Woordjes 1.10 Flashcards
1
Q
bustling
A
bruisend
2
Q
overpowering
A
overweldigend
3
Q
mesmerizing
A
betoverend
4
Q
to pull somebody’s leg
A
iemand voor de gek houden
5
Q
dedicated to
A
toegewijd aan
6
Q
exhibition
A
tentoonstelling
7
Q
on show
A
Te zien
8
Q
section
A
sectie
9
Q
heritage
A
erfgoed
10
Q
hands on experience
A
praktische ervaring
11
Q
to boast
A
opscheppen
12
Q
anticipation
A
verwachting
13
Q
to cherish
A
koesteren
14
Q
to participate
A
Deelnemen
15
Q
obliviously
A
zonder er erg in te hebben