van koelkasten verdubbeld van 15 miljoen naar 30 miljoen euro.

2倍になる

112
Q

verdwalen

  • verdwaalde
  • is verdwaald
A

Anna denkt dat ze verdwaald is.

迷子になる

113
Q

de verkiezing

A

De bevolking van Nederland bepaalt bij verkiezingen welke politieke partijen een nieuwe regering kunnen vormen.

選挙、コンテスト

114
Q

verleiden

  • verleidde
  • heeft verleid
A

Ik ben op dieet. Dus je kunt me niet verleiden om een lekker stuk taart te eten.

誘惑する

115
Q

verschijnen

  • verscheen
  • is verschenen
A

De lucht was de hele dag blauw, maar nu verschijnen er opeens donkere wolken.

現れる、出現する

116
Q

verstandig

A

Het is niet verstandig om met griep naar je werk te gaan. Omdat je anderen ziek kunt maken, kun je beter thuisblijven.

賢明

117
Q

vet

A

Vette letters zijn beter te lezen dan normale letters.

太い、脂肪、油

118
Q

het vinkje ✅

A

Vul de vragenlijst in. Zet een vinkje bij de juiste antwoorden.

チェックマーク

119
Q

de vleermuis

A

De vleermuis vliegt.

コウモリ

120
Q

de vleugel

A

De vleugels van de vogel in de boom bij Bas zijn donkergrijs.

121
Q

de vluchtstrook

A

Sanne en de politie-agent staan op de vluchtstrook.

(車が故障した場合に停止できる高速道路の側の車線)

122
Q

de voorstander

Antoniem: de tegenstander

A

De voorstanders van deze wet zijn blij dat de regering hem goedgekeurd heeft.

賛成派

123
Q

de vos

A

De vos is lichtbruin met wit.

キツネ

124
Q

de wesp

A

Julan is gestoken door een wesp, terwijl hij een taartje zat te eten op het terras.

125
Q

de wetenschap

A

Alle studies aan de universiteit zijn gericht op het verzamelen van kennis voor de wetenschap.

理科、科学

126
Q

wijs

A

Ik vraag altijd advies aan mijn oma, want zij is een wijze vrouw.

賢い

127
Q

de zender

A

Op welke zender kijk jij altijd naar het nieuws? NPO1 of RTL 4?

(テレビの)チャンネル、送信機

128
Q

zonnen

  • zonde
  • heeft gezond
A

Eva en Nina liggen te zonnen.

日光浴する