Zinnen 1.13 Flashcards
Wat doe je vanavond?
What are you doing tonight?
Wat zijn je plannen voor morgen?
What are your plans for tomorrow?
Ik wil graag een reservering maken voor zaterdagmiddag.
I’d like to make a reservation for Saturday afternoon.
Ik bel om een tafel voor twee te reserveren.
I’m calling to book a table for two.
Zou ik een stoel in de bus naar London Heathrow kunnen reserveren?
Could I reserve a seat on the coach to London Heathrow?
Is het mogelijk om twee kaarten te reserveren voor de wedstrijd van Engeland van vanavond in Wembley?
Is it possible to reserve two tickets for tonight’s England match at Wembley?
Het wordt spannend.
It’ll be exciting.
Het zal geweldig zijn.
It will be great.
De wedstrijd begint om half negen, dus zullen we de bus van zeven uur nemen?
The match starts at half past eight, so shall we get the seven o’clock bus?
De film begint om negen uur dus ik spreek met mijn vrienden af rond zeven uur.
The film begins at nine o’clock so I’m meeting my friends around seven.
Het is om 8 uur dus we moeten over een paar minuten vertrekken.
It is at 8 pm, so we should leave in a few minutes.
Je moet de kaarten voor acht uur ophalen.
You need to pick up the tickets before eight o’clock.
We zouden een team van ten minste vijf mensen moeten hebben.
We ought to have a team of at least five people.
We zouden hem kunnen verassen met concertkaarten voor zijn verjaardag.
We could surprise him with tickets to a concert for his birthday.
We zouden hem als bedankje naar een indoor snowboardcentrum kunnen meenemen.
We could take him to an indoor snowboarding centre as a thank-you.