ZO week 1 Flashcards
Waar ontstaan en rijpen T-lymfocyten?
Ontstaan in het beenmerg
Rijpen en worden geselecteerd in de thymus
Welke celtypen brengen HLA klasse II moleculen tot expressie?
- dendritische cellen
- macrofagen
- B-cellen
Welke cellen brengen HLA klasse I moleculen tot expressie?
alle kernhoudende cellen
Aan welke 3 belangrijke celtypen geeft de T-helpercel hulp?
- macrofagen
- cytotoxische T-cellen
- B-cellen
Welke lymfocyten zijn vooral betrokken bij het verwijderen van bacteriën uit het lichaam?
B-lymfocyten
Welke lymfocyten zijn vooral betrokken bij het verwijderen van virussen uit het lichaam?
cytotoxische T-cellen
Waarom is het bestaan van regulatoire T-lymfocyten belangrijk?
De aanwezigheid van regulatoire T-cellen zorgt ervoor dat een immuunreactie, als deze eenmaal op gang is gekomen, niet te lang doorgaat. Ook dragen regulatoire T-cellen eraan bij dat een te sterke immuunreactie tegen relatief onschuldige antigenen wordt voorkómen. Regulatoire T-cellen spelen dus rol bij het uitdoven van de immuunrespons nadat het antigeen is verwijderd, en houden de reactiviteit van het immuunsysteem onder controle.
Wat zijn ziekten die in afwezigheid van regulatoire T-lymfocyten vaker zouden voorkomen?
auto-immuunziekten en allergieën
Als HIV het antigeen is, hoe en waar komen de T-cellen hiermee in contact?
T-cellen liggen in de paracortex (binnenste schors) van de lymfeklier en komen met HIV in contact in de vorm van peptiden van HIV-eiwitten, die gebonden zijn aan HLA-moleculen.
Deze HLA-moleculen bevinden zich op het oppervlak van dendritische cellen en macrofagen, die - als antigeenpresenterende cellen - in de periferie zijn geïnfecteerd met HIV, of HIV-partikels hebben gefagocyteerd.
Na infectie of fagocytose worden de HIV-eiwitten gedeeltelijk afgebroken tot peptiden, die op HLA klasse I en II moleculen op het celoppervlak worden gepresenteerd.
De macrofagen en dendritische cellen migreren, vanaf de plaats van het binnendringen van het virus, met de lymfestroom mee, en komen via de afferente lymfevaten in de drainerende lymfeklier terecht.
Als HIV het antigeen is, hoe en waar komen de B-cellen hiermee in contact.
B-cellen liggen in de outer cortex (buitenste schors) van de lymfeklier, dus in het directe stroomgebied van de afferente lymfe die binnenkomt in de zgn. randsinus.
Door de aard van de antigeenreceptor van B-cellen (het oppervlakte-immunoglobuline) herkennen B-cellen vrije, intacte virusdeeltjes of afbraakproducten daarvan, zonder dat deze door antigeenpresenterende cellen worden gepresenteerd.
De virusdeeltjes en afbraakproducten komen mee met de lymfestroom als gevolg van de lokale productie op de plaats van infectie.
Beredeneer waarom het ‘slim’ is van HIV, dat de CD4+ T-cellen als belangrijkste target heeft, om initieel met name weefsel DC en macrofagen in de slijmvliezen te infecteren.
- Macrofagen en DC komen in relatief grote aantallen voor in de mucosale omgevingen waar het initiële contact met het virus plaatsvindt.
- Deze cellen kunnen goed migreren naar de drainerende lymfeklieren.
- Ze brengen het virus direct op de plaats waar het het meest kwaad kan, namelijk in het T-celgebied van de lymfeklier. CD4+ cellen komen hier voortdurend langs en lopen zo een grote kans om geïnfecteerd te worden en zo het virus verder te verspreiden.
Op basis van welke drie criteria kunnen virussen ruwweg geclassificeerd worden?
- het soort nucleïnezuur
- symmetrie van het nucleocapside
- aan- of afwezigheid van een lipidemembraan (envelop) dat om het nucleocapside zit
Welke alternatieven kunnen RNA-virussen hebben voor splicing?
- proteases die eiwit tot meerdere kleinere functionele eenheden knipt
- ribosomale frameshifting
- interne transcriptie
- gesegmenteerd genoom
Welk RNA-virus heeft ook een nucleaire fase van transcriptie?
influenza
Welk DNA virus repliceert niet in de nucleus van de gastheer?
pokkenvirussen (die doen het in het cytoplasma met een eigen enzym)
Op welke 3 manieren veranderen RNA virussen hun genetisch materiaal?
- antigene drift
- recombinatie
- reassortering
Wat is antigene drift?
standaardmutaties in het genoom (puntmutaties, deleties en inserties van sequenties)
Welke typen virussen kunnen genetisch materiaal veranderen door reassortering?
virussen met een gesegmenteerd genoom
Wat kan de functie van virale eiwitten zijn?
- specifieke component voor de replicatie van het genoom
- virale proteases
- structuurelement van het virus zelf
Tot welke virusfamilie behoort adenovirus?
adenoviridae
Tot welke virusfamilie behoort herpes-simplex-virus?
herpesviridae
Tot welke virusfamilie behoort varicella-zoster-virus?
herpesviridae
Tot welke virusfamilie behoort Epstein-Barr-Virus (EBV)?
herpesviridae
Tot welke virusfamilie behoort cytomegalovirus (CMV)?
herpesviridae